Als twaalfjarige kwam ik als kind ooit verrukt terug van school. We hadden net de laatste les ontleden gehad. Ik zou, dacht ik, nu in staat moeten zijn om iedere willekeurige zin uit elkaar te trekken en weer op de juiste manier in elkaar te monteren. Ik nam een krant en begon bij het eerste artikel. Hoeveel zinnen ik precies op deze manier te lijf gegaan ben, weet ik niet meer.
Misschien is de eerste me nog toevallig gelukt, maar binnen enkele minuten lag de krant verfrommeld in de hoek. Een normale zin bleek, anders dan de geconstrueerde uit de schoolboeken, niet te ontleden.
Sindsdien ben ik al 35 jaar taalkunde aan het bestuderen, en daardoor wel wat verder gekomen. Maar nog steeds zijn er allerlei doodgewone zinnen die raadselachtig zijn; en niet alleen voor mij, maar ook voor de knapste taalkundige. Zo merken Hans Broekhuis en Norbert Corver in het binnenkort te verschijnen deel over werkwoorden van The Syntax of Dutch op dat er nauwelijks onderzoek is gedaan naar zinnen zoals de volgende:
- Naar het blijkt gaan ze naar de dierentuin.
- Naar het lijkt gaat het lukken.
- Naar het schijnt was ze elke dag dronken.
- Naar het is, gaan ze naar de dierentuin. [uitgesloten]
- Naar het mij blijkt, gaan ze naar de dierentuin. [uitgesloten]
- Naar het tegen alle verwachtingen in blijkt, gaan ze naar de dierentuin. [uitgesloten]
- Naar het blijkt dat het regent, gaan ze naar de dierentuin. [uitgesloten]
- Naar mij gebleken is, zijn ze vertrokken naar de dierentuin. [geen probleem]
- Naar nu blijkt, heeft zij altijd gelogen.
- Naar nu lijkt, heeft zij altijd gelogen. [raar]
- Naar mij geschenen is, was ze elke dag dronken. [ook raar]
Liesbeth Lemmens zegt
Persoonlijk vind ik de "mij" in "naar mij gebleken is", ook maar vreemd (maar ik ben dan ook niet zeker of ik dat persoonlijk voornaamwoord ooit samen met "blijken" zou gebruiken). "Naar alweer gebleken is", vind ik dan weer wel kunnen.
Misschien zit er regionale variatie in?
Marcel Plaatsman zegt
Een vergelijkbare constructie kun je natuurlijk met "men" maken: "naar men zegt", "naar men vermoedt". Zelf zou ik "naar men ziet" of "naar men hoort" al niet gauw zeggen, maar ze komen wel voor. Naar het zich laat aanzien is ook deze constructie dus maar beperkt in haar gebruik. 😉
Hans zegt
Hoe vind je "Mij/Ons is gebleken dat …"?
Hans zegt
Wat vind je van "Naar Men blijkt …"? 'Men' is altijd onderwerp terwijl 'mij' een voorwerpsvorm is (een soort meewerkend voorwerp), Dus 'Naar men zegt …' is een ander soort constructie.
Marcel Plaatsman zegt
Het is dan ook niet precies dezelfde constructie, het is een "vergelijkbare constructie", zoals ik hierboven al schreef… De gelijkenis is dat het beide door "naar" ingeleide constructies zijn, de één met "het", de andere met "men", met daarachter maar 'n beperkt aantal mogelijke persoonsvormen.
Olivier van Renswoude zegt
Naar het is, gaan ze naar de dierentuin. [uitgesloten]
Naar het mij blijkt, gaan ze naar de dierentuin. [uitgesloten]
Deze voelen mij misschien wat ongebruikelijk aan, maar niet uitgesloten.
Overigens, we hebben ook nog naar verluidt (< naar men verluidt) dan wel naar verluid (< naar verluid wordt), naast het verluidt dat.
Taalprof zegt
De ANS signaleert het gebruik van 'naar' als onderschikkend voegwoord in het algemeen bij bijwoordelijke bijzinnen van modaliteit […] waarin de werkelijkheidswaarde van het in de rompzin uitgedrukte gerelateerd wordt aan iets anders (iemands mening, een bericht, enz.), en geeft ook voorbeelden als 'Naar wij hopen.'
Marcel Plaatsman zegt
Mogelijk zijn deze uitdrukkingen ontstaan naar analogie van "naar mijn mening," e.d., die wel tegenhangers hebben in het Duits ("meiner Meinung nach,"), terwijl "nach wir hoffen," zover ik weet in het Duits niet grammaticaal is. Tegelijk lijkt het wel oud te zijn, ik vind voor "naar men zegt/na men seyt" bv. wel 17e eeuwse bronnen in dbnl.
Het gebruik van "naar" in de zin van "zoals" komen we natuurlijk wel vaker tegen, bv. in "dat gaat naar wens" en zelfs in "dat ruikt naar vis", met tegenhangers in het Duits, dus wat dat betreft is het nog niet eens zo'n gekke ontwikkeling.