Sommige woorden zijn tegelijkertijd een beetje enkel- en een beetje meervoudig. Team is zo’n woord, en familie is er nog zo één: ze wijzen op een groepje individuen (en daarmee een meervoud), maar zien die als een eenheid. Groepje is natuurlijk zelf ook zo’n woord.
In een recent artikel laat de Amerikaanse semanticus Robert Henderson zien dat er twee soorten van dat soort woorden zijn: groep-woorden en zwerm-woorden. En dat talen de neiging hebben een systematisch verschil tussen de twee te maken, al lijken ze ook op elkaar (groep-woorden en zwerm-woorden samen noemt Henderson collectieve woorden).
De woorden die ik zojuist noemde (team, familie, groepje) zijn allemaal groep-woorden. Voorbeelden van zwerm-woorden zijn boeket, bosje, horde en natuurlijk zwerm. Een verschil is dat het bij zwerm-woorden altijd van belang is dat de samenstellende delen op een bepaalde manier geordend zijn in de ruimte. Het komt er meestal op neer dat ze dicht bij elkaar in de buurt moeten staan.
Neem een boeket rode rozen, pak iedere roos en verplaats hem naar een andere kamer. Dan heb je geen boeket meer. Maar neem nu een familie en verplaats ieder van die leden naar een ander land. Dan vormen zij nog steeds een familie. Een groep blijft een groep, waar de leden zich ook bevinden; maar dat geldt niet voor zwermen.
Henderson laat zien dat er meer verschillen zijn. Zo moeten alle zwermen een behoorlijke omvang hebben: boeketten van twee rozen, bosjes van twee bomen, hordes van twee opstandelingen bestaan niet, maar families van twee leden of teams van twee wijkagenten wel.
Ook in de volgende zinnen zit een verschil (Henderson geeft ze in het Engels, maar het gaat volgens mij ook op voor het Nederlands):
- Die familie lijkt op elkaar. [groep, hooguit een beetje raar]
- Dat team lijkt op elkaar. [groep, hooguit een beetje raar]
- Dat boeket lijkt op elkaar. [zwerm, echt raar]
- Die horde lijkt op elkaar. [zwerm, echt raar]
- De familie kwam een voor een binnen. [groep, hooguit een beetje raar]
- Het team kwam een voor een het veld op. [groep, hooguit een beetje raar]
- De zwerm kwam een voor een aangevlogen. [zwerm, echt raar]
- De horde kwam een voor een de straat in. [zwerm, echt raar]
- (De hoogleraren staan in een grote kring.) Zo he! Die commissie van hoogleraren is cirkelvormig!(Groep, kan niet)
- (De bomen staan in een grote kring.) Zo he! Dat bosje bomen is cirkelvormig! (Zwerm, kan wel).
Lucas zegt
Hoe zit het met anaforen? Verwijzen we naar zwermen en groepen op dezelfde manier? Ik zie namelijk regelmatig tekstuele verwijzingen naar enkelvoudswoorden zoals "bestuur" of "bedrijf" met een meervoudspronomen, veelal "ze", waarmee verwezen wordt naar de medewerkers van het bedrijf of de bestuursleden – mogelijk bij gebrek aan een fatsoenlijk onzijdig enkelvoudspronomen; zowel "ze" als "hij" zijn vreemd als we het hebben over "bestuur", en evenmin lijkt "het" toepasselijk.
>De zwerm vloog met een omweg naar het zuiden. Ze hadden / Hij had duidelijk geen haast.
Beide vind ik problematisch. Alleen als je er "zwerm vogels" van maakt zou "ze hadden" mogelijk zijn.
>Het bestuur ging om 15.00 naar huis. Het had / Ze hadden duidelijk behoefte aan rust.
Hier zijn beide wel enigszins acceptabel, maar mooi vind ik het zeker niet.
Marc van Oostendorp zegt
Dank, dat lijkt me een goede aanvulling. Het gaat inderdaad beter met 'het bestuur' dan met 'de zwerm' – zelfs met 'de zwerm vogels' vind ik het nog steeds niet zo goed, terwijl die bestuurszinnen misschien niet 'mooi' zijn, maar ze zouden mij geloof ik niet opvallen als ik ze zou lezen.
Peter-Arno Coppen zegt
Die distributieve zinnen met zwermtermen en 'elkaar' of 'een voor een' worden wel beter als je 'de hele' toevoegt (en in de verleden tijd):
– Die horde lijkt op elkaar (gek)
– Die hele horde leek op elkaar (veel minder gek)
– Die zwerm kwam een voor een aangevlogen (gek)
– Die hele zwerm kwam een voor een aangevlogen (veel minder gek)
Gaston Dorren zegt
Ik zou ervan uitgaan dat 'kudde' een zwermwoord is, maar hoe meer ik erover nadenk, des te meer blijkt het een groepswoord te zijn. Een kudde kan door berg en dal verspreid zijn, maar dan is het nog steeds een kudde. Een kudde kan, vind ik, best 'een voor een komen aanlopen'. En een kudde kan juist weer niet cirkelvormig zijn. Is het omdat een kudde doorgaans eigendom van één veehouder is, of gehoed wordt door één herder? Als er een exemplaar ontbreekt, is de kudde prompt incompleet. Dat kun je van een boeket, een zwerm of een horde niet zeggen.
Marc van Oostendorp zegt
Wat een mooie observatie! En wat een vreemd fenomeen. Op het eerste gezicht zou je denken dat 'hele' zo'n term meer tot een collectief maakt en de individuen dus minder zichtbaar. Maar het omgekeerde is het geval.
Peter-Arno Coppen zegt
Ik denk dat je er juist minder een geheel van maakt doordat je benadrukt dat alle individuele elementen meedoen (niet slechts een gedeelte van de zwerm, maar de hele zwerm). Daardoor worden die individuele elementen weer toegankelijk voor die distributieve lezing van 'elkaar.'
Ik krijg ook een beetje de indruk dat het met 'hele' erbij meer een (onbepaald) telwoord wordt dan een groepsaanduiding.
Peter-Arno Coppen zegt
Het is niet gezegd dat het een zwart-witonderscheid is. Mijn voorbeeld met 'hele' toont aan dat je van een zwermwoord toch weer een beetje een groepswoord kunt maken. Dus ligt het ook voor de hand dat je zwermwoorden, in de juiste context en als je echt wilt, ook zonder dat kunt interpreteren als minder zwermachtig.
Ik geloof dat ik een zin als 'dat boeket lijkt op elkaar,' hoewel het op het eerste oog een heel gekke zin is, best beter zou kunnen krijgen. Stel je hebt verschillende boeketten: het ene met vrijwel identieke rozen en het andere met verschillende kleuren rozen. Dan kun je, met de bedoeling om te zeggen 'dat boeket is homogener,' toch best zeggen 'Dat boeket rozen lijkt meer op elkaar dan het andere?' Nog steeds wel een beetje gek, maar het wordt al beter.
Met andere woorden: ik denk dat die interpretatie een glijdende schaal is.