Toen Arnold Zweig een roman publiceerde over de Nederlandse dichter en jurist Jacob Israël de Haan, spraken sommige critici daar schande van. De Haan was een ‘brandende doornbosch’, oordeelde Siegfried van Praag bijvoorbeeld. Diens leven was zo ingewikkeld en zo heftig, daar schreef je maar niet zo even een boek over.
En nu heeft de Amsterdamse neerlandicus Jan Fontijn dat toch gedaan – een biografie geschreven over dé Nederlandse schrijver over wie je ongeveer ieder soort van boek zou kunnen maken, een thriller, een erotische verhalenbundel, een filosofisch-theologisch traktaat, een politieke geschiedenis van Palestina aan het begin van de twintigste eeuw. Fontijn heeft dat allemaal samengebracht in Onrust, een boek van 600 pagina’s over een leven dat met een kogelschot werd beëindigd tijdens de eerste politieke moord in de geschiedenis van Israël.
Zionisme
Fontijn laat knap zien dat De Haan altijd op een vanzelfsprekende manier tegen iedere norm inging. Hij schreef op jonge leeftijd zonder zich ergens voor te verontschuldigen twee romans over homoseksualiteit – Pijpelijntjes en Pathologieën –, en dat waren dan ook nog eens geen romans waarin homo’s als edele mensen werden voorgesteld, of als slachtoffers, maar als dierenkwellers en neuroten. Hij polemiseerde zowel met juristen – hij promoveerde op een proefschrift over een begrip als toerekeningsvatbaarheid – als met beroemde letterkundigen. Toen hij zijn joodse geloof hervond vertrok hij naar Israël, aanvankelijk als een orthodox gelovige zionist (op zich al bijna een contradictio in terminis), maar gaandeweg als een vriend van de Arabieren in Palestina en een criticus van het zionisme.
Dat laatste moest hij uiteindelijk met de dood bekopen; na eerst bedreigd te zijn werd hij door een paramilitaire tak van een zionistische organisatie in Jeruzalem om het leven gebracht.
Activist
Ja, hij was een neuroot, een man die zijn echtgenote naar behandelde, een dwingeland, maar je krijgt de indruk dat hij vooral ook iemand was die onbekommerd zei wat hem goed en juist leek, ook wanneer hij daarmee anderen voor het hoofd stootte. Het ingewikkelde was daarbij dat er ook de hele tijd minstens twee zielen in zijn borst leefden – die van de orthodoxe jood en van de homoseksueel bijvoorbeeld – en dat hij dus vrijwel iedereen voor het hoofd stootte.
Hij was daarbij ook nog eens op allerlei manieren actief: als geleerde, als gelovige, maar in zijn laatste jaren in Palestina ook als activist en politicus. Terwijl hij ondertussen dan ook nog een fascinerend literair en journalistiek oeuvre bij elkaar schreef. (Al zijn boeken staan gelukkig bij de DBNL, ook als e-boeken.)
Kellendonk
Fontijn heeft een bewonderenswaardig overzicht gegeven van alle verschillende aspecten van dat onrustige leven. Je moet van heel veel dingen wat afweten (de Hollandse significa, de structuur van de Joodse politiek aan het begin van de twintigste eeuw, het literaire klimaat in Nederland in diezelfde tijd) om een boek als dit te kunnen schrijven.
Het boek is ook prettig om te lezen, al wordt er een enkele keer wel een detail herhaald zonder dat de schrijver zich van die herhaling bewust lijkt, en ook al verloopt het tempo van het boek soms wat vreemd – er wordt bijvoorbeeld nogal uitvoerig stilgestaan bij alle plaatsen die De Haan aandeed tijdens zijn reis van Amsterdam naar Jeruzalem, zoals Parijs, Rome en Napels.
Kortom, echt een boek voor de hemelvaart. En nu weet ik wel dat die hemelvaart net voorbij is, maar dan hadden jullie die dagen maar niet moeten verbeuzelen met de brieven van Frans Kellendonk. Je had veel beter dit doornbosch kunnen zien branden.
Jan Fontijn. 2015. Onrust. Het leven van Jacob Israël de Haan. Amsterdam. De Bezige Bij. Bestelinformatie bij de uitgever.
Gert de Jager zegt
Niet Stefan, maar Arnold Zweig – geen familie – schreef in de jaren dertig een roman over De Haan: "De Vriendt kehrt heim", vertaald als "De Vriendt keert weer".
Marc van Oostendorp zegt
Je hebt gelijk; ik heb het verbeterd.
Jaap Goedegebuure zegt
Het zou fijn zijn als Van Oostendorp zou beargumenteren waarom men zijn tijd maar beter niet met de brieven van Frans Kellendonk moet verbeuzelen. Anders blijft het een slag in de lucht.
Marc van Oostendorp zegt
Ah, dat was maar een grapje! Ik heb de brieven ook in huis, ben er alleen nog niet aan toegekomen omdat ik mijn tijd aan het verbeuzelen was met Jacob Israël de Haan.