In het Engels zijn er hele “websites” aan gewijd, maar voor het Nederlands moeten we het doen met af en toe een “tweet”:
Haha! Leestekens zijn best lastig. #deventer pic.twitter.com/jdeZawo32G
— Arjan van der Meij (@arjanvandermeij) 31 mei 2015
Het “onnodige” aanhalingsteken – wie is niet groot geworden door erom te lachen? Op het internet kun je dat tegenwoordig onbekommerd doen. Overal duiken Facebook-groepen en websites op waarin met foto’s wordt gedocumenteerd dat andere mensen taalfouten maken. (Taalvoutjes is in Nederland momenteel de populairste, geloof ik.)
Het onnodige aanhalingsteken is daarbij een bijzondere. Kennelijk komen in allerlei culturen – nou ja, in de Nederlandse en de Engelse – mensen op hetzelfde idee – dat het aanhalingsteken nadruk betekent. En kennelijk vinden in allerlei culturen andere mensen dat dan weer zo belachelijk dat ze de moeite nemen hun laptop ervoor open te klappen:
@arjanvandermeij @fonolog Onnodige aanhalingstekens zie je vooral bij minder taalvaardigen. Hockeyblaadjesstijl noem ik dat altijd.
— Jack Nouws (@nouwja) 31 mei 2015
De eerste vraag is: hoe komen die “minder taalvaardigen” aan dat idee? Je kunt in dit geval nauwelijks zeggen dat ze het van elkaar overnemen (of bijvoorbeeld dat de Nederlandse gevallen imitaties zijn van de Engelsen) want het lijkt me sterk dat een minder taalvaardige vaker dit gebruik van die “onnodige” aanhalingstekens tegenkomt dan van “nodige”.
*Sterretjes*
Het is eerder een conclusie die zich makkelijk laat trekken. Misschien is het omdat aanhalingstekens anders dan andere leestekens (punten, komma’s, de hele hap!) allemaal vooral als aanwijzingen voor bijzondere intonatie gelezen kunnen worden. Gewone aanhalingstekens doen dat niet altijd – die geven alleen aan dat het woord in kwestie niet per se voor rekening van de spreker komt. Een logische conclusie voor de hockeyblaadjesstilist is dan dat die aanhalingstekens toch “ergens” voor moeten doen – en dat dit nadruk is.
(Op internet hebben *sterretjes* natuurlijk dezelfde functie gehad in de tijden voor het cursief het elektronische medium veroverde.)
Misplaatste spatie
In een recent artikel in Language and Society wijst Theresa Heyd op een ander interessant aspect: de spotlust die een en ander oproept. In haar artikel analyseert ze enkele (Engelstalige) blogs en de commentaren die erop verschijnen. Ze citeert vervolgens de geleerde Beal die in dat citaat de geleerde Burchfield citeert – zoveel citeren, en dat zonder aanhalingstekens, dat moet wel juist zijn – die zegt dat dit soort websites “the amusement of educated people” dienen.
Al die geleerden gaan vervolgens naar mijn smaak een beetje voorbij aan het feit dat niet iedere willekeurige fout deze functie kan dienen. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat er een populaire Facebook-groep komt over misplaatste spaties voor komma’s. Er is aan de misplaatste aanhalingsteken iets grappig omdat de “opgeleide mensen” er iets anders in lezen dan bedoeld is: is die gelegenheid in Deventer wel zo “bijzonder”? (Het is ook de reden waarom misplaatste spatie – “kopieer ruimte” – grappig gevonden worden.)
Bijzonder
Dat gevoel kennen taalkundigen “natuurlijk” ook wel. Zoals de spotters zich verheven voelen boven de hockeyblaadjesstilisten, zo voelen wij ons verheven boven de spotters. En zo biedt een korte aankondiging in Deventer allerlei mensen de gelegenheid zich verheven te voelen. En bovendien: ik vind persoonlijk iedere aanhalingsteken die ik in deze blogpost geplaatst heb bijzonder “grappig”.
Laat een reactie achter