Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (27)
Het Nederlandse sonnet bestaat 450 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?
Waarom hebben talen zoveel woorden? Waarom kun je waanzin niet alleen ‘waanzin’ noemen, maar ook ‘gekte’? Omdat je soms je afschuw heel vaak wil uitspreken, maar niet steeds letterlijk hetzelfde wil zeggen.
Neem het mooie sonnet Den Sondaer vvaer hy hem is keerende; en vindt niet dan teghen-spoedt van Justus de Harduwijn. Het beschrijft in detail de gruwelijke wereld waarin de zondaar terecht komt: nergens is vrede, overal is waanzin, overal is idiotie, dwaasheid, zotternij, verstandsverbijstering, razernij. Overal is krankzinnigheid:
Ick dacht’ in desen bosch, de Weerelt heel t’ontvluchten:
De Weerelt die mijn Siel heeft doodelijck ghewondt.
Maer laes! dees’ eenicheydt maeckt dat ick weer terstondt,
My moet begheven gaen, tot schreyen, ende suchten.
Ick dacht’, ick sal alhier vrij, en sonder gheruchten
Erghens aen eene roots’ storten mijns Herten grondt:
Maer soo saen ick tot clacht ontsluyte mijnen mondt;
Echo weer-schallet al tot ghecken, ende cluchten.
Ick dacht als ick ’t ghebruyck der spieghelen sou vlien;
Dat ick niet meer en sou mijn sondigh Lichaem sien.
‘Tis raes; in dees fonteyn woord’ ick dat bath ghewaere.
Ach vuylicheyd der Aerd, oirspronck van al mijn smert!
Waerom en hebdy niet onder-roert teenegaere,
Dees spieghel-claer fonteyn, even wel als mijn Hert?
Het verleden blijkt zelfs nóg meer woorden op te leveren voor waanzin, gekken en kluchten, allebei nog als werkwoord.
Ook het woord enigheid is in de loop van de tijd kennelijk veranderd. Althans, het komt in het moderne taalgebruik vooral voor in ontkende zin (onenigheid) of in de kerkgeschiedenis (de drie formulieren van enigheid). In beide betekenissen heeft het weinig met enig te maken: onenigheid betekent meer ‘het niet eens zijn met elkaar’ dan ‘niet enig zijn’, en die formulieren worden ook wel de formulieren van eenheid genoemd. Enig gebruiken we in het moderne Nederlands als een synoniem van uniek, maar dat klinkt helemaal niet door in enigheid.
Maar ook De Harduwijn had geen klachten over de uniciteit van het woud waar hij zich in begaf. Hij doelde op de eenzaamheid.
Eén zijn kan allerlei consequenties hebben: je kunt er uniek van worden, of eensgezind, of eenzaam. Maar je bent in ieder geval alleen, tegenover de verpletterende veelvoud van gektes.
K. zegt
WNT:
'Kluchten: grappen maken, foppen, als grap of fopperij vertellen, enz.'
Voorbeelden:
-) 'Hy es jnt cluchten wel ghewuene' (Cornelis Everaert)
-) 'Hy clucht, hy singt, hy springt, hy poyt' (Bredero)
Marc van Oostendorp zegt
Juist, dat heb ik over het hoofd gezien.
rp zegt
Overigens ken ik in het huidige Nederlands het woord 'enig' niet dan als archaisch en aan vrouwen voorbehouden synoniem van 'erg leuk'. Niet ver verwijderd van 'dolletjes'.