Daer van mijn stramm verstandt en stijve penn werdt rapp,
Niet, weerde Vrijenden, om mijn selfs te stellen schrapp
Tegen u lieden geest; dan lagh ick laegh versoncken
In diepe hovaerdy; Maer om dat ick gedroncken
Van suyver vriendtschapp heb het smaeckelicke sapp,
Soo ben ick bly dat ick de groene vryerschapp
Met rijpe manheid heb in vriendtschapp doen ontfoncken.
Gelijck mint sijns gelijck, bei zijt ghy door u Dicht
Vermaert, en beide in geleertheid afgericht;
Oock beid’ uytmuntend in verstandt en brave Zeden.
Waer vindmen sulcke twee in ’t gansche Nederland,
Want soo den eenen speelt soo gaet den aer sijn trant,
Dat ghy dan vrienden zijt, is (dunckt my) meer als reden.
Visscher doet in dit gedicht ook iets interessants met de spelling. Waarom eindigen rapp, schrapp, sapp en vryerschapp allemaal op een dubbele p? Ergens in de middeleeuwen – de geleerden zijn het er niet precies over eens wanneer, maar rond de veertiende eeuw is een goede gok – gebeurde er iets met de klinkers van het Nederlands: korte klinkers werden lang als ze in een open lettergreep stonden. Dak kreeg zo als meervoud daken, en schip schepen. Na een tijdje stopte het proces ook weer voordat het alle woorden had aangetast, en daarom zeggen is het meervoud van bak nog steeds bakken en dat van kip kippen.
Binnenin het woord geven we het verschil tussen een lange en een korte klinker dus aan met het verschil tussen één en twee medeklinkers (rapen – rappe), terwijl het verschil aan het eind van een woord wordt weergegeven door het verschil tussen twee klinkers en één: raap – rap.
We hadden dat ook anders kunnen oplossen, in een consequenter systeem, ofwel door raap – raapen, rap -rappe te schrijven, of wel door rap – rapen en rapp – rappe te schrijven. Al die mogelijkheden zijn overwogen, zoals de laatste hier door Hooft, Huygens, hun vrienden en vriendinnen.
Jaap van den Born zegt
Over deze liefhebberij, het bout-rimé, heb ik nog een verhandeling geschreven op Het vrije vers, daar als e-book in de bovenbalk te vinden. Wereldwijd doet de mythe de ronde dat hij eind 17e eeuw in Frankrijk is ontstaan en ik verwijs naar het bovengenoemde om dat te ontkrachten. Of de oorsprong hier ligt heb ik niet achterhaald, maar in elk geval is vermeldenswaard dat het na lange afwezigheid de laatste jaren hier weer in zwang is geraakt. Op Het vrije vers zijn voorbeelden te vinden in het archief.Zelf heb ik met Drs. P de bundel 'Drs. P révisé' uitgebracht met meer dan 100 van dergelijke verzen, zij het niet in sonnetvorm. Eens zien of deze link naar het bedoelde e-book werkt: http://hetvrijevers.nl/Eboek,%20Het%20bout%20rime,%20een%20expose.pdf