• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Sieraat

8 augustus 2015 door Marc van Oostendorp 4 Reacties

Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (32)
Het Nederlandse sonnet bestaat 450 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?

Door Marc van Oostendorp


Wat betekent het als de ene vrouw de andere een sieraad noemt? Kunnen we conclusies verbinden aan het feit dat Katherina Lescailje (1649-1711) haar vriendin Sara de Cajoncle zo noemde in het volgende sonnet?

Dat Sara in het eêlst des Zomers is gebooren,
  Getuigen lelyën vermengd met goude draân,
  En roozen die te pronk in ’t vriendlyk wezen staan,
Zo schoon als Venus ooit heeft tot sieraat gekooren.

Geen rampspoed zal ’t geluk van haar Verjaardag smooren:
  Want Vorst Apollo lagcht, en lonkt haar lieflyk aan,
  En doet haar in den rei der Zanggodinnen gaan,
Die alle Negen tot haar lof zich laaten hooren.

  Vrouw Pallas viert deez’ dag, en eert haar braaf verstand,
  Dat Lente en Zomer teelt, bij Winter, door haar hand,
Waar door zich Flora ziet altijd in Sara zweeven.

 Dies is Natuur verheugd, om dat zy schiep een Maagd,
 Die in haar geest en hand, in oog en aanschyn draagt
Zo schoone wonderen die eeuwig zullen leeven.

Het is op het eerste gezicht een nogal braaf gedicht maar de letterkundige Lia van Gemert liet een jaar of twintig geleden zien in een artikel zien dat je er een lesbische relatie achter kon lezen wanneer je andere gedichten van Katherina Lescailje aan en over De Cajoncle erin betrok. Het gedicht zou dan juist expres kuis en verstandelijk zijn omdat het geschreven was in een periode dat Lescailje afstand van De Cajoncle nam. Eerder had ze explicieter over die liefde geschreven (‘Ach! Verkoud / Al uw liefde / Die mij griefde / Met een wond / Op één stond?’)

Dat artikel, De vrouwenzucht van Katharina Lescailje uit 1994, staat jammer genoeg overigens niet op het internet; maar daar staat wel Van Gemerts artikel ‘Hiding Behind Words? Lesbianism in 17th-Century Dutch Poetry’ uit hetzelfde jaar, en een kritische reactie op Van Gemerts reconstructies door Ellen Grabowsky uit 2004.

Of de vrouwen ooit het bed gedeeld hebben, zullen we natuurlijk nooit weten en het is ook niet duidelijk wat we ermee op zouden schieten wanneer we het wél zouden weten. Zoals Grabowsky laat zien waren ze in ieder geval allebei interessante, ontwikkelde, zelfstandige en ongehuwde vrouwen over wie we onder andere dankzij hun werk meer weten dan over andere zeventiende-eeuwse vrouwen.

Maar dan blijft wel het feit knagen dat Lescailje in het bovenstaande gedicht haar vriendin een sieraat noemde. En wel op een plaats in de versregel die doet vermoeden dat ze de klemtoon legde op de tweede lettergreep: sieráád. Lees de regel maar eens voor met een regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen.

Wat is daar gebeurd? In de 350 jaar tussen de tijd van Lescailje en de onze moet de klemtoon verschoven zijn naar de eerste lettergreep. Dat is om een aantal redenen vreemd. In de eerste plaats ligt die klemtoon daar helemaal niet lekker: in een ‘gewoon’ modern Nederlands woord dat eindigt op een lange a en een medeklinker ligt de klemtoon op de laatste lettergreep (paraat, paraaf, piraat), zoals de Nijmeegse taalkundige Carlos Gussenhoven uiteengezet heeft. In de tweede plaats is er alle reden om te denken dat het woord in ouder Nederlands – of het Duits, waar het woord vandaan komt –  ook klemtoon had op de eerste lettergreep.

Sieraad moet dus een jojobeweging hebben gemaakt, van síéraad via sieráád naar síéraad. Toen Lescailje haar gedicht schreef stond het even op zijn juiste plaats, maar dat kon kennelijk niet lang voortduren.

Het sonnet is geciteerd naar Lia van Gemert, ‘De vrouwenzucht van Katharina Lescailje’, in: Henk Duits, Arie Jan Gelderblom, Mieke B. Smits-Veldt, Klinkend boeket. Studies over renaissancesonnetten voor Marijke Spies, Hilversum: Verloren, 1994.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 17e eeuw, 196 sonnetten, letterkunde, poëzie, sonnet

Lees Interacties

Reacties

  1. Wouter Steenbeek zegt

    8 augustus 2015 om 09:03

    Mooi gedicht van deze (mij) onbekende dichteres! Zelf had ik niet zo'n moeite om achter dit gedicht een lesbische relatie te zoeken, hoe net het ook is. Het doet mij denken aan het overbekende Sonnet nr. 18 van Shakespeare (Shall I compare thee to a summer's day). Viel Shakespeare (ook) op mannen of probeerde hij stroop om iemands mond te smeren? Zeventiende eeuw, andere normen, andere dubbele bodems. Je kon toen dingen tegen iemand zeggen die nu alleen maar als amoureus zouden worden opgevat. Aan de andere kant: in de vroegmoderne tijd had je de zogenaamde vriendschapscultus: mannen met homoseksuele gevoelens werden, in een tijd waarin herenseks niet geaccepteerd werd, geacht een ongemeen diepe vriendschap voor elkaar te hebben, waar zelfs hun vrouwen niet tussen konden komen. Het kan best dat we hier met de vrouwelijke variant te maken hebben.

    Of sieraat hier de klemtoon op de laatste lettergreep heeft, weet ik niet zeker. De beste dichter laat wel eens een antimetrie vallen. Maar als het zo is, dan werd het woord in deze tijd nog niet volksetymologisch opgevat als samenstelling ("sier-raad"). Een samenstelling krijgt de klemtoon immers op het eerste lid.

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    8 augustus 2015 om 14:52

    Dank, ik had had nog niet aan die volksetymologische verklaring voor de vreemde klemtoon gedacht. Wel is de volgende vraag dan, wat er eerder was: de klemtoonverschuiving of de volksetymologie.

    Beantwoorden
  3. Erik de Smedt zegt

    8 augustus 2015 om 17:29

    In P.C. Hoofts gedicht voor zijn verloofde Christina van Erp (1610) ligt de klemtoon in elk geval ook op de tweede lettergreep van 'sieraad': 'Voochdesse van mijn siel, uytmuntend hooch cieraedt, / Die, op den top des lofs, in mynen sinne, staet'.

    Beantwoorden
  4. Redactie Neder-L zegt

    8 augustus 2015 om 21:55

    Dank je wel!

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Marc van OostendorpReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d