Door Marc van Oostendorp
Wat is het verschil tussen die vogel en deze? De betekenis van aanwijzende voornaamwoorden is een voortdurende zoektocht, maar er zijn nu nieuwe, experimentele gegevens. Maandag promoveert David Peeters in Nijmegen op een proefschrift over aanwijzende voornaamwoorden én over de betekenis van wijzen met je vinger.
Een belangrijk punt voor Peeters is dat wijzen niet ‘egocentrisch’ is. Veel analytici veronderstellen dat deze en dit betekenen: dicht bij mij, de spreker, terwijl die en dat betekenen: ver van mij af. De wereld wordt dus georganiseerd om de spreker heen.
Tegenover dat egocentrische beeld plaatst Peeters een ‘sociocentrisch’ perspectief.
Terwijl mensen met elkaar praten, creëren ze samen een ruimte – de ruimte van de dingen waarover ze praten, de ruimte van hun gezamelijke aandacht. Deze en dit verwijzen naar de dingen binnen die ruimte en die en dat naar dingen daarbuiten.
Vernuftig
In een van zijn experimenten laat Peeters bijvoorbeeld zien dat mensen meer hersenactiviteit vertoonden wanneer ze iemand die hoorde zeggen naar iets dat tussen de spreker en de hoorder instond, dan wanneer die persoon deze zei. Hoe groot de relatieve afstand tussen de spreker en dat ding was deed er niet toe. Iets wat heel dicht bij de luisteraar is, maar relatief ver weg van de spreker, is net zo goed deze.
Die gezamenlijke ruimte is niet alleen hetgeen zich fysiek tussen jou en mij bevindt. We kunnen die ruimte ook maken door zaken aan te wijzen. Met een aantal vernuftige experimenten laat Peeters zien dat ook het wijzen meer te maken heeft met een sociale gezamenlijke ruimte dan alleen met de psychologie van de spreker.
Berg hout
Peeters past zo in een onderzoekslijn die de laatste jaren de wind in de zeilen heeft: een die zegt dat ‘gezamenlijke aandacht’ een belangrijk onderscheidend kenmerk is van de menselijke soort. Zet twee mensen bij elkaar en ze creëren een gezamenlijke ruimte van de dingen waar ze nu even samen aandacht aan besteden. Er is ook geen diersoort dat zoveel verschillende betekenissen kan geven aan wijzende vingers: wijs een kleuter op een berg hout, en de kleuter kijkt er samen met jou naar. Terwijl de poes alleen aan je vinger komt ruiken.
Peeters bevindingen zijn daarom interessant – ook omdat ze niet alleen op het Nederlands van toepassing lijken (hij heeft sommige experimenten ook gedaan met sprekers van het Turks). Toch zou het interessant zijn ook nog wat andere talen in de beschouwing te betrekken.
Toscaans
Er zijn in Midden- en Zuid-Italië bijvoorbeeld veel dialecten die in plaats van het tweewaardige verschil tussen deze en die een driewaardig verschil maken. In het Toscaans is er bijvoorbeeld verschil tussen questo, codeso en quello. Meestal wordt dat geïnterpreteerd als dit-bij-mij, dit-bij-jou en dat. Die eerste twee breken de gezamelijke ruimte dus wel degelijk op in twee egocentrische gebieden. Het zou interessant zijn om te weten hoe die sprekers het doen in Peeters’ hersenscanner.
Laat een reactie achter