Voor de liefhebber van het onderwijs was het symposium dat Jaap van Marle, afgelopen vrijdag in Heerlen, organiseerde, een zware dag. Als thema had Van Marle het schoolvak Nederlands gekozen, en er was geloof ik niet één presentatie waarin het woordsaai geen prominente rol speelde.
Want dat blijkt het oordeel te zijn dat veel scholieren hebben: wanneer je schoolvakken ordent naar hoe leuk en interessant ze worden gevonden, eindigt Nederlands op de tiende plaats.
Het is een probleem met heel veel dimensies. De saaiheid wordt minstens voor een deel veroorzaakt door het feit dat scholieren (vwo’ers) het idee hebben dat ze in de brugklas een trucje leren (het trucje van de tekstverklaring: uitleggen in welk verband alinea 7-9 staan tot alinea 6) en dat trucje vervolgens zes jaar lang herhalen.
Onzinnige dingen
Dat is voor niemand goed. Voor de scholieren natuurlijk niet, die liever hun tijd aan iets interessanters besteden. Voor de leraren Nederlands niet, van wie het vak almaar in aanzien daalt. Voor de universitaire neerlandistiek niet, die de studenteninstroom almaar ziet dalen, omdat scholieren ten onrechte denken dat een studie Nederlands betekent dat je het trucje nóg vier jaar lang herhaalt (waarna je leraar wordt, en je de rest van je leven het verband tussen alinea’s aan pubers mag uitleggen).
Een cruciale probleem is dat het centraal eindexamen een groot deel van het schoolvak opeet. Scholen worden afgerekend op hun ‘prestaties’ bij dat eindexamen en zetten daar dus veel tijd op in. Bovendien worden er in het eindexamen onzinnige dingen gevraagd – kennis van argumentatie bijvoorbeeld, die met de praktijk buiten de school noch met het academisch onderzoek naar dit onderwerp veel te maken heeft.
Negens en tienen
Zeer deprimerend was daarom de lezing van de Leidse hoogleraar Taalbeheersing Ton van Haaften, die samen met een studente had onderzocht wat er nu precies aan argumentatie wordt onderwezen in de belangrijkste lesmethodes Nederlands voor de middelbare school (de markt wordt gedomineerd door drie grote uitgevers).
Daaruit bleek dat die methodes alle drie net wat anders onderwezen waar het om argumentatie ging, maar dat geen ervan wél aansluit op modernere inzichten en, nog verbazingwekkender: dat ze geen van allen dan wél aansloten op het eindexamen. In de schoolboeken leer je de ene bedenkelijke stof, tijdens het eindexamen wordt weer iets anders gevraagd. Van Haaften vond in ieder recent vwo-eindexamen minstens één vraag waarop je geen antwoord kon geven op basis van de leerboeken. Geen wonder dat er nauwelijks negens en tienen gehaald worden.
Ketenen
Er moet van alles gebeuren, maar één stap kan zijn de macht van de uitgevers te breken door als vak ervoor te zorgen dat er open access (gratis, via internet verspreid, maar eventueel via printing on demand af te drukken) leermateriaal komt. Tegen de prachtige kleurendruk van de dikke boeken van die uitgevers kunnen we niet op, maar misschien zijn er scholen die in plaats van fraai uitgegeven ongeïnspireerde saaiheid wel iets wat minder gelikts maar inhoudelijk uitdagenders (en veel verantwoorders) willen zetten.
Het is een heel werk, maar wie een team van leraren en academici bij elkaar zet, zou het moeten lukken. Wie durft het Nederlands uit zijn ketenen van saaiheid te ontzetten?
Lucas Seuren zegt
De ervaring komt me niet vreemd voor. Ik was op de middelbare school geen fan van Nederlands, en ik ken ook vrijwel niemand die het vak leuk vond. Maar eenmaal op de universiteit toen ik wat vakken van de opleiding ging volgen bleek het zo veel meer en leuker te zijn.
En dan krijg je opmerkingen als: Nederlands is een onzinstudie, je spreekt de taal al, waarom zou je het studeren. Er is nogal wat je noemt een verkeerd beeld. Zonde, want het is hartstikke leuk.
Gaston Dorren zegt
Ik herinner me tekstverklaring als iets schimmigs, een kennelijk noodzakelijk kwaad, even schijnbaar nutteloos als goniometrie, maar dan glibberiger. Teksten doorgronden heb ik volgens mij pas later geleerd, in de praktijk.
Bas Jongenelen zegt
Heeft iemand al eens onderzocht of er een verband is tussen het aantal uren dat aan taalbeheersing wordt besteed en het eindexamencijfer? Er zijn scholen waar, met name op de havo, amper tijd aan literatuuronderwijs wordt besteed (want niet centraal getoetst) ten gunste van argumentatieleer en tekstverklaring. Scoren deze scholen hoger op het CE dan scholen waar wel literatuuronderwijs gegeven wordt? (En bestaan er scholen waar taalkunde onderwezen wordt? Hoe scoren deze scholen?) Ik denk namelijk dat dit verband er niet is.
Robert Chamalaun zegt
Helaas herken ook ik het weinig positieve beeld dat leerlingen hebben van het schoolvak Nederlands. Naar mijn idee wordt het beeld versterkt doordat een duidelijke leerlijnenopbouw ontbreekt. Er is doorgaans onevenredig veel aandacht voor tekstverklaring, zeker in het examenjaar. Een helder leerlijnenplan kan voorkomen dat alle lestijd opgaat aan zoiets saais als tekstverklaring. Sowieso is weinig dodelijker voor motivatie dan steeds maar weer hetzelfde moeten doen. Overigens vind ik de conclusie dat nauwelijks negens en tienen gehaald worden als gevolg van matige leerboeken wat te kort door de bocht. Vooral het examen zelf, politieke keuzes en de schimmige totstandkoming van de N-term zijn mijns inziens als oorzaken aan te wijzen.
Op mijn school zijn we enkele jaren geleden op een heel andere manier gaan werken bij het vak Nederlands. Over deze werkwijze heb ik eerder een artikel gepubliceerd in Levende Talen (zie http://www.lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltm/issue/view/153). Het voordeel van werken in leerlijnen is dat je structureel aandacht besteedt aan alle vakonderdelen. Ik heb gemerkt dat er meer dan genoeg tijd is om leerlingen ook kennis te laten maken met de meer interessante onderdelen van het vak, zoals taalkunde.
Ik kan iedere docent Nederlands aanraden te gaan werken met een leerlijnenplan zoals wij dat doen op onze school. Het geeft de docent houvast, maar veel belangrijker, het maakt het vak voor leerlingen en docenten weer leuk. Vanuit het meesterschapsteam Nederlands – taalkunde/taalbeheersing is ook belangstelling het curriculum van het vak nader te onderzoeken. Het plan dat mijn sectie heeft gemaakt, sluit aan bij die belangstelling. Ik hoop dat meer docenten zich zullen melden. Ik bied me in ieder geval graag aan om mee te denken.
Robert Chamalaun
(docent Nederlands middelbare school / promovendus taalwetenschap Radboud Universiteit)
Bert de Vos zegt
Bekend verschijnsel, de saaiheid van het schoolvak Nederlands. Ook de SLO heeft in een trendrapportage dat verteld en geschetst wat er anders zou moeten (http://media.taalunieversum.org/hsnbundel/download/28/hsnbundel-28_1353.pdf )
Overigens is er een nieuwe lesmethode Nederlands op de markt die alles behalve saai is, die leerlingen opleidt tot steeds betere taalgebruikers en aansluit op alle exameneisen. Plot26. Zie http://www.plot26.nl