Door Esther Bouma
Op een volksuniversiteit in Berlijn (Tempelhof-Schöneberg) geef ik Nederlands. We geven ca. 75 cursussen per trimester op alle niveaus (A1-C1) met drie docenten, allen afkomstig uit Nederland.
Als docente ben ik altijd razend benieuwd naar de beweegredenen van de cursisten om Nederlands te leren en daar informeer ik dan ook altijd naar aan het begin van elke cursus. Behalve de voor-de-hand-liggende en rationele redenen zoals studie- en werkwensen, boeien mij vooral de emotionele redenen en ik krijg dan ook regelmatig de interessantste verhalen te horen waardoor ik o.a. ook zo van dit werk houd.
Boeiend is sowieso al dat in deze cursussen mensen samen leren in de leeftijd van ca. 18 tot 75 jaar. Omdat de cursisten een intrinsieke motivatie hebben Nederlands te leren en daardoor meestal erg gemotiveerd zijn, is het lesgeven buitengewoon aangenaam.
Vooral de oudere taalleerders hebben vaak bijzondere verhalen over hun ervaringen met -meestal-Nederland en het Nederlands.
Sinds enige tijd neemt een 75 jarige vrouw (een Duitse uit Sleeswijk-Holstein) aan mijn conversatiecursus deel. Tijdens de oorlog vluchtte zij samen met haar moeder uit Silezië,haar vader stierf in diezelfde oorlog, naar het noorden van Duitsland. Als tiener in de vijftiger jaren ging zij elke zomer alleen naar hetzelfde gezin in Nederland op vakantie.
Het Nederlandse gezin bestond uit een alleenstaande moeder (vader eveneens omgekomen in WOII) met 9 kinderen die daarnaast ook nog een transportbedrijf runde en kennelijk ook nog ruimte in haar hart had een Duits meisje in de zomervakanties op te nemen en dat lag aan het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw in Nederland toch niet zo voor de hand. Mijn cursiste leerde tijdens die vakanties steeds beter Nederlands in dat Zuid-Hollandse gezin en voelde een paar jaar geleden de behoefte weer contact te zoeken met die gezinsleden en met hen, uit respect, in het Nederlands te communiceren. Daarom kwam ze naar mijn conversatiecursus. Hoewel ze dacht dat ze alles was vergeten toen ze na 1955 de taal vrijwel niet meer hoorde of sprak en het contact verwaterde, komen er nu, na al die jaren, allerlei uitdrukkingen van toen weer naar boven tijdens de lessen en ik, die zelf uit Zuid-Holland kom, word met een Nederlands geconfronteerd uit een geheel andere tijd maar dat toch heel vertrouwd klinkt. Door haar verhaal ben ik me voor het thema „Kinderlandverschickung“ meer gaan interesseren en heb ook al veel gerechercheerd, maar ik interesseer me vooral voor de persoonlijke verhalen, ervaringen en talige belevenissen bezien vanuit een historisch perspectief en daar vind ik tot nog toe niet veel over, tenminste niet van mensen die in Nederland waren. Omdat ik er graag meer over wil schrijven, vraag ik hier:
Wie (docenten in Duitsland?) heeft zelf cursisten met deze ervaringen in haar/zijn lessen of kent zelf een Nederlands gezin dat een kind(eren) uit Duitsland opnam?
Graag een eventuele reactie naar esther.bouma@gmx.net
- https://de.wikipedia.org/wiki/Kinderlandverschickung
Het begrip is weliswaar ideologisch beladen door de nazitijd maar werd al in de late 19e eeuw gebruikt om kinderen uit arme en benadeelde gezinnen een vakantie te geven.
Marcel Plaatsman zegt
Dat zijn inderdaad boeiende verhalen!
Ook in Nederland werden er in de oorlogsjaren kinderen geëvacueerd, bijvoorbeeld in de hongerwinter, doen kinderen uit de grote steden werden overgebracht naar plattelandsgebieden waar nog wel eten was. Eerder al werden er o.m. evacuaties georganiseerd vanuit Den Helder, een stad die zwaar werd gebombardeerd door de geallieerden. Mijn grootmoeder was één van die geëvacueerden, ze kwam in Keinsmerbrug terecht (niet eens zo heel ver van Den Helder). Of dergelijke evacuaties hier ook door de Duitse bezetter geïnitieerd werden, en dus onderdeel waren van hetzelfde beleid, weet ik niet, het kan natuurlijk ook op initiatief van de Nederlandse autoriteiten (zij het onder Duits gezag) zijn gebeurd.
Esther Bouma zegt
Vermoedelijk kan het Rijksarchief voor oorlogsdocumentatie hier een antwoord op bieden.Tijdens WOII ging het binnen Duitsland om enorme aantallen kinderen (soms ook met hun moeders) die geëvacueerd werden naar veiliger gebieden maar ook Nederlandse kinderen uit NSB-gezinnen mochten "op vakantie" (klinkt toch wat cynisch in oorlogstijd) naar Oostenrijk of Duitsland. In het boek "kinderen van foute ouders" van Chris van der Heijden staan daarover enige verhalen. Mijn cursiste was echter na de oorlog, in de jaren 50, elke zomer in Nederland en dat heette toen nog steeds "Kinderlandverschickung." Vermoedelijk namen welzijnsorganisaties de organisatie op zich, zoals bijv. die Johanniter, en noemden het nog steeds Kinderlandverschickung. Opmerkelijk eraan vind ik dat relatief kort na de bezettingsperiode ook Nederland tot de reisdoelen behoorde en er gezinnen bereid waren een kind uit Duitsland op te nemen. (vermoedelijk wel tegen een vergoeding) Maar mijn cursiste werd erg liefdevol in dat gezin opgenomen en dat is zo groots van die Hollandse moeder.
Hans Beelen zegt
Aan de universiteit van Oldenburg heb ik ooit een cursus "Niederländisch für WissenschaftlerInnen" mogen geven, dus voor collega's van andere vakken die belangstelling hebben voor Nederlands. De 'studenten' waren zeer gemotiveerd, en een van de cursisten was een Berlijnse germanist/slavist, die als kind kort na de oorlog in een Nederlands gezin was opgenomen om bij te sterken. Bij die Nederlandse ouders ging hij nog elk jaar op bezoek, en het was te merken dat dat contact voor hem heel dierbaar was. Hij noemde zijn pleegvader (die eigenlijk Albert heette) liefkozend Appie. Op de universiteit was hij lange tijd een van de drijvende krachten achter de coöperatie met de Noordelijke Hogeschool. Inmiddels zijn de pleegouders overleden, en de collega is met pensioen, maar ik kom hem nog regelmatig tegen in de stad, en dan praten we altijd even Nederlands met elkaar. Hij is een polyglot, spreekt ook vloeiend Russisch en Turks, was gespecialiseerd in DaF, wie weet heeft die vroege ervaring van ondergedompeld te worden in een anderstalige omgeving daaraan een en ander bijgedragen.
Esther Bouma zegt
Dankjewel Hans voor je reactie, ook een heel bijzonder verhaal! Eveneens opmerkelijk dat deze man al zo kort na de oorlog als kind al in Nederland was. Ik denk dat het heel interessant zou zijn om uit te zoeken welke Duitse/Nederlandse organisaties deze bemiddeling op zich namen en de historische feiten te combineren met de persoonlijke ervaringen van die kinderen van toen en de Nederlandse pleegouders. De tijd dringt want die kinderen van toen zijn nu op leeftijd. Als je jouw kennis tegenkomt, zou je hem dan willen vragen of hij bereid zou zijn, zijn ervaringen op te laten tekenen?