Stel dat iemand je vertelt dat ‘de biefstukken voor de helft gaar’ zijn, dan weet je nog steeds niet veel. Althans, de zin kan minstens twee dingen betekenen: we hebben laten we zeggen 10 biefstukken, en daarvan is de helft gaar. Of alle tien biefstukken hebben de helft van de tijd in de pan gezeten die nodig zou zijn om echt gaar te zijn.
Toegegeven, het is het soort problemen waar je meestal best mee kunt leven; maar in een nieuw verschenen manuscript laten de taalkundigen Laura Aldridge en Ad Neeleman zien dat er ook een aardige puzzel mee is. Neem bijvoorbeeld de zinsnede (A&N; geven hun voorbeelden in het Engels, maar je kunt ze makkelijk vertalen):
- De biefstukken zijn voor de helft voor driekwart gaar.
Je kunt namelijk ook nog in het enkelvoud zeggen ‘de biefstuk is half gaar’, en dat heeft ook weer twee betekenissen (de biefstuk is niet helemaal doorbakken, of de helft van de biefstuk heeft in de pan gelegen). Nu kun je die betekenissen combineren:
- De biefstukken zijn voor driekwart voor de helft helemaal gaar.
- De biefstukken zijn voor de helft voor de helft voor de helft gaar.
Lucas Seuren zegt
Die intuïtieve volgorde is grappig inderdaad, zeker omdat dit soort zinnen (vrijwel) nooit zal voorkomen. Al moet ik wel kennen, die laatste zin kan ik met geen mogelijkheid parsen. Ik heb al enorm veel moeite om betekenis te halen uit de zin ervoor. En ik durf niet te garanderen dat ik de betekenis niet baseer op de gegeven uitleg, waarmee de zin dus niet langer op de beschreven manier functioneert (hij functioneert immers niet).
wildplasser zegt
Linkje klopt niet, ik denk dat Marc deze bedoelt:
http://ling.auf.net/lingbuzz/002741
Marc van Oostendorp zegt
Het kost inderdaad enige moeite. Maar ik geloof dat het in ieder geval niet mogelijk is de interpretatie om te draaien, hoeveel moeite ik ook doe. Dat lijkt me het punt van dit paper.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, daar ging iets mis, dank!
Lucas Seuren zegt
Dat sowieso, maar ik bedoel dus te zeggen dat als je de eerste lezing al niet krijgt, omdraaien geen zinnig criterium meer is.
Dat inzoomen is een leuke hypothese overigens, maar je kunt er ook anders naar kijken. Het subject moet voor het predicaat komen. Je kunt wel zeggen "de helft van de biefstukken is voor driekwart gaar" "driekwart van de biefstukken is voor de helft helemaal gaar", maar als je iets anders gaat doen krijg je Yoda-taal: "Half-gare biefstukken is driekwart voor de helft," of "driekwartgare biefstukken zijn de helft."
Dus mogelijk dat de eerste geïnterpreteerd wordt als bepaling bij de set, omdat je iets zegt over die set. Het is waar je een uitspraak over doet, en die uitspraak moet na het subject komen.