• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Ontheemde talen

29 december 2015 door Redactie Neder-L Reageer

Door Leonie Cornips


Begin jaren tachtig vertrok ik voor mijn studie naar Amsterdam. In de eerste week verloor ik al meteen mijn paspoort. Bij de balie van het politiebureau waar ik aangifte doe, luistert een meneer aandachtig naar mijn verhaal. Hij vertelt me dat ik voor aangifte naar boven moet. Ik loop naar de eerste verdieping en wacht in een lange rij. Net als ik het juiste kantoor binnenloop, zie ik vanuit mijn ooghoek het bordje vreemdelingenpolitie hangen. Ik ben erg verbaasd,  maar ja, net in Amsterdam. Ik vertel mijn verhaal aan de dienstdoende agent en tot mijn verrassing zegt hij: ‘Je kan geen aangifte doen want je zal eerst moeten bewijzen dat je Nederlander bent want met zo’n afwijkend accent ben je eerder een Duitser of Belg.’ Achteraf denk ik dat hij een Amsterdams grapje met me uithaalde maar in die tijd begreep ik dat niet. 

Nu is dit verhaal natuurlijk niet uniek.

Veel meer mensen hebben het gevoel dat ze talig ‘tussen plekken’ zweven. In het noorden vertellen ze me na vijfendertig jaar dat ik in het zuiden thuishoor en in het zuiden plaatsen ze me in het noorden. Blijkbaar is hoe we spreken direct aan een plek verankerd en hoort Nederlands thuis binnen de grenzen van Nederland, Frans binnen de grenzen van Frankrijk en Wieërts in Weert. Maar hoewel we de relatie tussen taal en plek als permanent ervaren en als natuurlijk en vanzelfsprekend, is het idee dat een taal gekoppeld is aan een plek nog niet zo oud. Het idee krijgt vaste vorm na 1848 wanneer in Europa de moderne natiestaten ontstaan: Duitsland en Italië en centralisatie van Nederland en Frankrijk. Een van de belangrijkste argumenten in die tijd voor een eigen staat is dat volkeren wezenlijk van elkaar verschillen en dat taal die verschillen weerspiegelt. In die tijd krijgt het idee vaste vorm dat er zoiets als het Nederlands of het Frans of het Duits bestaat. Het Nederlands vatten we vanaf die tijd op als een taal die geen variatie kent en niet verandert – dus iedereen spreekt gelijk aan elkaar en altijd hetzelfde – en dat Nederlands is haarscherp van andere talen zoals het Duits te onderscheiden. Vanaf die tijd kunnen we talen tellen: Nederlands, Engels, Duits… Dit idee zien we ook terug in gedachten over dialecten. Leerlingen met hun profielwerkstuk vragen altijd hoeveel dialecten er in Limburg zijn. Het idee dat we dialecten net als talen in talige kenmerken probleemloos van elkaar kunnen onderscheiden, is dus nog niet zo oud maar wel erg diep ingesleten.


Maar het idee van een vaste verbinding tussen taal en plek begint flinke scheuren te vertonen. In het verleden was dit idee goed te handhaven omdat in taalkundig onderzoek de aandacht uitging naar mensen die in één plek opgroeien en wonen. Maar mensen zijn altijd mobiel geweest en nu valt die mobiliteit niet meer te negeren. Mensen zijn gedwongen hun land te verlaten of verplaatsen zich voor werk, scholing en liefde. Mensen die circuleren brengen nieuwe manieren van spreken voort. Het Nederlands veranderde altijd al, maar het valt nu op. Een alternatief om met het veranderende Nederlands om te gaan, is het idee van een vaste relatie tussen taal en plek los te laten. Taal is niet het bezit van een land maar aan sprekers en de betekenissen die ze uitdrukken in verschillende situaties. Die sprekers kunnen woorden en andere talige bouwstenen eindeloos met elkaar combineren. Wij doen dat net als onze voorouders. In deze zin staan zes woorden die vroeger uit andere talen ontleend zijn: Ik wil een kamer reserveren via mijn computer op mijn buro. Ik betaal met doekoe. Zijn die zes woorden nog te herkennen? 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: columns Leonie Cornips, taalcontact, taalkunde

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Edwin Fagel • Ik antwoord de conducteur goedenavond

Ik antwoord de conducteur goedenavond
zoals ik amen antwoord op de hostie
ik volg de structuren van de samenleving
ik houd me aan de regels.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

WINTERMORGEN

Vastgeworteld in de richting van het waaien,
in die dromen scheefgegroeid bukken de bomen.
Elke ochtend in de wind die een maaier nabootst
en het bewegen van wie zand graaft, raap ik tussen
stammen, zoek ik talmend, breek ik berketakken. [lees meer]

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1901 Pierre Boyens
sterfdag
1891 Jan Beckering Vinckers
1933 Johan Kern
1951 Jacoba van Lessen
2024 Erik Brus
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise de Vos – Van alles de laatste

Elise de Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d