• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Tot haer de vlam verslin’

12 december 2015 door Marc van Oostendorp 4 Reacties

Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (50)
Het Nederlandse sonnet bestaat 450 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?

Door Marc van Oostendorp

Laten we er geen doekjes om winden: sommige spraakklanken tellen nu eenmaal zwaarder dan andere. Een toonloze e, de sjwa, is een de sukkel onder de klinkers: zodra hij naast een krachtiger broeder komt te staan, delft hij het onderspit. En iedere broeder is een krachtiger, zodat de dichter d’aarde kan zeggen, of d’oorlog, of d’oen, als het zo uitkomt voor het ritme.
Onder de medeklinkers is die loserrol aan de d en de t toegemeten, zoals je bijvoorbeeld kunt aflezen aan dit sonnet van P.C. Hooft:

Doen ’t eerste mael verscheen, in mijner ooghen zin,
Die krujfde zijd’ waer af jck self mijn banden strengel,
En ’t dubbel starrelicht, waer om jck leg en hengel,
Gelijk de mug om toorts, tot haer de vlam verslin’,
En ’t hejligh aengezicht dat jck beschonken vin
Met errenst ende lagh van minnelijk gemengel,
Zagh jck vw’ schoonheit aen voor eenen enklen engel,
Mijn lieve licht; en steekt daer noch een engel in?
De zujvre goelijkheên der hemelhoofsche knaepen,
Zijn, naermen ons vermelt, alleen van geest geschaepen,
Men heeft ‘er aen hetgeen aenschouwt wordt, meerder niet.
Onzichbre geest, wiens gunst d’ onwaerdighe komt stoven,
(Wat sweemt der gotheit bet?) in v gespeurt wordt, boven
Een engelsche gedaent zoo klaer dat mensch ze ziet.


Een enkele keer geeft de schrijver in de spelling aan dat er een klank moet worden ingeslikt. Bij de sjwa gebeurt dat meestal met een apostrof (’t, d’), en in dit geval doet Hooft dat ook twee keer voor een d of t: aan het begin (‘er) en aan het eind van een woord (verslin’). Eén keer wordt een d weggelaten binnen in een woord; dat wordt dan met een accent circonflex weergegeven (goelijkheên – overigens is natuurlijk ook de d van goed daar in zekere zin weggelaten).

Het zijn precies die klanken die we, nog steeds en ook als we geen sonnetten schrijven, makkelijk inslikken: Hij loop’ op straat, ongeloof’lijk. De reden waarom het precies deze klanken zijn, is waarschijnlijk dat het klanken zijn met een relatief lage informatiewaarde. Ze zijn heel gemakkelijk te maken. Een sjwa zeggen is een kwestie van je mond opendoen: de eenvoudigste klinker. Om een een d of t zeggen, hoef je alleen het puntje van je tong op te tillen: de eenvoudigste medeklinkers. Maar juist omdat ze zo makkelijk zijn kun je ze zonder veel gebrek aan informatie toevoegen (brommert, vollek) of weglaten. (Ik heb hierover meer geschreven in de Klankencylopedie: ə, t).

De eind-sjwa van de eerste persoon enkelvoud was voor Hooft kennelijk al verdwenen: hij schrijft ick leg in plaats van ick legge. 

En een keer neemt die uitgang zelfs ook de slot-d met zich mee: dat ick beschonken vin. Hooft von het kennelijk zelfs niet nodig om daar een apostrof voor te plaatsen, en gelijk had hij. Onze officiëe spelling sjokt al eeuwenlang achter deze feiten aan, maar feitelijk zeggen we natuurlijk allemaal al heel erg lang ik vin.


Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 17e eeuw, 196 sonnetten, letterkunde, P.C. Hooft, poëzie, sonnet

Lees Interacties

Reacties

  1. Freek Van de Velde zegt

    13 december 2015 om 12:29

    Leuk stukje alweer, met die brug van letterkunde naar taalkunde (Soms denk ik: als de academische overheid hier maar geen lucht van krijgt, want als ze in de gaten hebben dat je expertise op beide terreinen kunt hebben, dan kan je redeneren: het kan ook wel met een mannetje (m/v) minder op de faculteit). Maar over die "loserrol" van t en d: ik zou eerder denken dat de loserrol voor de h is. Die heeft in tal van dialecten geen fonemische waarde en is in het Nederlands in de loop van de geschiedenis opgelost in rook in sommige posities. Woorden als 'tien' en 'zien' hadden bijvoorbeeld vroeger een h, zoals je in de Duitse varianten nog kunt zien in de spelling. Of vind je de h geen echte medeklinker?

    Beantwoorden
  2. Wouter Steenbeek zegt

    13 december 2015 om 17:41

    Aan het einde van een frase zeg ik nooit "ik vin", en ik snap niet hoe u bij het tegendeel komt. Wel is het waarschijnlijk dat die -d door de standaardtaal is heringevoerd. De officiële spelling loopt lang niet altijd achter de feiten aan. Een taalnorm wordt niet altijd met vertraging van onderop bepaald, ze heeft heel vaak van bovenaf invloed op de spreektaal. Vaak zelfs met de botte bijl (denk maar aan het verdwijnen van dialecten) maar ook op een subtielere manier.

    Het was de moeite waard geweest als u dat onderkend had; ik mag hopen dat dit verschijnsel in een van de 146 nakomende afleveringen nog aan bod komt.

    Beantwoorden
  3. Marc van Oostendorp zegt

    13 december 2015 om 19:17

    Je raakt hier aan een aantal discussies die al heel lang woeden in de fonologie en waar eigenlijk (in ieder geval volgens mij) geen bevredigende oplossing voor is. Inderdaad zijn de h (en misschien de glottisslag, dat is nog weer een verhaal apart) misschien nóg wel ongemarkeerder dan d en t.
    Een mogelijke oplossing is om te zeggen dat h geen echte medeklinker is, maar een aspiratiekenmerk op de klinker. Toevallig heb ik onlangs over die oplossing geschreven, maar zoals ik daar uitleg, is dat volgens mij toch ook niet de definitieve oplossing.

    Beantwoorden
  4. Inge Boulonois zegt

    29 december 2015 om 15:16

    "feitelijk zeggen we natuurlijk allemaal al heel erg lang ik vin"
    Ook ik zeg nooit "ik vin" en ook in mijn omgeving hoor ik dat zelden. De eerste keer dat ik daarvan kennis nam, was in Gorters "Zie je,ik vin je zoo lief." Ik lees nu dat P.C. Hooft hem eeuwen eerder is voorgegaan. Nou houd ik niet zo van ingeslikte klanken, maar als dat fenomeen zijn oorsprong heeft in de rijmdwang der dichtkunst, zal ik er voortaan anders naar luisteren 😉 Ik vraag me af of er ooit onderzoek gedaan is naar het effect van populaire poëzie op het concrete taalgebruik.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Inge BoulonoisReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

J.W. Schulte Noordholt • Adieu

Nu vannacht, het hele huis ligt open,
ik zit in de blote eeuwigheid,
en ik laat mij door de regen dopen
voor een zachte dood, ik ben bereid.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

WINTERMORGEN

Vastgeworteld in de richting van het waaien,
in die dromen scheefgegroeid bukken de bomen.
Elke ochtend in de wind die een maaier nabootst
en het bewegen van wie zand graaft, raap ik tussen
stammen, zoek ik talmend, breek ik berketakken. [lees meer]

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1933 Wim Hendriks
1948 Hans den Besten
sterfdag
1831 Willem Bilderdijk
➔ Neerlandicikalender

Media

Elise de Vos – Van alles de laatste

Elise de Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Annemarie Nauta over Turks Fruit (1972)

Annemarie Nauta over Turks Fruit (1972)

15 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d