• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Hé natuur!

13 februari 2016 door Marc van Oostendorp 8 Reacties

Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (59)
Het Nederlandse sonnet bestaat 451 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?


Door Marc van Oostendorp

Op het Canarisch eiland La Gomera kunnen ze hun zinnen fluiten: ze hebben een manier gevonden om klinkers en medeklinkers om te zetten in fluitbare signalen, zodat herders bijvoorbeeld over grote afstand kunnen praten. 
Van belang is daarbij dat ze wanneer ze beginnen te fluiten eerst hun gesprekspartner aan te spreken: ‘A Maria’, ‘A Ricardo’, enzovoort. Vooral die A is van belang: daardoor weet de lezer wat de basistoon is waarop gefloten wordt. Alleen zo kun je de volgende uitspraak zo interpreteren. 
Misschien is ook in gesproken taal A, of in het Nederlands o  (‘”O knaap,” sprak de regter, en deed zich geweld’) wel ontstaan. Voor je iemand aanspreekt zeg je kort iets betekenisloos, zodat die ander alvast aan je stem kan wennen, je toonhoogte, je klankkleur.

Alleen, als dat de verklaring is, waarom doen we dat dan eigenlijk niet meer? Niet meer zoals in de achttiende eeuw Juliana Cornelia de Lannoy het nog wel deed:


De wonderbaare daad

Met recht, ô Herkules! roemt elk uw groote daaden:
Wat schrikdier heeft uw wieg ooit strafloos aangerand?
Moest Lerna’s wreed gedrocht niet vallen door uw hand?
Hebt gij Cerbeer’ niet zelv’ met ketenen belaaden?

En gij, Hebreeuwsche Held, door Delila verraaden,
Wie was u ooit gelijk, die Leeuwen overmant?
Die op een’ steilen berg de Poort van Gaza plant,
En Tempels nederschudt gelijk verdorde bladen?

Maar wijk, ô Simson, wijk: gij ook, Alcmena’s Zoon:
Een Vrouw, een teedre Maagd, stelt eedler kracht ten toon,
Waar toe hebt ge, ô Natuur, mijn zwakke Sex verkoozen?

Hoor Neêrland! hoor een daad, die nimmer volk vernam!
De wakkre Fortia, de glorie van haar stam….
Maar zacht, zij mint geen’ lof, ik wil haar niet doen bloozen.

Er klinkt natuurlijk een ironische ondertoon in dit gedicht: van mannen als Herkules en Samson worden de heldendaden op heroïsche wijze bezongen en daarom worden ze aangesproken met ô. Vrouwen zoals Fortia die eigenlijk – de naam zegt het al – misschien wel veel sterker zijn worden niet zo aangesproken.

Ô is dus voor De Lannoy al iets ouderwets, iets vreselijk literairs, iets van grootse heldendichten over mannen en iets veel minders over het dagelijks leven van vrouwen die je niet eens mág loven omdat ze dan gaan blozen.

Het zou interessant zijn om eens een geschiedenis van dat ô te lezen. Het moet ooit bij ons net zo gewoon zijn als nu op La Gomera – of bijvoorbeeld in het zuiden van Italië, waar mensen elkaar ook nog aanspreken als a Mari’, a fra (broer). Wij hebben nu alleen nog hé, dat sommige mensen wel permanent zo gebruiken (hé Marc, wat ik nu gelezen heb), maar andere mensen ook helemaal niet en dat je dus nauwelijks een verplicht onderdeel van de Nederlandse grammatica kunt noemen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 18e eeuw, 196 sonnetten, sonnet

Lees Interacties

Reacties

  1. Jona Lendering zegt

    13 februari 2016 om 08:20

    Was die begin-A niet ooit, in PIE-tijden, een aparte klank, die verloren is gegaan? Ik heb dat wel eens gehoord ter verklaring van het feit dat in veel boekregisters de A zo'n lang lemma is: het bevat woorden die met een echte A beginnen en woorden die met zo'n PIE-A beginnen.

    Of heb ik de klok horen luiden zonder te weten waar de klepel hangt?

    In elk geval: een fijn stukje met een aardig gedicht.

    Beantwoorden
  2. Ton Harmsen zegt

    13 februari 2016 om 11:35

    Het is niet raar dat Fortia niet met ô wordt aangesproken, want De Lannoy spreekt niet haar aan, maar Nederland. Hercules en Simson worden opgeroepen met een apostrophe, Literaire ouderwetsheid en masculiene heroïek is hier dus niet in het geding. En trouwens, de Natuur (de Schepping) die zij ook met ô aanspreekt is een vrouw. Maar de geschiedenis van ô is een mooi onderwerp.

    Beantwoorden
  3. Marc van Oostendorp zegt

    13 februari 2016 om 17:03

    Dat de natuur ook wordt aangesproken en natuurlijk ook vrouwelijk is, dat had ik over het hoofd gezien en verzwakt natuurlijk een beetje het argument.
    Aan de andere kant: de vraag is natuurlijk waarom Fortia niet wordt aangesproken, maar in haar plaats Nederland?

    Beantwoorden
  4. Anoniem zegt

    13 februari 2016 om 19:12

    De 'o' lijkt daar vooral te staan om metrische redenen. Gedichten van De Lannoy zonder de apostrof 'o' zijn veeleer de uitzondering. Een greep uit de eerste 125 bladzijden van haar 'Dichtkundige werken' (1780):

    – 'o Bijland' (39)
    – 'o Rampspoed' (45)
    – 'o Gij' (85)
    – 'o Schepper aller dingen' (88)
    – 'o Dankbaarheid' (89, 90)
    – 'o Neêrland' (91)
    – 'o cieraad' (94)
    – 'o Medestervelingen' (94)
    – 'o Neêrlands welbehaagen' (96)
    – 'o Wijsheids-Voedster' (96)
    – 'o Leyden' (96)
    – 'o Blijde taak' (97)
    – 'o van der Does' (97)
    – 'o Leyden' (99)
    – 'o Baldes' (99)
    – 'o roem' (101)
    – 'o Burgervaderen' (102)
    – 'o Leyden' (103)
    – 'o Leydens Braaven' (107)
    – 'o Vrijheids echte Zoonen' (109)
    – 'o schoonheid' (111)
    – 'o Gij' (112)
    – 'o Perponcher' (112)
    – 'o Morgensterren' (114)
    – 'o Troost en heul' (114)
    – 'o lust der Hemelchooren' (118)
    – 'o Demiurgos' (120)
    – 'o Rede! o gaaf van 't Alvermogen' (120)
    – 'o Dichtren' (122)
    – 'o David' (125)
    – 'o Godsdienst' (125)

    Beantwoorden
  5. Marc van Oostendorp zegt

    13 februari 2016 om 19:46

    Dat is indrukwekkend. Maar waar leidt u uit af dat ze daar vooral staan om 'metrische redenen'?

    Beantwoorden
  6. Anoniem zegt

    13 februari 2016 om 21:14

    De Lannoy schreef jambische verzen. De meeste voorbeelden die ik hierboven heb geciteerd, komen voor aan het begin van een versregel. Als de naam van de of het bezongene met een beklemtoonde lettergreep begint, is een voorafgaande onbeklemtoonde syllabe nodig. In zulke gevallen voldoet de ‘o’ prima. De ‘o’ is nagenoeg betekenisloos en kan naar believen ingelast worden (of weggelaten). De Lannoy gebruikt bijvoorbeeld ook vaak het tussenwerpsel ‘Ei’ om de onbeklemtoonde lettergreepplaats op te vullen.

    Neem de volgende regels uit een van De Lannoys lofdichten:

    Ik zing o van der Does uw’ lof!
    ’k Zal, van de Werf, uw’ roem verbreiden!
    Van Hout, zoo waard aan ’t dankbaar Leyden!
    (p. 97)

    Waarom staat er een ‘o’ bij ‘van der Does’ en niet bij de andere namen? Omdat de ‘o’ alleen in dit vers nodig is voor het metrum. Vandaar dat De Lannoy enkele regels verder schrijft ‘Mijn van der Does!’ (p. 100), waarbij ook ‘Mijn’ semantisch leeg is maar metrisch noodzakelijk.

    Waarom krijgt in het door u geciteerde sonnet Simson pas in vers 9 zijn ‘ô’ en niet in vers 5 hoewel hij daar voor het eerst wordt toegesproken? Omdat ‘ô’ metrisch niet meer past tussen ‘En gij’ en ‘Hebreeuwsche’. De ‘En’ in vers 5 vervult overigens dezelfde metrische functie als ‘ô’ en is betekenisloos.

    Kortom, de ‘ô’ is mijns inziens een metrische stoplap. Er valt niet veel aan te interpreteren, vooral als men ziet hoe veelvuldig de ‘o’ (en ‘ei’) voorkomt bij De Lannoy.

    Beantwoorden
  7. Marcel Plaatsman zegt

    14 februari 2016 om 09:44

    Het is een punt van discussie of het Proto-Indo-Europees wel een *a had. Meestal worden alleen *e en *o gereconstrueerd, uit die klanken zou dan, onder invloed van naburige medeklinkers, later ook *a zijn ontstaan. Andere onderzoekers veronderstellen dat er in een beperkt aantal stammen toch al eerder een *a voorkwam, maar dat is dus niet algemeen aanvaard.

    Raar is het wel, een taal zonder a-achtige klank, zoiets komt in de moderne talen eigenlijk niet voor, zelfs talen met heel weinig klinkers hebben toch een a. Dat veel mensen deze klinker dus ook voor het PIE aannemen is dus niet zo gek.

    Maar dan het woordenboek… In de reconstructie wordt er vaak van uitgegaan dat PIE-stammen niet met een klinker konden beginnen. Een *e voorafgegaan door zo'n beïnvloedende medeklinker (H2, in de reconstructie) zou in de latere talen wel een begin-a hebben opgeleverd, voor zover die niet ook al weer in een andere klinker veranderde. Voor onze moderne woordenboeken zal het PIE dus wel niet zo'n beslissende rol spelen.

    Beantwoorden
  8. Marc van Oostendorp zegt

    14 februari 2016 om 10:08

    De redenering kan ik volgen. Naar mijn smaak zou je haar wel op grotere schaal dan met alleen een paar voorbeelden willen aantonen, maar ondanks uw anonimiteit vertrouw ik vooralsnog op uw kennis. De vraag is natuurlijk wel: waarom het probleem op deze manier opgelost? Waarom in de eerste van de door u aangehaalde regels niet

    k Zal eedle Van der Does uw' lof!

    of zoiets?

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Jona LenderingReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d