• Willy Vandeweghe over McCrae’s gedicht en over Lanoye’s vertaling (+ origineel).
IN VLAAMSE VELDEN
In Vlaamse velden klappen rozen open
Tussen witte kruisjes, rij op rij,
Die onze plaats hier merken, wijl in ’t zwerk
De leeuweriken fluitend werken, onverhoord
Verstomd door het gebulder op de grond.
Wij zijn de Doden. Zo–even leefden wij.
Wij dronken dauw. De zon zagen wij zakken.
Wij kusten en werden gekust. Nu rusten wij
In Vlaamse velden voor de Vlaamse kust.
Toe: trekt gij u ons krakeel aan met de vijand.
Aan u passeren wij, met zwakke hand, de fakkel.
Houdt hem hoog. Weest gíj de helden. Laten de Doden
Die wij zijn niet stikken of wij vinden slaap noch
Vrede – ook al klappen zoveel rozen open
In zovele Vlaamse velden.
John McCrae (1872-1918)
vertaling Tom Lanoye (1958)
uit: Niemandsland. Gedichten uit de Groote Oorlog (2002)
- John Mccrae / Tom Lanoye
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail. Aanmelden.
Bart Buzeman zegt
Dit gedicht wordt in het Engels elk jaar voor gedragen door een Engelsman tijdens de Remembrance Day in Monnickendam. Hierbij zijn de Engelse ambassade, de Nederlandse krijgsmacht vertegenwoordigd alsmede de Gemeente Waterland in de persoon van de burgemeester.