ZOMERNACHT
Ik stond op ‘t duin onder maanlichte lucht,
Rein blauw, dat plechtig rees en teeder helde,
– Of ‘t aarde omveilgen wou – ver achter velden,
En ijle boomenlaan naar klein gehucht,
En stille duinrij, ingeslapen vlucht
Van doffe golven naast de lichtdoorwelde
Woelgolven van de zee. De lucht vertelde:
‘k Hoorde altijd graag naar ‘t spreken van de lucht.
En in mij vingen aan, dankblij, te zingen
Uit lichtetijden lichterinneringen
Glanswoorden vol van liefde: vleugelwoorden,
Die altijd hooger ruischten; vredewoorden,
Die altijd heller straalden, tot zij blonken,
In ‘t blauw verspreid, als eeuw’ge sterrevonken.
Marie Boddaert (1844-1914)
uit: Serena (1898)
- Marie Boddaert: wikipedia • dbnl • gedichten
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail. Aanmelden.
Laat een reactie achter