ZELFSVERZUIM
Waartoe gebruikt gij dat doordringend fijn verstand,
Daar zich, o mens! uw hoogmoed meê kan vleien?
Gij kent de krachten van metalen, kruiderijen,
De zeden, ‘t staatsbestuur van elk bijzonder land;
Zelfs de oorzaak van de wind, de rijm* en ‘t bliksembraken,
Der hemellichten loop, hun uitgestrekt gebied:
En doorgeleerd in al die zaken,
Zo kent gij nog u zelve niet.
Zara Maria van Zon (1692-1755)
uit: Stichtelijke gedichten (1756)
- Zara Maria van Zon: vrouwenlexicon • dbnl • Stichtelijke gedichten
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail. Aanmelden.
Laat een reactie achter