Linda-Lou
Mijn Linda-Lou verblijft onthecht
en roerloos in een gladde kist.
Twee cent zijn op haar blik gelegd.
Naar mij wordt, lees ik hier, gedregd.
Men heeft haar lichaam opgevist
onder Terhorne, in de mist.
In kleine letters staat gezegd
wat men vermoedt en zoal gist.
Laat ze maar raden, Linda-Lou.
We weten zelf het best hoe moe
we elkaar waren – godnogtoe.
Ik vouw mijn krant op en betaal
twee Bokma’s, telefoon en maal.
Mijn hoed, mijn regenjas, mijn sjaal.
Hendrik van Teylingen (1938-1998)
- Hendrik van Teylingen: schrijversinfo • wat gedichten • wikipedia • dbnl • in memoriam
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail. Aanmelden.
Laat een reactie achter