Kind in sneeuw
De sneeuwvlinders fladderen wild
laag langs het betonnen plafond
en vinden geen uitweg dan sterven,
het pad nergens heen wordt al slik.
Maar ’t gras is een pasverschoond bed,
de lakens nog koud en kraakwit,
waarop met een o in de mond
– een noot voor zijn kaken te groot –
en kogels van ogen zo rond
het kind als een eekhoorn doodstil
zich maar te verwonderen zit.
Herluf van Merlet (1900-1965)
uit: Per saldo (1961)
- Herluf van Merlet: dbnl • citaten • npe • schrijversinfo
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail. Aanmelden.
Laat een reactie achter