Door Marc van Oostendorp
Er is al vaker geschreven over het verschil tussen veel en vele, maar de 33 pagina’s die de Utrechtse taalkundige Eddy Ruys eraan wijdt in het wetenschappelijke blad Glossa laten ineens allerlei nieuwe kanten van dit paar zien.
Er is om te beginnen een verschil tussen niet-telbare stofnamen zoals wijn en telbare woorden als flessen:
- veel boeken
- vele boeke
- veel wijn
- vele wijn (uitgesloten)
Op het eerste gezicht doet het feit dat vele op een –e eindigt vermoeden dat we hier een bijvoeglijk naamwoord te pakken hebben: zoals we naast fijn de vorm fijne hebben, zo hebben we naast veel vele. Alleen reageert fijn heel anders op deze woorden:
- fijn boeken (uitgesloten)
- fijne boeken
- fijn wijn (uitgesloten)
- fijne wijn
Meerdere wijn
Zo simpel zit het dus niet in elkaar en net als de meeste andere taalgeleerden die zich over deze kwestie gebogen hebben, neemt Ruys aan dat veel en vele twee verschillende woorden zijn.
Alleen gaan de anderen er dan vanuit dat veel een soort (vaag) telwoord is (zoiets als drie) en vele, vanwege die uitgang, een bijvoeglijk naamwoord.
Volgens Ruys is het precies andersom: vele is het telwoord, en veel juist een bijvoeglijk naamwoord. Inderdaad doet vele in onze test ongeveer hetzelfde als drie of een vage hoeveelheidsaanduiding zoals meerdere:
- drie flessen
- drie wijn [uitgesloten]
- meerder(e) wijn [uitgesloten]
(Het zit natuurlijk iets ingewikkelder in elkaar, in die zin dat ‘drie wijn’ wel degelijk gezegd wordt, maar dan heeft het een heel specifieke betekenis, namelijk ‘drie glazen wijn’. Het is mij niet helemaal duidelijk waarom vele wijn niet ook zo kan werken, dus dat het kan betekenen ‘vele glazen wijn’, maar dit terzijde.)
Vage aanduidingen
Ruys geeft een aantal interessante argumenten voor deze op het gezicht nogal verrassende analyse. Zo kun je veel wél voorzien van een graadaanduider zoals nogal, en vele niet:
- nogal veel flessen
- nogal veel wijn
- nogal vele flessen [uitgesloten]
- nogal vele wijn [nog uitgeslotener]
Nogal gaat ook prima met (andere) bijvoeglijk naamwoorden en juist niet met telwoorden of met vage aanduidingen van een hoeveelheid:
- nogal fijne flessen
- nogal drie flessen [uitgesloten]
- nogal meerdere flessen [uitgesloten]
Kind van acht
Er is ook een interessant verschil tussen veel boeken en vele boeken. De eerste kun je relativeren met een bijgeplaatst zinsdeel als ‘voor een kind van acht’ en de tweede niet:
- Tessa leest veel boeken voor een kind van acht.
- Tessa leest vele boeken voor een kind van acht. [uitgesloten]
Wat dat betreft lijkt veel weer op een bijvoeglijk naamwoord en vele op een telwoord of vage getalsaanduiding:
- Tessa leest dikke boeken voor een kind van acht.
- Tessa leest meerdere boeken voor een kind van acht. [uitgesloten]
Ik vind
Nog een voorbeeld is dat je veel wel kunt gebruiken bij het uitspreken van een oordeel, en vele niet:
- Ik vind dat Tessa veel boeken leest.
- Ik vind dat Tessa vele boeken leest. [uitgesloten]
Ook hierin lijkt veel weer meer op een bijvoeglijk naamwoord, en vele op een getalsaanduiding:
- Ik vind dat Tessa fijne boeken leest.
- Ik vind dat Tessa drie (of: meerdere) boeken leest. [uitgesloten]
Velologie
Dat vele op een –e eindigt laat het lijken op woorden als meerdere, maar het blijft een beetje apart dat veel als bijvoeglijk naamwoord geen uitgang heeft. Toch valt daar volgens Ruys ook nog wel meer over te zeggen. Hij wijst erop dat bijvoeglijk naamwoorden in sommige andere constructies ook geen uitgang heeft, zoals een groot man of een fantastisch atleet (een grote man en een fantastische atleet bestaan ook maar betekenen nét wat anders).
De parallel is natuurlijk niet perfect, want veel heb je juist niet met een lidwoord (een veel wijn of zoiets). Ik denk dat het laatste woord over deze fascinerende kwestie nog niet gezegd heeft. Maar Eddy Ruys heeft de Nederlandse velologie wel in één klap enorm vooruitgeholpen!
Michiel de Vaan zegt
Wat ik mis in het stuk van Ruys is een onderbouwing op basis van daadwerkelijk taalgebruik. Onze intuïties verschillen blijkbaar. Voor mij is ‘vele’ met telbare woorden een schrijftaalwoord, dat ik voor een hoger opgeleid publiek wel kan gebruiken maar niet in huiselijke kring. Of althans met beperkingen: ‘we hebben vele boeken gelezen’ kan echt niet, maar ‘heb je al die vele fietsen zien roesten?’ kan wel vanwege ‘al die’. Bij ontelbare woorden is attributief ‘vele’ na bepaald lidwoord of aanw. vnw. veel normaler.
Marc van Oostendorp zegt
Het feit dat ‘vele’ stilistisch gemarkeerd is (daar ben ik het mee eens, al kan ik de voorbeelden die je noemt dan weer niet goed navoelen) doet natuurlijk niet af aan het feit dat het ook een betekenis heeft. Ik weet niet precies wat je met ‘daadwerkelijk taalgebruik’ bedoelt – in de semantiek is men vaak gedwongen tot het interpreteren van zinnen, zoals hier gebeurt, en dat is natuurlijk ook een vorm van taalgebruik, zij het in meer laboratoriumachtige omstandigheden. Ik voor mij vind het verschil tussen ‘daadwerkelijk’ en ‘niet daadwerkelijk’ taalgebruik niet zo gemakkelijk te maken.
Michiel de Vaan zegt
Ja, vakjargon. Ik bedoel ‘in een corpus vastgesteld taalgebruik’, zodat je ook iets kunt zeggen over wie het waar en wanneer gebruikt.