Eindexamen gesprek (aflevering 6)
Door Marc van Oostendorp
Waarom worden gesprekken vrijwel alleen gevoerd op het vmbo en het mbo? Misschien heeft het ermee te maken dat we gesprekken als een eenvoudigere en wie weet zelfs lagere vorm van taalgebruik zien: niet iets waar je je vreselijk voor hoeft in te spannen. Praten is iets voor werklui, wij intellectuelen van de havo en het vwo lezen en houden af en toe een voordracht. Dat is dan een onterechte omkering van wat Socrates als waardevol zag.
Misschien heeft het ook te maken met het feit dat de leerlingen in het beroepsonderwijs een eigen onderwerp hebben om over te praten: de eigen werkomstandigheden. Leerlingen in het meer theoretische onderwijs op de havo en de vwo worden dan geacht zich met algemenere kwesties bezig te houden: zaken van ‘maatschappelijk belang’ zoals het referentiekader het noemt.
Abstractie
Maar in de eerste plaats kun je ook daarover praten. En in de tweede plaats gaat die neiging om alle scholieren in dezelfde mal te stoppen misschien wel voorbij aan het feit dat het aantal kwesties waarin je op een abstracter niveau geïnteresseerd kunt zijn, ook bijna eindeloos is.
Je kunt ook op de havo en het vwo heus gesprekken met inhoud voeren. Aan stages zijn die leerlingen nog niet toe, maar ze zouden bijvoorbeeld juist over onderwerpen kunnen gaan op een wat hoger niveau van abstractie.
De hele tijd in verandering
Dat zouden bijvoorbeeld de onderwerpen van het vak Nederlands zelf kunnen zijn. Het kunnen trouwens ook de onderwerpen van andere vakken zijn – maatschappijleer is een logische keuze –, en het zou vooral ook een poging kunnen zijn om de verschillende vakken te integreren: wat hebben we geleerd bij biologie en hoe verhoudt zich dat precies tot het gebodene in de godsdienstles? Of wat je allemaal op het internet kunt lezen over dit onderwerp? Neem je alles wat je bij geschiedenis aan voor zolang het duurt tot je er examen in doet, of verandert het ook echt je kijk op de werkelijkheid?
Dat is allemaal misschien een beetje ingewikkeld. Maar het voordeel is dan dat het vak Nederlands zelf zoveel belangrijke onderwerpen aansnijdt. De taal is een natuurkundig én een biologisch én een cultureel verschijnsel. De Nederlandse cultuur heeft zaken gemeen met de Engelse, de Franse, de Duitse en de klassieke, en onderscheidt zich ook weer van al die culturen. Bovendien is ieder van die culturen de hele tijd in verandering.
Juiste antwoord
Om de taal en de cultuur goed te begrijpen, moet je eigenlijk goed zijn in alle andere vakken. De integratie van alle vakken, dat is het moedertaalonderwijs zelf.
Dus kunnen de gesprekken daarover gaan. Een leraar Nederlands hoeft daarvoor niet precies bij te houden wat er in alle andere vakken gebeurt, en wat er verder in de maatschappij allemaal plaatsvindt. Als ze in gesprek gaat met haar leerlingen, zullen die leerlingen haar zelf wel vertellen wat er van belang is. Het is trouwens ook niet de bedoeling dat de leraar de leerling vervolgens het juiste antwoord leert te vinden, maar wel hoe een gesprek over een en ander gevoerd kan worden.
Marianne Hezemans zegt
Is het mondeling over de boekenlijst, onderdeel van het schoolexamen havo en vwo, niet zo’n eindexamengesprek?