De dichter en de dood
Kwatrijnen
Een Perzisch dichter zag de Dood verschijnen.
“Wat doet gij daar?” sprak deze. “Ik maak kwatrijnen.”
“Die zoveel verzen schreeft door ’s Levens gunst,
schrijf gij de laatste”, klonk het, “door de mijne.”
De dichter liet dat woord zich niet herhalen,
Maar daar hij dichten moest ten laatsten male
Was ’t zóveel dat hem nog om woorden vroeg:
Hij kon die dag het einde moeilijk halen!
Maar toen hij na twee dagen en twee nachten
Aan ’t einde was van dichten en gedachten,
Lag, waar de Dood gestaan had, een papier:
“‘k Ben weg gegaan: ik kon niet langer wachten!”
J.J. van Geuns (1893-1959)
- J.J. van Geuns: dbnl • gedicht • levensbericht
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter