• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

“Vader heeft Joseph Roth nog gekend, en zij twee waren vrienden”

9 mei 2017 door Marc van Oostendorp Reageer

Door Marc van Oostendorp

Het fijne van Amsterdam is dat je er altijd lekker kunt klagen over de buitenlanders. De Duitsers waren de rolkoffertoeristen van de jaren dertig. “Ik ‘kook’ van woede als ik zie hoe Amsterdam veranderd in een Duitse stad”, schreef ‘een ontwikkelde dame’ in 1938 aan Het Liberale Weekblad. De Duitsers vormden naar schatting van de Duitse cultuurwetenschapper en journaliste Bettina Baltschev zo’n vijf procent van de bevolking van de stad, waaronder een substantiële groep van mensen die gevlucht waren voor Hitler.

Ze waren soms irritant: “Ze droegen kostbare bontjassen en sieraden en plaatsten hun bestellingen in cafés, ijssalons en winkels in het Duits, dikwijls op zeer luide toon. Van de conducteur in tramlijn 24, die door de Amsterdammers nu steevast ‘Berlijn-Express’ werd genoemd, eisten ze hun kaartje op niet mis te verstane wijze in het Duits.”

Maar de Exil bracht de stad ook een ongekend literair leven gebracht.  Daarover gaat Baltschevs boek Hel en paradijs. Amsterdam en de Duitse exilliteratuur. Dat in Amsterdam boeken van Klaus en Thomas Mann, van Lion Feuchtwanger, van Joseph Roth zijn uitgegeven – heeft dat nog zijn sporen nagelaten in de stad?

Roman

Baltschev denkt van wel. In haar boek  gaat ze na wat die sporen precies zijn. Ieder hoofdstuk begint met een beschrijving van een locatie in Amsterdam die nog op de een of andere manier aan die jaren dertig doet denken (antiquaar Kok, café Scheltema, het Waterlooplein), als het decor voor haar hoofdpersonen, dat zijn vooral de redacteur Fritz Landshoff, de schrijver Klaus Mann en de uitgever Emanuel Querido. Waarom ze precies deze drie heeft uitgekozen, wordt niet helemaal duidelijk. Het brengt iets onevenwichtigs in het boek: waarom krijgen we over de concurrerende Amsterdamse exil-uitgeverij Allert de Lange vooral te horen dat Querido er een hekel aan had en dat Mann ervoor werkte?

Het is ook een beetje jammer dat feitelijke slordigheidjes uit dit oorspronkelijk Duitse boek ook in de Nederlandse versie zijn blijven staan. Je kunt een Duitse lezer misschien nog wijsmaken dat Het carnaval der burgers van Menno ter Braak een ‘roman’ is, maar ik kan me niet voorstellen dat er Nederlandse lezers van een boek over Exilliteratur zijn die dat geloven.

Dien aangrijpenden schrijver

Ondertussen biedt Baltschev een interessant beeld van de kleine Duitse intellectuele gemeenschap die zich in Amsterdam vestigde, en hun eigenaardige contacten met de lokale gemeenschap. Een uitgever als Querido sprak geen woord buiten de deur en moest dus in zijn contacten voor zijn Duitse fonds (Querido Verlag) de hele tijd laten tolken door Alice van Nahuys.

En veel intensieve contacten met de plaatselijke schrijvers lijkt er ook niet te zijn geweest. In ieder geval komen er in Hel en paradijs maar twee Nederlandse auteurs voor: Anton van Duinkerken, de ten onrechte vergeten katholieke dichter en geleerde, die een vurig in memoriam-gedicht schreef voor Joseph Roth:

Stralend van trots zullen later mijn kind’ren hun kind’ren verhalen:
Vader heeft Joseph Roth nog gekend, en zij twee waren vrienden,
Kwamen bijeen en vervloekten in hun verschillende talen
De slechtheid van hun ontluisterden tijd, wiens geest zij niet dienden.

Vraagt er dan een: ‘Joseph Roth nog gekend? dien aangrijpenden schrijver?
Zegt ons, hoe was hij? hoe deed hij? Gehoorzaamde hij de legende,
Die hem ons teekent als dronkaard, verteerd door een vurigen ijver
Voor ’t ware geloof?’ – zoo zij ’t antwoord uit naam van den man, die hem kende:

Ja, Joseph Roth was een lijder aan drankzucht, een stakker
(…)

Dit gedicht is volgens Baltschev “het begin van een bijzondere verering die Joseph Roth in Nederland ten deel valt en die tot op de dag van vandaag aanhoudt.” Veel bewijs daarvoor geeft ze niet behalve dat de Vlaamse (!) literatuurwetenschapster Els Snick in 2013 een boek over de invloed van Roth op het literaire klimaat heeft geschreven.

Geborneerd

De andere schrijver, nog veel belangrijker in dit verband, was dus Menno ter Braak, die over het algemeen heel kritisch was over de exilliteratuur, die zich te weinig diepgaand bezig hield met de eigen tijd, en te veel op de oude voet bleef doorgaan. Onder andere door dit soort meningen kwam Ter Braak in conflict met Klaus Mann.

Andere schrijvers lijken zich helemaal niet te hebben bekreund om de grootheden die hier kwamen wonen. Met hoeveel sympathie Baltschev, die blijkens het omslag Amsterdam als haar ’tweede woonplaats’ beschouwt, ook over de Nederlandse hoofdstad schrijft, uiteindelijk reist uit Hel en paradijs vooral het beeld op van de Nederlandse literaire wereld als een geborneerde, naar binnen gekeerde cultuur. In plaats dat men blij en trots was op de verrijking, ‘kookte’ men van woede omdat de eigen stad door een paar extra intellectuelen ineens een ‘Duitse stad’ zou zijn geworden.

Helaas citeert Baltschev de laatste strofe niet van Van Duinkerkens gedicht over Roth:

Zweeg hij daarna om te drinken, dan zonk door de ruiten
Het duister eenzaam en triest als het kijken van stervende honden.
Eerst om één uur in den nacht ging Roth uit de herberg naar buiten,
Telkens verbaasd over ’t land, waar de klant uit de kroeg wordt gezonden.

 

Bettina Baltschev. Hel en paradijs. Amsterdam en de Duitse exilliteratuur. Amsterdam: Em. Querido, 2017. Bestelinformatie (ook voor de Duitse versie) bij boekhandel Athenaeum.
Dit stuk verscheen gisteren ook op Sargasso.

 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Amsterdam, Duits, literatuurgeschiedenis

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d