Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (129)
Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?
Door Marc van Oostendorp
Waarom is gene verdwenen? Wat mankeerde eraan zodat we nu niet meer kunnen zeggen deze gaan naar school en gene blijven thuis? Het was toch vreselijk handig om dat te kunnen doen, en is op dit moment toch niet minder nodig dan het ooit was? Waarom is het dan in onbruik geraakt? We zouden dan nog sonnetten zo strak kunnen opbouwen als Henriëtte Roland Holst deed:
Deze tijden, met heftige gebaren
hebben de walmende lichten gedoofd,
die de menschen beschenen, die voorheen waren,
nu zijn ze walm-bevrijd en licht-beroofd.Met aarzelen besteden ze hun jaren,
zwaar valt de keuze aan het bestoken hoofd:
’t oude is een gapend pakhuis, leeg van waren,
en vormloos vaag, wat zelf zich ’t nieuwe looft.En déze schuilen nog met hun gedachten
in ’t sidderend bouwvallige paleis,
dat uitgewoond werd door vele geslachten.En géne, die droom-oogen maakten wijs
de verre wolke’ een land vol wondren te achten
beginnen hoopvol een vergeefsche reis.
Het zal dus toch wel gebeurd zijn dat gene minder in trek was, minder nuttig was dan allerlei andere woorden. Zodat volwassenen het zelden nog gebruikten in de buurt van kinderen. Zodat die kinderen het dus niet op tijd aangeleerd kregen. Zodat het geen onderdeel werd van hun ‘natuurlijke’ taalgebruik.
Uiteindelijk leren de meeste Nederlanders het woord vermoedelijk nog steeds (zouden er mensen zijn die geen idee hebben wat je zegt als je ‘gene mensen beginnen een reis’ te zeggen, maar te laat en daardoor alleen in bepaalde contexten – niet aan moeders pappot. Mensen die zo zijn opgegroeid gaan het woord natuurlijk minder gebruiken. En daardoor groeien in latere tijden nóg minder mensen op die gene onder normale omstandigheden horen.
Dus zitten we met een gat in de taal. Ja, we hebben die nog over, maar dat heeft nu eenmaal niet dezelfde mogelijkheden. ‘Die gaan op reis’ is raar, als hoofdzin. Althans, in geschrifte. In het mondeling taalgebruik kun je het geloof ik best zeggen, als je er extra nadruk op legt en met je hoofd en handen beweegt. Zoals Roland Holst trouwens ook dat accent op de é nodig had in géne.
Het is dus best mogelijk dat dit die gaandeweg het gat van gene helemaal gaat opvullen. Maar tot die tijd zitten we toch maar met een onverklaarbaar gat.
Wouter Steenbeek zegt
Het verdwijnen van ‘gene’ is helemaal niet zo onverklaarbaar. Door het samenvallen van de scherplange en zachtlange ee ontstond er verwarring met het ontkennende ‘geen’, zeker omdat dat in de standaardtaal ook nog lang verbogen werd.
Maar eerlijk is eerlijk: vele dialecten die dat klankverschil wél in ere houden, hebben het woord ook allang verloren. De praktijk leert dat een stelsel met drie verschillende aanwijzende voornaamwoorden erg delicaat is en bij de minste taalverandering verdwijnt. Het Oudgrieks had hode, houtos en ekeinos, het Latijn had hic, iste en ille; allebei zijn in de dochtertalen verdwenen. De Romaanse talen maken zelfs helemaal geen verschil tussen dichtbij en veraf.
Wanneer de taal ingrijpend verandert – meestal als gevolg van toegenomen taalcontact – gaan dat soort subtiele verschillen eraan. Dat kan in de middeleeuwen begonnen zijn. Je ziet zo een Franse koopman in Ieper of Gent worstelen met de vraag of hij deze, gene of die moet gebruiken. Daarna is het verschil nog wel behouden bij de rederijkers en later in de standaardtaal, net zoals dat ging bij de naamvallen en het woordgeslacht.
Ik ken aan gene verwante vormen alleen uit het diepe zuiden van Limburg. In het oosten van het Heuvelland komen g’n en genne als lidwoorden voor. We weten dat ze vroeger in meer dialecten voorkwamen, tot in het noorden van de provincie. Overigens altijd in combinatie met vormen van de, dus ook daar is het verschil verdwenen.
In het Duits kennen we natuurlijk nog wel jener, maar zelfs daar is dat erg spreektalig en een beetje ouderwets. In “Doktor Faustus” van Thomas Mann wordt gespot met Britse toeristen die Besichtigen Sie jenes zeggen, waar een moedertaalspreker zou kiezen voor Sehen Sie das da.