Mijn jonge lijf plooit als een wisse
onder de macht van uw begeert,
terwijl ge mij de heimenisse
van nemen en van geven leert.
Ge hebt in mij de laatste schaamte
der vrouwe voor den man versmacht.
Nu is mijn lichaam ene weelde
die blij op uw bezitting wacht.
*
Ik heb mijn leden loom gedronken
aan uwe eigen, dronken mond.
Ik heb mijn lichaam blij geschonken,
daar ‘k in die gave, uw gave vond.
Ik heb mijn lichaam blij gegeven,
maar dat verliezen maakt me rijk.
Ik kreeg de wijding van uw leven.
En zie, hoe word ik u gelijk.
Julia Tulkens (1902-1995)
uit de cyclus ‘Liederen voor de man’
Ontvangenis (1936)
———————————-
- Julia Tulkens: wikipedia • dbnl • schrijversgewijs
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter