• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Hoera, ze kennen Wrongman, een sadist

16 juni 2018 door Marc van Oostendorp 7 Reacties

Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (180)
Het Nederlandse sonnet bestaat 453 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?

Door Marc van Oostendorp

Illustratie: Susanne van der Kleij

Poly-interpretabel

In smakzoen hangen rode etenswaren
En zware honden (koest man!) en sigaren
Na Mao’s knarsen zweeg een hedonist
We zoeken dorstig manna, hè, en snaren

Een ranke non had zwanenroes gemist
Haar Weense kannen zoemen… ’n Drogist
Zwemt in Arosa, Dongen, Sneek en Haren
Hoera, ze kennen Wrongman, een sadist

Shoarma, snoer, Nanking, een zedenwet –
Zo werken grind en thee om ananassen
Ga! Wens een nazihemd en tsarenkroon
(Weer hazendrek, gans, tennis, anemoon!)
Haemorroïden wenken: zang en tassen?
Een heidens werk, zo’n anagramsonnet.

(Drs. P [H.H. Polzer], Het rijmschap)

De jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw: de tijd dat in onze streken alom werd gespot met de wetten van de betekenis. In de taalwetenschap vierde het werk van Noam ‘Colorless green ideas sleep furiously‘ Chomsky hoogtij, volgens wie het overdragen van betekenis slechts een min of meer toevallige toepassing is van taal: het was hem om de pure vorm van zinnen te doen. Ook de computertaalkunde op – de pogingen om de computer te leren omgaan met taal, wat altijd is blijven betekenen: het manipuleren van tekens zonder te begrijpen wat ze betekenen, want dat kan de computer nog steeds niet. Tegelijkertijd bloeide het Opperlands van Battus én het plezierdicht van onder andere H.H. Polzer (wiens bekendste pseudoniem Drs. P was).

Het sonnet Poly-interpretabel is misschien wel een van de hoogtepunten van die periode: een ‘anagramsonnet’, zoals de dichter zelf aan het eind verzucht een heidens werk, waarvan je niet kunt bedenken hoe iemand het verzonnen krijgt, laat staan hoe hij het voltooit.

Polzer had een ongekende fascinatie voor de vorm. Alleen al wat het sonnet betreft, heeft hij eindeloos veel mogelijkheden uitgeprobeerd. Waarom zou je een sonnet bijvoorbeeld altijd opdelen in 4+4+3+3 of 4+4+4+2? Waarom niet ook in 5+5+4 of 2+3+4+5?  Het ging slechts om het meesterschap, en meesterschap betekende: beheersing van de vorm. De betekenis was secundair: zo’n sonnet kon gerust en misschien zelfs idealiter vooral gaan over het feit dat het een sonnet was.

De titel van dit sonnet is dan ook intrigerend: hoezo ‘poly-interpretabel’? Wellicht dat Polzer wilde spotten met de contemporaine kritiek die juist nog steeds op zoek was naar betekenis, en wel in zoveel mogelijk lagen over elkaar heen gesmeerd.

Wie het sonnet probeert te lezen alsof er een mededeling wordt gedaan, heeft het ook niet gemakkelijk. Tegelijkertijd vind je in het werk van Polzer toch vrij gemakkelijk een paar thema’s, of in ieder geval, rode draden: erotiek (‘smakzoen’, ‘een ranke non’, ‘zedenwet’) en bruut geweld (‘zware honden’, ‘Mao’s knarsen’, ‘Wrongman, een sadist’, ‘nazihemd’). Bovendien wist Polzer altijd tegelijkertijd absurd en ironisch te klinken.

Het sonnet is overigens niet helemaal perfect als anagram: regel 3 heeft een n minder dan alle andere regels. Een niet al te eenvoudig computerprogramma kan het inmiddels waarschijnlijk verbeteren, maar zoals Perzische tapijtwevers expres een foutje inbouwen omdat alleen God onfeilbaar is, zo zal de menselijke dichter expres een foutje moeten blijven maken omdat alleen de mens dat kan.

BewarenBewaren

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 196 sonnetten, 20e eeuw, anagram, Drs. P, Opperlans, sonnet

Lees Interacties

Reacties

  1. Mient Adema zegt

    16 juni 2018 om 10:30

    Een heidens werk om uit te vogelen of het helemaal klopt ook.
    Mis ik nou in die regel 3 ook nog een r, en waarom zijn het geen 30 maar 29 letters?

    Dat moet die drs. P wel wat uurtjes hebben gekost, weergaloos. Hoewel…we kennen er nog een. 🙂

    Beantwoorden
    • Mient Adema zegt

      17 juni 2018 om 00:06

      Voor de eendimensionalen onder ons is het wellicht een spannend tijdverdrijf regel 3 zo te plooien dat er een n en r bijkomen en er een s wordt geschrapt (die was erbij gesmokkeld). @spelenmettaal?

      Beantwoorden
      • Marc van Oostendorp zegt

        17 juni 2018 om 07:51

        Je hebt gelijk. In regel 3 is niet alleen een n, te weinig, maar ook een r. En er is een s te veel. Het probleem kan worden opgelost door deze regel als volgt te emenderen:

        Na Romans kranen zweeg een hedonist

        Maar zoals gezegd wordt het gedicht er niet beter op door deze regel te verbeteren.

        Beantwoorden
        • Mient Adema zegt

          17 juni 2018 om 09:18

          Door knarsen in knarren te wijzigen en Mao in Noam ben je er ook. En dat moet je dan uitleggen als een speelse visie op de invloed van Chomski op zijn epigonen waarvan er een wel zijn mond zal houden als hij een knar wordt genoemd in plaats van levensgenieter.

          Nee, beter zal het niet worden.

          Het is alsof Drs. P met zijn Egyptische tapijt voorzien heeft hoe moeilijk het is een anagramsonnet te maken. En dat hij dat de lezer duidelijk maakt door hem in te wrijven “ga er zelf maar eens aanstaan, lummel, als je het zo goed weet”.

          Regerend over zijn graf verkneukelt hij zich misschien dat iemand er een passende titelzin gaat bijbedenken.

          Best leuk eigenlijk, zij het wat eendimensionaal. 🙂

          Beantwoorden
  2. Wouter Steenbeek zegt

    16 juni 2018 om 11:18

    Ik wil toch een kleine kanttekening maken bij de opmerking dat het drs. P slechts ging om technisch meesterschap. Om te beginnen kennen we toch allemaal zijn liedjes die, hun metrische perfectie en virtuoze rijmschemata niet te na gesproken, vooral om de humor draaien. Verder bevat de zeer uitgebreide verzamelbundel “Toenemend feestgedruis” talloze gedichten waarin hij zijn levensvisie uit of maatschappelijke satire bedrijft. Over de literaire waarde van die werken kunnen we twisten, maar hij was zeker meer dan een taalvirtuoos.

    Zijn grootste betekenis voor onze literatuur ligt wat mij betreft bij gedichten (en liedjes) waarin hij taalvirtuositeit met een humoristisch, logisch opgebouwd verhaal combineert. Taalacrobatiek als dit sonnet is razend knap, maar wel erg eendimensionaal. Hoge formele eisen stellen en ook nog een vermakelijk verhaaltje vertellen, dat is andere koek.

    Beantwoorden
  3. DirkJan zegt

    17 juni 2018 om 15:18

    Het is zo vanzelfsprekend dat het niet genoemd is, maar de doctorandus zal van de laatste regel zijn uitgegaan en vervolgens de overige anagramregels zijn gaan bouwen en brouwen:

    “Een heidens werk, zo’n anagramsonnet.”

    Dat zal een klusje zijn geweest en als er één foutje in regel drie had gestaan, dan was dat zeker een aardige knipoog zijn geweest naar God, maar het zijn drie foutjes in de zin en dat maakt het sonnet in mijn ogen toch echt imperfect en niet geslaagd, hoe knap verder ook.

    Maar hoe heidens zal het zijn geweest? Ik heb een tijd geleden met wat experimentele waarneming en vooral intuïtie de conclusie getrokken dat de Nederlandse taal, de Nederlandse woorden, zich heel goed lenen om anagrammen van te maken. Hoe dat precies zit, kan ik niet goed uitleggen en misschien geldt het toch ook voor andere talen. Maar in ieder geval denk ik dat in het Nederlands de kleinste woordelementen van lettergrepen en morfenen(?) zo zijn gevormd dat ze heel vaak in verschillende betekenissen voorkomen en er dus relatief veel verschillende woorden mee zijn te bouwen. Misschien zit ik er helemaal naast.

    Beantwoorden
    • Mient Adema zegt

      17 juni 2018 om 15:53

      Ik heb de manuscripten niet bewaard, maar hij zal ongetwijfeld met de laatste zin begonnen zijn om vervolgens met het cijfermatige letterbestand woorden te vormen die elkaar in een organisch verband per regel aanvullen.
      Dat er nu geen echte (aannemelijke) verhaallijn in zit zal niemand verwonderen, want dat zou gelijkstaan met een boekje dat door een aap op de typmachine is getikt.
      Hij benadert zijn doelstelling (een koddig verhaal) wel, maar toen hij de regels in volgorde had vastgesteld en regel 3 op de derde plaats kwam, was dat wellicht ook de laatste regel van het rijtje dat aan zijn vindingrijkheid was ontsnapt en waarbij hij zijn handen in wanhoop ten hemel hief om te verzuchten dat dit toch wel een heidens karwei was geweest. Hij had het niet meer. Kom, Hein, schiet op, weg ermee, want die laatste regel staat als een huis, moet hij hebben gedacht. Dat kleedje voeren ze later wel als excuus op.
      En zo geschiedde.

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

D. Hillenius • Wij hebben nog vergeten

men laat Hongaren de zee zien
hijst Hollanders op bergen
beren op fietsen
opoe Moses maakt schilderijen

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

SPROOKJE

Om middernacht word ik een pompoen en drijf ik weg in een muiltje

Bron: datering; 1971-1972; niet eerder gepubliceerd

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

7 oktober 2025: een cadeautje voor secties Nederlands

7 oktober 2025: een cadeautje voor secties Nederlands

18 juli 2025

➔ Lees meer
19 september 2025: Afscheidscollege Fred Weerman

19 september 2025: Afscheidscollege Fred Weerman

15 juli 2025

➔ Lees meer
1 juli – 15 september 2025: Over de grenzen van het boek

1 juli – 15 september 2025: Over de grenzen van het boek

11 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1801 Taco Roorda
1901 Wim Caron
sterfdag
1901 Jan ten Brink
1919 Jacob Verdam
2010 Hans den Besten
➔ Neerlandicikalender

Media

Inclusive Dutch: Between Norm and Variation

Inclusive Dutch: Between Norm and Variation

15 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 3 Reacties

➔ Lees meer
Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

14 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Marc van Oostendorp over prijs voor Neerlandistiek

Marc van Oostendorp over prijs voor Neerlandistiek

13 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d