Wilbert Cornelissen overleed op 19 oktober jl. Eind mei verscheen zijn vierde bundel Elke dag een / proefsleuven, in feite een bloemlezing uit de 3417 gedichten die hij (‘elke dag een’) schreef tussen 2007 en 2016. Op de Coster-site nog twee gedichten uit deze bundel.
Proustzeep
je bent anders zo verschrikkelijk zuinig met de kruimel,
de geurmolecuul,
of delicaat met een geluid, het tikken van bestek op
een porseleinen bord, of een beweging,
het (bijna) struikelen over een tegel;
Proust pakt één draad en trekt er heel voorzichtig aan;
hij mag nu even niet afbreken,
het verhaal moet in zijn geheel worden verteld;
Proust, de visser, Proust, de jager;
er is ook een tussentijd onverborgen in de dingen,
waartoe je wel eerst een tijdvreter nodig hebt,
een soort zeep dat verbanden uitwist,
dat je uit het heden tilt,
laat zweven met het overzicht van het verleden,
je wast
voordat je zelf gewassen wordt
Wilbert Cornelissen (1958-2018)
uit: Elke dag een / proefsleuven (2018)
———————————–
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Marc Kregting zegt
Mooi gedicht. Wassen voordat je zelf gewassen wordt vind ik een even logische als komische afsluiter – en weer eens wat anders dan eten of gegeten worden. En, gelet op de aanleiding van dit bericht, van een bewonderenswaardige nuchterheid die emotioneel nadreunt. Op Tirade.nu staat een verslag van een bijzondere uitvaartviering [ http://www.tirade.nu/?p=28471 ]. Ik had al begrepen dat deze onderzoekende man meer knaps heeft gerealiseerd, straatdansfeesten. En dat hij in zijn onderhoud voorzag als ‘secretaresse’, wat uit zijn mond niet etalerend klonk, laat staan zelfvoldaan.
Het vermeende overzicht van het verleden dat Wilbert Cornelissen in bovenstaand gedicht centraal stelt, brengt me terug naar een vorig leven waarin hij aarzelend een typoscript van een dichtbundel overhandigde. Mijn verwachtingen waren hoog, ik kon niet erg enthousiast raken over die teksten, terwijl me tegelijk duidelijk was dat ze ‘iets hadden’. Wat precies, dat toonde Cornelissen maanden later resoluut, toen hij met een nieuwe versie kwam. Alles leek veranderd, verruïneerd eigenlijk, bij de eerste blik al.
Hij zei dat hij de herschrijving eerst griezelig had gevonden, verdrietig of rouwrijp omdat hij afscheid moest nemen van oude gedachten. Maar op een gegeven moment had hij ontdekt wat zijn vraag was en vond hij een manier om die stellen. Euforisch vond ik het resultaat. Een bundel zoals er maar erg weinig zijn. Nu zou ik graag gaan citeren, maar ik kan er momenteel even niet bij. Alstublieft, lees of herlees Kinderlandschappen (Amsterdam 2002)! Groot was deze dichter daar, onverborgen, in een dans met woorden en met woordschikking.