Door Marc van Oostendorp
De Nederlandse Twittertaal ontwikkelt een verschil tussen de hashtags #niet en #not, ontdekte ik gisteren toevallig. De eerste geeft meestal een krachtige ontkenning aan; de tweede betekent ironie.
Het is niet gemakkelijk om ironie te herkennen. Dat komt doordat het een stijlfiguur is die zich als het ware verstopt: de spreker neemt terwijl hij iets zegt afstand van wat hij zegt, en je moet over een verfijnde antenne beschikken om dat aan te voelen: hoe waarschijnlijk is het dat deze spreker doodernstig is als hij zegt wat hij zegt? Het lukt eigenlijk alleen als je de spreker goed genoeg kent, of op de een of andere manier weet dat hij in vertrouwde sociale kringen verkeert.
Het is menselijkerwijs onmogelijk om van al je medemensen te kunnen herkennen of ze ironisch zijn.
Dat #not een bijzondere rol speelt bij het aanduiden van ironie, besefte ik toen ik een artikel van drie Gentse computertaalkundigen las in het tijdschrift Computational linguistics. Ze laten zien dat je een computersysteem inderdaad sommige vormen van ironie op Twitter kunt laten herkennen als je het goed genoeg traint. De computer kan bijvoorbeeld oppikken dat op Twitter (en vermoedelijk in het dagelijks leven) meestal niet in heel gunstige woorden wordt gepraat over tandartsbezoek: in de buurt van het woord tandarts staan meestal woorden als naar, eng, pijnlijk en dat soort woorden komen op hun beurt weer meestal voor in negatieve contexten (daar bestaan databases van, op internet, van negatieve contexten). Wanneer iemand dan het volgende twittert, kan het vermoeden ontstaan dat de tweet ironisch is:
- Vanmiddag lekker naar de tandarts!
De computertaalkundigen testten hun systeem door tweets te gebruiken waarvan ze vantevoren al konden vermoeden dat ze ironisch waren, doordat ze een hashtag hadden zoals #irony. Die hashtag lieten ze dan weg voor ze hem aan de computer gaven.
Eén zo’n hashtag was #not. Er wordt al eeuwen gediscussieerd over een ironieteken, en de ene na de andere onnatuurlijke symbool is er voor verzonnen, maar inderdaad groeit er op Twitter langzaam maar zeker dit teken, ook voor Nederlandse tweet:
Stadsschouwburg Amsterdam (@ssba ) heeft verhuur van 1 van hun zalen voor de presentatie van ‘Seks, Macht & Misbruik’ in november afgewezen, vanwege de ‘gevoelige materie’ van het boek. Dan ben je een ’toptheater’ met hart voor de branche, hoor👍 #Not
— Frank Waals (@FrankWaals) 28 september 2018
#DeRechtbank – Is het jullie al opgevallen dat men voor een zondige #automobilist NOOIT #compassie heeft, dieven, junkies en drugdealers, geweldenaars krijgen bijna altijd bijkomende kansen. Rijverbod wordt quasi altijd effectief opgelegd. Eerlijk #NOT
— Armand Vervaeck🎗️ (@ArmandVervaeck) 2 oktober 2018
Het is op het eerste gezicht weinig subtiel. zo’n hashtag: je maakt je werkelijke bedoeling expliciet. Maar vaak gaat het ook, zoals over deze voorbeelden, over een soort ‘woedende ironie’: mensen spuien hun gal over een misstand door heel even net te doen alsof het allemaal dik in orde is. #not.
De hashtag #niet wordt op het oog in het Nederlands minder op deze manier gebruikt. Vaker lijkt het eerder te gaan om een manier om het woord niet te benadrukken:
Mijn afspraak van 9:45 ga ik #niet redden. #ikkandat 😂
— Corné (@K_J_v_S) 1 oktober 2018
Mijn afspraak van 9:45 ga ik #niet redden. #ikkandat 😂
— Corné (@K_J_v_S) 1 oktober 2018
Ik kan er maar niet aan wennen. Een mail met een bijlage waarop je schematisch aan kan geven wanneer je bij je (schoon)moeder langs gaat. Een soort militaire operatie. Na 20 jaar nog steeds niet gewend aan de manier waarop ze met elkaar communiceren. #niet
— Jet (@Jet9865) 28 september 2018
Toch vind je een enkele keer ook wel twitteraars die #niet gebruiken om (waarschijnlijk) ironie te markeren. Met name in het Twitter-oeuvre van de Telegraaf-journalist Wierd Duk komen we deze vorm af en toe tegen:
Geheel onverwacht #niet https://t.co/YSjPX9BdWE
— Wierd Duk (@wierdduk) 7 april 2018
BRIC landen staan er mooi op #niet https://t.co/CRqJhfCkwi
— Wierd Duk (@wierdduk) 7 augustus 2018
Je zou er een analyse van een groter corpus op los moeten laten (misschien kunnen ze dat in Gent een keer doen), maar dit verschil past wel in een patroon. Hoewel Nederland en Vlaanderen steeds tweetaliger worden, vinden het Engels en het Nederlands wel ieder hun eigen plaats: het Nederlands drukt eerder welgemeende gevoelens uit en het Engels drukt juist wat meer afstand uit. (Ik leg het uit in dit filmpje over het verschil tussen oh my god en oh mijn god.)
In die zin blijft het Nederlands onze eigen taal, en het Engels meer voor de show. Ook het Engels drukt natuurlijk uit wie we echt zijn. #not.
Marcel Plaatsman zegt
In de typische spreektaal die ik vooral met m’n schooltijd associeer hadden we daar “maar niet heus” voor, dat kon er dan net als #not achter worden geplakt. Zelf vind ik ironie juist het leukst als niet helemaal duidelijk is of ik nou meen wat ik zeg of niet, maar dat is wel een ironie die niet echt lekker in de tegenwoordige tijdsgeest ligt, zeker op Twitter kun je zo’n risico niet licht nemen. De behoefte aan een ironieteken neemt toe naarmate het publiek humorlozer wordt.
Lucas zegt
Het probleem is denk ik niet dat we humorlozer worden. Maar uitspraken waarvan we voorheen vrij probleemloos konden aannemen dat ze ironisch waren, zijn in deze tijd veelal oprecht.
Ironie gaat uit van een gezamenlijk kennis over de spreker, zijn wereldbeeld, en de wereld. Je weet dat de spreker ironisch is, want je weet wat hij wel en niet zou menen. Als je op Twitter de spreker en zijn wereldbeeld niet kent, en je weet dat in de wereld nu de meest gekke dingen normaal zijn, dan wordt het heel lastig om ironie nog op te merken.
Voor jou is het misschien duidelijk dat het ironisch is, maar je moet als spreker ook uitgaan van de hoorder. De hoorder simpelweg de schuld geven bij begripsproblemen is nogal lui.
xkcd heeft daar een aantal strips over:
https://www.explainxkcd.com/wiki/index.php/1860:_Communicating
https://www.explainxkcd.com/wiki/index.php/1028:_Communication
Marcel Plaatsman zegt
Je gaat nu van meerdere dingen uit, waaronder dat de ironische dingen die ik zou zeggen door anderen gemeend worden (wat maar de vraag is), en verder dat allerlei meningen nú gewoon zijn die dat vroeger niet waren. Ook dat waag ik te betwijfelen. De ironie van De Tegenpartij werd toentertijd óók door anderen gemeend, bijvoorbeeld, dat was voor een deel de kracht van die satire.
Ik denk zeker wel dat je in het geval van bedoelde ironie de verantwoordelijkheid bij de luisteraar mag leggen. Ironie is, in ieder geval in onze culturele context, zozeer te verwachten dat het bij het taalvermogen hoort dat te herkennen. Uiteraard is dat ook cultureel bepaald. Ik kan me best voorstellen dat in de beschrijvingen van autismespectrumstoornissen het onvermogen ironie te begrijpen bij ons meer naar voren komt dan in Duitse of Amerikaanse beschrijvingen van diezelfde stoornissen, zoals ook de beleving van andere, al dan niet taalgerelateerde beperkingen, per cultuur verschilt.
Lucas zegt
“Ironie is, in ieder geval in onze culturele context, zozeer te verwachten dat het bij het taalvermogen hoort dat te herkennen.”
Dat mag je doen, maar dan leef je dus in een wereld waarin je constant verkeerd begrepen wordt, want zo werkt het nu eenmaal niet. Volgens die logica is namelijk vrijwel alle communicatie de verantwoordelijkheid van de hoorder alleen, immers, bijna alles is onderdeel van onze cultuur. Anders zouden we immers niet kunnen praten.
“Je gaat nu van meerdere dingen uit, waaronder dat de ironische dingen die ik zou zeggen door anderen gemeend worden (wat maar de vraag is), en verder dat allerlei meningen nú gewoon zijn die dat vroeger niet waren. Ook dat waag ik te betwijfelen.”
Van beide dingen ga ik niet uit. Ik zeg simpelweg dat, zeker op Twitter, absurde en afwijkende standpunten de norm zijn geworden, i.e. niet meer absurd en afwijkend zijn. Neonazi’s, antifa’s, misogynisten, etc. zijn aan de orde van de dag. Dat is wat anders dan zeggen dat die meningen er vroeger niet waren, maar ze waren niet een standaard onderdeel van je alledaagse interactie. En het geldt natuurlijk ook buiten Twitter; laten we niet doen alsof het te betwijfelen is dat politici en bepaalde publieke figuren de laatste jaren extremere standpunten zijn gaan innemen en schokkendere dingen zijn gaan zeggen. Zag je Balkenende al wegkomen met het bespotten van mogelijke slachtoffers van sexueel misbruik? Maar dergelijk gedrag, dergelijke meningen, worden nu niet alleen gemeend, maar toegejuict.
Nogmaals, ironie is niet simpelweg een stijlfiguur die op basis van toon of grammatica te herkennen is. Het vereist, en dat heb je zelf ook door, een culturele kennis. Zeker op Twitter waar persoonlijke kennis ontbreekt. Als de norm binnen een cultuur is dat extremisme normaal is, dan kun je extreme dingen roepen, zonder dat anderen dat vreemd vinden. Wat je doet is dan veel lastiger te herkennen als ironie, want er is geen reden om aan te nemen dat je dergelijke dingen niet meent.
Dus, wie wil zorgen dat anderen snappen dat hij of zij ironisch is, heeft in deze tijd op Twitter een probleem. Want hoe extreem je mening ook is, het wijkt totaal niet af.
DirkJan zegt
Het taalfenomeen om ‘not’ achter een zin als ironie te plaatsen, vooral te zeggen, ken ik al sinds begin jaren negentig. Het is denk ik wereldwijd – en zeker ook in Nederland – geïntroduceerd door de hoofdrolspeler Mike Myers (later bekend als Austin Power) in de Amerikaanse tienerfilm Wayne’s World uit 1992. De hele sfeer en het taalgebruik hing nauw samen met de cultuur van MTV. Wayne zegt bijvoorbeeld, I’m having a good time … not. Enzovoorts, want hij zegt ‘not’ op nog veel meer plaatsen als ironisch stopwoord.
Ik heb de film destijds gezien en ook ik heb het daarna wel af en toe overgenomen. De constructie is sedertdien altijd populair gebleven in de jongerencultuur en dat blijkt ook aan het huidige gebruik als hashtag op Twitter. Het is dus heel nieuw, #not.
Marc van Oostendorp zegt
Dank voor de aanvulling!