Door Marc van Oostendorp
“De Joodse sjacherige zwetsaard,” schreef de grote dichter Lucebert, “heeft ons Nederduitsers erg, erg besmet, in plaats van een rustig kalm, langs stille grachten wandelende en in middags onbeschenen kamers peinzende stam, zijn we 136 een klap en kletsvolkje, een grote groep machtjoden geworden.”
Vorig jaar onthulde de biograaf Wim Hazeu deze en nog een paar andere heel nare passages in zijn biografie van de dichter. Die klap dreunt nog steeds na.
Het is een mooi initiatief van de jonge literatuurwetenschappers en essayisten Yi Fong Au en Tommy van Avermaete dat zij nu, ruim een jaar na dato met een bundel komen over de kwesties: Door schaduwen bestormd. De kern van die bundel vormt een ‘kettingbrief’ die een aantal critici en onderzoekers elkaar vorig jaar schreven over de hele kwestie, maar er staan ook essays in van onder andere Cyrille Offermans, Sander Bax en Piet Gerbrandy.
Die stukken geven in de eerste plaats een aardige staalkaart van hoe het er momenteel voorstaat met de discussie over literatuur. Er wordt op hoog niveau gesproken over de vraag wat nu precies de relatie is tussen auteur en tekst, de vraag of je achteraf wel kunt oordelen, en of iemand daar wat aan heeft. Het essay van Gerbrandy is een hoogtepunt; hij laat zien hoe je sommige passages in het werk kunt lezen als verslag van een worsteling van een dichter die nooit naar buiten heeft durven komen met wat hij met zich meedroeg, en in een van zijn laatste gedichten schreef:
stom draaien de laatste woorden om de oude hete brij
En toch, toch ontbreekt er helaas ook een jaar na dato nog steeds iets, namelijk een antwoord op de vraag wat die passages in die brieven nu eigenlijk betekenen. We weten, zoals Elsbeth Etty in haar bijdrage terecht zegt, nog steeds niet precies wat de relatie tussen Tiny Koppijn, de geadresseerde van de brieven, en Swaanswijk precies was, en waarom alleen zij zulke brieven kreeg en waarom ze die precies altijd heeft bewaard om ze pas na haar dood vrij te geven. We weten ook bijvoorbeeld niet wat er verder in die brieven stond.
Maar we weten natuurlijk ook niet hoe Lucebert er verder later over heeft gedacht. Veel commentatoren gaan er nu vanuit dat een en ander als een molensteen om zijn nek moet hebben gehangen, maar zelfs als het waar is dat hij later een geheel ander mensbeeld heeft ontwikkeld, weten we niet of er iets aan zijn geweten knaagde. Misschien was hij een en ander wel weer vergeten. Misschien is inderdaad veelzeggend dat hij vrij onbekommerd in het postfascistische Spanje van Franco ging wonen.
Er valt niks over te zeggen omdat nog steeds niemand de briefven heeft kunnen inzien en er ook verder nu nog niets echt is uitgezocht.
Wat dat betreft bevat Door de schaduwen bestormd ook weinig nieuws. Wel staat er een interview in met Hazeu, die de gotspe begaat te klagen dat iedereen zo haastig op zijn biografie reageerde en daarom wel de hele tijd over Heil Hitler begon maar niet over Luceberts fascinatie voor jazz. Terwijl die Hazeu zelf niet kon wachten om dat nieuwtje naar buiten te brengen en in ieder praatprogramma toe te lichten, zonder daarbij ooit zelf over die jazz te beginnen.
“Het was nuttig geweest iets meer tijd te nemen om een en ander wat preciezer uit te zoeken,” schreef ik vorig jaar in mijn bespreking van Hazeus boek, “alvorens het zo in het gezicht van de lezers te smijten.”
Er zijn uitzonderingen – ik noemde Gerbrandy en Etty, en ik noem ook Bax – maar ik moet helaas zeggen dat ik vind dat dit nu nog steeds geldt en dat ik teleurgesteld ben dat ook deze fine fleur van de vaderlandse kritiek niet echt de tijd heeft genomen om nu eens wat meer duidelijkheid te scheppen alvorens te discussiëren over al die nogal hooggestemde kwesties van authenticiteit of de waarde van de literatuur.
Het heeft in die zin geen zin om te wachten tot de storm gaat liggen, je zou eigenlijk een jaar na dato vooral hopen dat er meer duidelijkheid is. Pas dan kan de discussie echt beginnen.
Yi Fong Au en Tommy van Avermaete. Door de schaduwen bestormd: reflecties op de controverse rond de oorlogsjaren van Lucebert. Zaandam: Oevers, 2019. Bestelinformatie bij de uitgever.
Eveline Van Ditmarsch zegt
Onthutsend eigenlijk