Door Marten van der Meulen
Waar we ons de laatste tijd bezighielden met serieuze en belangrijke factchecks en het aan de kaak stellen van wéér een staaltje alarmisme over het Engels, daar is het nu weer tijd om te schrijven over de lichtere dingen des taals. Houd je van je taal, dan vier je die, door bijvoorbeeld te kijken naar fijne Franse woorden, of tandjesmooie intensiveerders. Nu kwam ik weer een voetbalgerelateerde uitdrukking tegen om van te smullen: ik speelde de tegenstander helemaal kleurenblind. Heerlijk, géén Engels, en redelijk netjes: een versterkend woord voor jong en oud!
Zoals zo vaak moest ik de uitdrukking een paar keer in korte tijd tegenkomen om er op te gaan letten. Ik denk dat ik haar het eerst tegenkwam in een aflevering van de redactiepodcast van FC Afkicken, maar ik weet niet meer precies welke. Hoe dan ook zag ik de uitdrukking zeker staan op de website van Voetbal International. In dit stuk van Lentin Goodijk staat de volgende zin:
Oranje speelde de Mexicanen toen echt helemaal kleurenblind
Nu is hier grammaticaal gezien niet zo veel mee aan de hand. Je kunt op de plek van kleurenblind een enorme hoeveelheid verschillende woorden invoegen, van neutralere opties als zoek en weg tot agressievere invullingen als tureluurs of naar de tering (EDIT: Marc van Oostendorp wees me op een stuk dat hij in 2016 schreef over de vergelijkbare uitdrukking helemaal de moeder. In een geval van kosmische ironie nam ook hij de insteek ‘gelukkig geen Engels). Het woord kleurenblind was ik op deze manier hier echter niet tegengekomen. Heerlijk beeldend is het wel: zó goed spelen dat iemand er spontaan kleurenblind van wordt. Bovendien is het lekker tam: kleurenblindheid is geen pretje (en in voetbal een groot probleem), maar wel een stuk minder erg dan tering.
Hoe vaak?
Even googlen laat zien dat de uitdrukking vaker voorkomt, maar ook weer niet heel vaak. Nu is vaststellen dat zo’n woord voorkomt voor mij altijd alleen stap 1. De echte lol van woorden zit in hun omgeving, zoals ik al eerder schreef over niet tamelijk (ook naar aanleiding van een voetbalpodcast!) en achenebbisj. Ik bekeek dus de eerste honderd resultaten van de zoekopdracht “helemaal kleurenblind” op Google (donderdag 14 november 11.30), en dat leverde de volgende resultaten op (na uitsluiting van drie dubbele items):
frequentie | |
inhoudelijke betekenis | 44 |
voetbalgerelateerd | 24 |
andere sport | 3 (darts , hockey & volleybal) |
zoeken | 7 |
werken | 4 |
zich verdienen | 3 |
anders | 12 |
Als eerste valt op dat de versterkende betekenis vaker voorkomt dan de letterlijke betekenis. Dat verrast me, maar het lijkt me een gevolg van het feit dat ik zocht op ‘helemaal kleurenblind’: ik weet niet of dat medisch gezien wel een zinvolle uitdrukking is. Alleen over honden wordt het regelmatig gezegd, en dat zie je ook in de zoekresultaten. In de niet-letterlijke betekenis vinden we een aantal semi-vaste combinaties, zoals ik werk/zoek me helemaal kleurenblind. Interessant genoeg komt de uitdrukking zich kleurenblind verdienen ook drie keer voor: ik wist niet dat verdienen wederkerend kon zijn! Als we op “zich verdienen” zoeken vinden we vooral websites die me nogal spammy aandoen, maar dat verlegt het probleem alleen maar: waarom komt het daar voor? Een letterlijke vertaling lijkt ook onwaarschijnlijk, want in andere talen als Engels en Frans is dit werkwoord volgens mij ook niet wederkerend…
Voetbal
Vervolgens is duidelijk dat deze uitdrukking inderdaad voornamelijk voorkomt in een voetbalcontext. Het vaakst komende de frasen kleurenblind spelen en kleurenblind tikken voor, maar er zijn er meer. Mijn favoriet is denk ik “Draait tegenstander Roel Janssen van VVV Venlo helemaal kleurenblind”. Waarom specifiek voetbal deze uitdrukking aantrekt is me een volstrekt mysterie. Het is, voor zover ik weet, niet een domein die heel erg voorop loopt in taalvernieuwingen, hoewel het wel een aantal voorkeuren kent (gebruik van persoonlijke voornaamwoorden). Het is dan weer wel logisch dat een uitdrukking zich eerst verspreid door het domein waar het is ontstaan, voordat zij zich verspreidt. Dat is basale netwerktheorie: je neemt eerst je eigen netwerk over tot op zekere hoogte, voordat je je verspreid. Ik vermoed dat dit bij voetbal ook plaatsvindt.
Ik kan iedereen aanraden voetbal te kijken of podcasts over voetbal te luisteren. Of je nou op zoek bent naar nieuwe woorden, uitdrukkingen, regionale verschillen in uitspraak of wat dan ook, bij voetbaltaal kom je aan je trekken. Ik luister en kijk me in ieder geval helemaal kleurenblind.
Dit stuk verscheen eerder op De taalpassie van Milfje
Harry Reintjes zegt
dan ziet het je vast en zeker groen en geel voor de ogen, vooral bij ado den haag.
ook nog even serieus: …domein, die…?
Marten van der Meulen zegt
Hmm vreemd, ik ervaar ‘domein die als heel raar, dat is dus een ouderwetse verschrijving. Misschien stond er eerst ‘situatie’.
Harry Reintjes zegt
moet idd zoiets geweest zijn of “….een domein, waarin men niet voorop loopt…”.
Harry Reintjes zegt
mar heel leuk artikel hoor!!!
Meadowmeal (@Meadowmeal1) zegt
Als men zich (het hompeschompes) kan werken of zich (het apenzuur) kan rennen, waarom dan niet zich (kleurenblind) verdienen?
AV DRepe (@kneistonie) zegt
3) Bepaling van gesteldheid als gevolg van de handeling *maar niet als resultatieve werkwoordsbepaling*.
https://onzetaal.nl/taaladvies/bepaling-van-gesteldheid
Gevallen met “zich” zijn jammer genoeg niet meegenomen in de kandidaatwerkgroep onder leiding van Jan Kooij, Leiden, 1979.
Henk Smout zegt
Dat van het woordenboek het primair vrouwelijke taal ook mannelijk mag worden gebruikt betekent nog niet dat ik de tweede naamval ‘des taals’ goedkeur.
Harry Reintjes zegt
in dialecten aan de oostgrens (dus? verwant aan of onder invloed van het duits) gebruikt men bij veel werkwoorden een overbodig wederkerend voornaamwoord: hej OW dat eiges verdiend, eech höb mich t huus in 1996 gekoch. eerlijkheidshalve: die hebben hier de functie van meew,/belanghebbend voorwerp natuurlijk. in “ik verdien/kijk/luister me” kleurenblind die van lijd.vw.
Harry Reintjes zegt
en kleurenblind is dan paardekoopers niet-ww-rest nr zoveel
Erik Harteveld zegt
Zou dit kunnen zijn: Als je door de tegenstander kleurenblind bent gespeeld in een voetbalwedstrijd kun je de tegenspeler niet meer onderscheiden van de medespeler aan de kleur van zijn shirt en broek. Zoals vroeger bij zwart-wituitzendingen: Benfica speelt van links naar rechts in de donkere shirts.
M. Helder zegt
Het gaat natuurlijk niet om een wederkerend werkwoord ‘zich verdienen’, maar om een heel gewone Nederlandse constructie – hij werkt zich het schompes, ik schrik me een hoedje, je loopt je de benen uit het lijf – waarin het om een soort ‘doelbepalend voorwerp’ gaat (meewerkend en belanghebbend lijken hier wat minder adequate benamingen). Ik weet niet of er een term voor dit soort ‘voorwerp’ bestaat.