Uit Joodse gedichten, de nieuwe bundel van Nachoem M. Wijnberg.
Mozes of Mozes
Mozes of Mozes,
vraagt Mozes,
want dat is eindelijk een vraag waar hij Mozes op wil antwoorden,
en waar staat zijn Mozes:
ver genoeg van hem af dat hij niet hoort
hoe hij zegt: Mozes, Mozes,
Mozes? Wat vreemd is aan de man Mozes,
bijna alles, zijn naam, dat het was alsof hij de enige was
die met een mens zou kunnen spreken
(of genoeg gezicht naar gezicht om te zien
dat hij geen gezicht zag). In de ochtend schrijft hij op waar ze weggaan
en in de avond, voordat het helemaal donker is, waar ze dan zijn,
zo weet hij later dat ze opnieuw zijn
waar ze eerder waren, zelfs veertig jaar geleden,
want soms lopen zij in cirkels zoals wie verloren is
in een bos. (Rasji schrijft dat het grootste wat Mozes deed
het breken van de bladzijden van steen was waarop geschreven was,
omdat hij zag dat het volk die anders op een altaar gelegd had
en hij brak ze ‘voor hun ogen’. Hij brak ze in scherven,
alsof hij ze zelf geschreven had
en plotseling zag waar hij zich vergist had). Ach man Mozes,
je weet niet waar Mozes is? Maak je geen zorgen,
als de grens opengaat
kan iedereen Mozes zijn. Je trekt nog zo’n gezicht dat je beter kan uitvegen,
alsof een van je Mozessen je gezegd heeft
dat als de grens nu opengaat
jij aan de andere kant moet blijven om op de achterkant
van je woorden te schrijven.
Nachoem M. Wijnberg (1961)
uit: Joodse gedichten (2020)
Foto: FEB
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
DirkJan zegt
Mozeskriebel.
+
Ik had een reactie gepost onder het Laboratorium Mulisch, maar dat lukte niet. Maar niet getreurd, ik had door het artikel een nieuwe, korte update over Mulisch gemaakt die ook op mijn website staat.
Tweet.
Een tweede update gemaakt na gisteren over het M.ysterie M.ulisch in verband met zijn aanstaande sterfdag 30 oktober tien jaar geleden.
‘Dat ik dood ben moet nog maar bewezen worden.’
H.M.
Over De Grote Drie – Harry Mulisch:
http://www.dejongenskamer.nl/varia99.htm#varia10