Voornamendrift 64
Gerrit Bloothooft en David Onland
We kennen de provincie Groningen van het Gerecht (de Stad), Westerkwartier, Fivelingo, Ommelanden, Oldambt, Veenkoloniën en Westerwolde. Dat onderscheid zien we ook in de regionale voornamen terug. De voornamen die in 19e eeuw streekgebonden waren en dat nog steeds zijn staan hier op de kaart als er nu meer dan 100 mensen zijn die ze dragen. Meteen valt in het Westerkwartier de -tje verkleining na een k op, waar we gewoonlijk -je gebruiken (Auktje), de van oorsprong Oudgermaanse -o uitgang voor mannennamen in Oost- en Zuid-Groningen en daar ook de -ien(a) verkleining in vrouwennamen die zich in Drenthe voortzet. De herkomst van voorouders van NOS presentatrice Annechien Steenhuizen en astronaut Wubbo Ockels laat zich raden.
We noemen een voornaam streekgebonden wanneer er nu nog minstens 30 naamdragers zijn waarvan de helft binnen een straal van 30 km is geboren. Als centrum kiezen we de gemeente (indeling 2007) waar in de 19e eeuw de meeste naamdragers geboren werden (afgeleid uit huwelijksakten na 1811). In de provincie Groningen geldt dat voor 34 mannennamen met 6.800 naamdragers en 67 vrouwennamen met 15.000 naamdragers.
Auktje
Dat de vrouwelijke vorm Auktje van Auke regionaal is blijkt als we de verspreidingskaart (figuur 1) maken van de verkleinvorm -tje na p,t,k,b,d of f waar volgens de algemene regels door afslijting -je of -etje moet volgen. (Omdat de frequente Bregt-je, Rigt-je, Aagt-je regulier en algemeen zijn, maar bijvoorbeeld Huig-tje niet, laten we de g buiten beschouwing). De vorm komt vooral voor in Friesland en Groningen met het zwaartepunt in Grootegast, Marum en Leek. Topnamen zijn achtereenvolgens Sjoerdtje, Auktje, Ettje, Mettje, Hendriktje, Frouktje, Tettje, Ruurdtje, Foktje. De t zal overigens meestal niet uitgesproken worden.
Wubbo
Mannennamen op -o zijn lang niet altijd Gronings, de Nederlandse top-20 is Marco, Remco, Hugo, Ricardo, Menno, Theo, Leo, Nico, Timo, Ivo, Guido, Bo, Otto, Mario, Lorenzo, Tycho, Arno, Jarno, Angelo, Antonio. Hiervan hebben alleen Remco (van Remme) en Menno (van Meine) een Groningse oorsprong. Dat geldt ook voor de wat minder populaire Anko, Anno, Boelo, Edo, Edzo, Eggo, Eltjo, Elzo, Enno, Eppo, Fokko, Haijo, Haiko, Harko, Heiko, Heino, Hemmo, Hilko, Koeno, Luppo, Menso, Nanno, Okko, Onno, Popko, Remko, Sebo, Sikko, Tammo, Tiddo, Tjakko, Tjapko, Tonko, Udo, Wubbo, Wilko. De verspreiding van de namen met Groninger oorsprong staat in figuur 2. Het zwaartepunt ligt in Scheemda en Reiderland, met een geleidelijke afname naar het zuidwesten. De verspreiding over de grens in Duitsland is onbekend.
Hindrik
Een typisch Groningse voornaam zien we in Hindrik, met Hinderikus en Hinderk, Hinderik, Hindrikus als meest voorkomende varianten voor mannen en Hinderika, Hinderkien, Hindrikje, Hindertje, Hindrika, Hindriktje voor vrouwen, en daarnaast nog tientallen andere, zeldzame varianten. Het centrum vinden we in Reiderland met uitbreiding in Drenthe en verder, analoog aan de mannennamen op -o.
Landelijk populair
Er zijn voornamen die een 19e-eeuwse basis in Groningen hebben, maar inmiddels een ruimere populariteit hebben gekregen. Voor die namen is de helft van de naamdragers buiten een straal van 50 km geboren. Ze staan in tabel 1. Als het huidige centrum van de naamgeving buiten Groningen en Drenthe ligt zijn de namen vetgedrukt, die kunnen als landelijk populair beschouwd worden. Dat de vrouwennamen aangevoerd worden door Marieke is opmerkelijk, maar die naam kwam in de 19e eeuw voornamelijk rond Bellingwedde voor. Abel is in Groningen van Fries/Germaanse herkomst uit Abe/Abele, waarbij de -e later onder invloed van het bijbelse Abel is weggelaten.
Verspreidingskaarten per regio
Hieronder geven we de (huidige) verspreidingskaarten van streekgebonden voornamen in Groningen. Op basis van de overeenkomsten tussen verspreidingspatronen onderscheiden we vier gebieden: het Westerkwartier, Noord-Groningen (ongeveer Hunsingo, Fivelingo), het Gerecht Groningen (de stad met Haren), en Zuidoost-Groningen (ongeveer Oldambt, Veenkoloniën, Westerwolde). De verspreiding is procentueel per gemeente (in kleurgradaties, zie figuur 1) en gebaseerd op het aantal huidige naamdragers. Per regio geven we ook de voornamen met een wat grotere regionale verspreiding. Daarvoor is de helft van de naamdragers tussen 30 en 50 km van de centrumgemeente geboren. Dat gaat voor de hele provincie om 34 mannennamen met ca 11.500 naamdragers en 41 vrouwennamen met ca 17.000 naamdragers.
Als we alle voornamen verzamelen die in de 19e eeuw (1790-1900) regionaal waren in Groningen en tegenwoordig meer dan 30 naamdragers hebben (ongeacht de geboorteplaats), dan komen we op 134 mannennamen met 51.000 naamdragers en 134 vrouwennamen met 86.000 naamdragers. Dat zijn samen 137.000 naamdragers. Ter vergelijking: de provincie Groningen heeft nu 584.000 inwoners.
Westerkwartier
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond vier centrumgemeenten in het Westerkwartier, percentage geboorten per gemeente (totaal 1.391 naamdragers). Grootegast: geen, Leek: Roelfke, Marum: Lamke, Rensktje, Zuidhorn: Auktje, Bouktje, Frouktje, Hendriktje, Itje, Renstje, Saaktje, Sjouktje. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Kunje, Renskje.
Voor het Westerkwartier bespraken we al de vrouwennamen met -tje, maar ook de vormen Renskje en zelfs Rensktje zijn opmerkelijk. In Bouktje, Saaktje en Sjouktje zien we voorbeelden dat het Fries zich niet aan provinciegrenzen houdt, wat in het Westerkwartier het meest zichtbaar is (vgl. regionale voornamen in Friesland).
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond vier centrumgemeenten in het Westerkwartier, percentage geboorten per gemeente (totaal 356 naamdragers). Grootegast: geen, Leek: geen, Marum: Ebbel, Tjeert, Zuidhorn: Ekke, Ubel.
Het aantal specifieke mannennamen in het Westerkwartier is beperkt. Ebbel en Ubel zijn afgesleten vormen van Friese namen die eindigen op -ele, zoals ook Oebele, Riekele, Abele, Sikkele, Ebele, Liekele, Doekele waarvoor het centrum in Noordoost-Friesland ligt. Tjeert is een variant van het veel frequentere Friese Tjeerd. Varianten met aa (Tjaard en Tjaart) zijn typisch Gronings en vinden we hieronder in Noord-Groningen.
Noord-Groningen
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond negen centrumgemeenten Noord-Groningen, percentage geboorten per gemeente (totaal 5.219 naamdragers). Appingedam: geen, Bedum: geen, Delfzijl: Eelje, Frouwina, Hindriktje, Iektje, Pieterke, De Marne: Dietje, Ebeltje, Eemsmond: Anje, Bouwke, Dieuwerke, Hilje, Jaaptje, Siepke, Loppersum: Diewerke, Kornelske, Slochteren: Klaassien, Tjaaktje, Ten Boer: Liefke, Seike, Siebrig, Winsum: geen. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Epke, Ettje.
In Noord-Groningen springen Hindriktje, Jaaptje, Tjaaktje en Ettje er uit, met naast de -ke verkleinvorm ook de -ina, -ien vorm in Frouwina en Klaassien, die we zuidelijker veel vaker tegenkomen.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond negen centrumgemeenten in Noord-Groningen, percentage geboorten per gemeente (totaal 1.924 naamdragers). Appingedam: geen, Bedum: geen, Delfzijl: Tonnis, Wiert, De Marne: Garmt, Eemsmond: Alje, Eisse, Siewert, Loppersum: Luurt, Tjaart, Slochteren: Aries, Eltje, Eppe, Oomke, Ten Boer: geen, Winsum: geen. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Anko, Elle, Enne, Garbrand, Heike, Siert, Tjaard.
Eenlettergrepige namen die op een t-klank eindigen vallen op: Wiert, Garmt, Luurt, Tjaart, Siert en Tjaard. Het zijn verkortingen van Germaanse namen op -ward (vgl. Siewert) of -hard.
Mannennamen hebben tegenwoordig zelden een verkleinvorm op –je, maar hier zien we Eltje (uniseks, als vrouwennaam rond de stad Groningen, waar we ook nog Luitje en Reintje vinden). In het westen van Friesland vinden we regionaal bijvoorbeeld Jentje, Rintje, Uiltje en Wiltje, maar verder in Nederland nauwelijks.
Gerecht Groningen
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in het Gerecht Groningen, percentage geboorten per gemeente (totaal 5.586 naamdragers). Stad Groningen: Aaffien, Aafien, Afien, Fokkelina, Hinderika, Jaapkien, Mattje, Trientje, Wibbina, Wobbina. Haren: geen. Grotere regionale verspreiding rond de stad Groningen hebben: Abelina, Bouwina, Derkien, Derkina, Eltje, Geesina, Geessien, Harmanna, Hillechien, Hinderkien, Lutgerdina, Pieterdina, Stientje, Tjaakje.
Rond de stad Groningen krijgen we veel vrouwennamen met de verkleinvorm -ien (vgl -jen) en dat zet zich naar het zuiden toe in Drenthe voort. Daarop kan de (Latijnse) vrouwelijke uitgang -a gestapeld worden tot bijvoorbeeld Fokkelina, en uitbreiding tot –dina (Pieterdina). De stad Groningen (en ook Assen) heeft een lager percentage regionale namen door de toestroom aan inwoners van buiten.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in het Gerecht Groningen, percentage geboorten per gemeente (totaal 3.180 naamdragers). Stad Groningen: Aaldrik, Hindrik, Luitje, Niklaas, Popko, Reintje. Haren: geen. Grotere regionale verspreiding rond de stad Groningen hebben: Fokko, Gerriet, Harko, Harmannus, Hilbrand, Hinderikus, Roelf.
We plaatsen een voornaam bij de gemeente waar in de 19e eeuw de meeste naamdragers worden geboren. Dat geeft de stad Groningen een streepje voor, en we vinden er zowel de meer noordelijker namen Luitje en Reintje, als zuidoostelijke zoals Hindrik, Hinderikus, Fokko, Harko en Popko.
Zuidoost-Groningen
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond negen centrumgemeenten in Zuidoost-Groningen, percentage geboorten per gemeente (totaal 4.008 naamdragers). Bellingwedde: Jeichien, Rikste, Hoogezand-Sappemeer: geen, Menterwolde: Bouchien, Oktje, Pekela: Japien, Karsien, Reiderland: Geessiena, Scheemda: Derktje, Eppien, Fenje, Foktje, Frouwke, Hemmechien, Hindrikje, Luktje, Menje, Weia, Wupke, Stadskanaal: Alke, Hindertje, Veendam: Afiena, Fennechien, Klaassina, Lammechiena, Vlagtwedde: geen. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Annechien, Annechiena, Annechina, Antina, Elsien, Elsiena, Fennechina, Geesien, Geessina, Heika, Hillechiena, Hillechina, Hindrika, Klaassiena, Lammechina, Lummechien, Marchiena, Marchina, Niessien, Roelfiena, Roelfina, Wemelina, Wubbina.
De namen met een wat grotere regionale spreiding blijven toch nog meestal binnen 40 km van een centrumgemeente, en hun verspreidingspatroon verschilt nauwelijks van die van de geselecteerde namen. Dominant zijn namen op –ien, -iena en –ina, waarvan de verspreiding zich in Drenthe voortzet, en die de veenkoloniën karakteriseren. Als de basisvorm op een e eindigt zoals in Anne, Fenne, Lamme kan een g of ch worden ingevoegd in de verkleinvorm – met oorsprong in de 17e eeuw – , zoals Fenne > Fennigje > Fennegien > Fennegiena. Derktje, Luktje en Oktje tonen het breed noordelijk karakter van deze tje-vorm.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond negen centrumgemeenten in Zuidoost-Groningen, percentage geboorten per gemeente (totaal 946 naamdragers). Bellingwedde: geen, Hoogezand-Sappemeer: geen, Menterwolde: geen, Pekela: geen, Reiderland: Luppo, Wubbo, Scheemda: Edzo, Swier, Stadskanaal: Wubbe, Veendam: Eilt, Meerten, Vlagtwedde: geen. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Aike, Boelo, Eerke, Eggo, Eildert, Eltjo, Elzo, Eppo, Haijo, Heiko, Hemmo, Hilko, Hinderk, Koeno, Kornelius, Sebo, Tjakko, Tjapko, Warnder.
De mannennamen op -o komen al in de 9e eeuw in Oudsaksische bronnen voor en hebben tegenwoordig overduidelijk hun basis in de Oldambt, met verspreiding naar de Veenkoloniën en Westerwolde, en vormen de belangrijkste streekgebonden namen daar.
- Alle kaarten in deze bijdrage kunnen gereproduceerd worden in de voornamenbank via de optie ‘geavanceerd’ zoeken. In het zoekveld moeten dan de gezochte namen als een reguliere expressie worden ingevuld. Bijvoorbeeld alle namen vinden die na p, t, k, d, b, f eindigen op -tje kan als volgt: [ptkdbf]tje$
Dat definieert een patroon waarin precies één van deze letters uit [ptkdbf] moet voorkomen, gevolgd door tje, terwijl $ einde naam betekent. De gezamenlijke populariteit en verspreiding van alle namen die aan dat patroon voldoen wordt vervolgens gegeven. Het levert deze kaart voor vrouwen. - In 1972 publiceerden Heeroma en Miedema een historische voornamengeografie van Groningen en aangrenzende gebieden voor Tjaard en Tjark, Anna en varianten, en Johanna en varianten op basis van doopboeken tussen 1700 en 1725. Ze concludeerden dat die historische verspreiding begin jaren zestig van de vorige eeuw, hoewel verwaterd, op basis van de geboorteberichten in het Nieuwsblad van het Noorden nog steeds op ging. Dat kunnen we ook nu nog beamen. En opmerken dat de vooruitgang in de beschikbaarheid en presentatiemogelijkheden van gegevens in vijftig jaar enorm is.
Henk Wolf zegt
Ik vraag me af of de spelling hier niet meer eenheid in het Fries-Groningse grensgebied suggereert dan er in werkelijkheid is. Ik ken in het oosten van Friesland verschillende Sjoerdtjes, Bregtjes/Brechtjes, Tet(t)jes, Mettjes en Ruurdtjes en van allemaal eindigt de naam op [tʃə]. Bij de jongste generatie zie ik nog weleens dat die namen volgens de uitspraak worden gespeld (Sjoerdsje, Tetsje enz.), maar bij de ietsjes oudere Friezinnen ontbreekt vaak de verwachte ‘s’ in de spelling van de naam.
Oostelijk van de provinciegrens, is teminste mijn indruk, komt die [tʃə]-uitspraak vrijwel niet voor. Ik heb meermaals meegemaakt dat Groninger Attjes en Bregtjes wat prikkelbaar reageerden als Friezen hun naam spontaan op de “Friese” manier uitspraken.
Weia Reinboud zegt
Een terzijde eigenlijk, op welke manieren wordt ’ttj’ in het Fries gerealiseerd? Tante Bottje (Drylts 1913) leerde ik pas op haar 90e kennen, maar ze werd uiteindelijk 103. Zij zei niet ‘botje’ en niet ‘botsje’, haar neef (Nijlân 1918) zei wel ‘botsje’ en een achterneef noemt haar ’tante Bots’. Zelf sprak ze het anders uit, met een gepalataliseerde t, dus niet met een sj-klank zoals die in de ons omringende talen voorkomt. Zelfs had ik de indruk dat ze de dubbele t enigszins realiseerde. Wat is hier meer over bekend?
Henk Wolf zegt
Bedoel je zoals Foppe de Haan ‘beetje’ uitspreekt op 1:21 in dit filmpje? https://www.youtube.com/watch?v=6gAUvA8hfHk
Die t kom je in het Friese Nederlands vaker tegen, maar niet in het Fries.
Weia Reinboud zegt
Dat gaat wel heel snel. Ze zei het veel nadrukkelijker. Ze was van huis uit Friestalig.
Henk Wolf zegt
Hier klinkt ie wat duidelijker, op 41:07 ‘laatje’. Is dat de klank die je bedoelt?
Weia Reinboud zegt
Dat komt in de richting. Maar dat is toch gewoon Nederlands?