• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

‘ik hangt als een kwaal over de trap’

18 november 2020 door Marc van Oostendorp 1 Reactie

Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (4: Anne Vegter, Big data)

Liefdesverdriet nadat iemand bij je weggaat is een alles vervagende emotie: er wordt een wond geslagen en degene naar wie je toeging om die wond te stelpen, blijkt zelf de wond te zijn, en trouwens ook afwezig. Je weet niet meer wie die ander is, wie je zelf bent.

Vandaar misschien dat liefdesverdriet een thema bij uitstek is voor lyriek – waarin een ontlichaamd ik spreekt, schreeuwt, zingt ten overstaan van een al even ontlichaamd jij. Dat alles laat Anne Vegter magistraal zien in haar bundel Big data, een bundel waarin ik in het eerste deel (‘Hoe Europa doen (interview)’) de Zuid-Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker is, en in het derde Medea (‘Medea 2.0. (Monoloog)’). In het tweede deel (‘Big data. Gedichten’) is ze naamloos. Ik is steeds iemand anders en toch dezelfde: ‘er doen drie versies van me de ronde’ is een regel in Medea.

Een van de problemen bij het schrijven over lyriek is dat je af en toe moet schrijven over iemand die wordt aangeduid als ik. Deftige schrijvers over lyriek zeggen dan ‘het lyrisch subject’. Het enige alternatief is dat je ook in de bespreking ik zegt, en dan met het werkwoord in de derde persoon (‘ik spreekt’).

Precies die eigenaardige combinatie van persoonlijk voornaamwoord van de eerste persoon en werkwoord in de derde persoon gebruikt Anne Vegter in een van de gedichten in Big data,

ik

hangt als een kwaal over de trap, zoekt de mechanismen van haar vormen, wiegt haar
winstverwachtingen: is ze alleen, klaar voor de oorlog, en waar was ze toen haar vorige begon

geheugentraining: had geen mening, deed niet open, tongriemkanker, had geen huidskleur,
wist geen raad, sportte levend, zette af en draaide, zeilde, deelbaar, schatbaar, muitbaar

Het ligt voor de hand om het ik (dat de titel is van het gedicht) als het onderwerp van de zin te zien. In dat geval beschouwt het lyrisch subject zichzelf dus van de buitenkant. Er is geen verschil meer tussen binnen- en buitenkant, er zijn geen grenzen meer, ik “hangt als een kwaal over de trap”. (Voor mij klinkt dan kwal mee, en schemert het schilderij van een gesmolten horloge van Dalí door het beeld).

Zoals in de paar regels van dit gedicht allerlei gevoelens en houdingen door elkaar lopen (het ene moment wordt er nog gehangen en gewiegd, het volgende is ze klaar voor de oorlog; nu eens weet ‘ze’ zich geen raad, en dan draait ze ineens), zo lopen de eerste persoon ‘ik’ en de derde ‘zij’ door elkaar. Hier is iemand tegelijkertijd zo verslagen door wat haar is overkomen – uit dit gedicht is niet zo duidelijk dat dit liefdesverdriet is, maar dat blijkt uit de context van de bundel – dat ze niet meer weet wie ze is, dat ze naar zichzelf kijkt en ziet hoe ze over de trap hangt en tegelijkertijd muitbaar is.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Anne Vegter, Pronomina in de lyriek

Lees Interacties

Reacties

  1. Robert Kruzdlo zegt

    19 november 2020 om 11:35

    Marc schrijft: Er is geen verschil meer tussen binnen- en buitenkant…(…)

    Een dichter kan NIET dichten als er géén ‘binnen en buiten’ bestaat. Alhoewel het brein geen ik, hun enzovoorts kent, kent het wél een homeostatisch verlangen met een binnen- en een buitenwereld. Als er géén binnen en buiten zou bestaan, bestaat de dichter niet.

    Ik heb ongeveer tien jaar in de buurt van Dali’s huis gewoond, vlak bij Cape de Creus. Ik ken de natuur, de hitte, de rotsen en de mieren en de camembertkaas klokken van Dali, die ongeveer 18 uur aangeven. Bij Dali ging het om tijdloos dromen, in een surrealistische werkelijkheid van een binnen- en buitenwereld. (In een paranoïde-kitsch.)

    Geen verschil meer tussen binnen- en buitenkant… …kan onmogelijk, zelf niet in een droom of ‘ikloos’ dichten, is er altijd een homeostatisch verlangen.

    Zal wel een trap te hoog zijn als je NIETS wil zijn, worden of wil breindromen.

    …

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Robert KruzdloReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Kees Jiskoot • Zwaarmoed en potsier

Maar aan Brusselse loketten
bezig ik hun zoet patois:
Jefke, Ickxske, Sjefke, Krieckxske,
Olland, Olland, Toetatwâ.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

SNOETJE

Een snoetje van ontroering, een snoetje van ontrouw.

Bron: Barbarber, september 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1901 Pierre Boyens
sterfdag
1891 Jan Beckering Vinckers
1933 Johan Kern
1951 Jacoba van Lessen
2024 Erik Brus
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d