
Liefde en de Doodt teghen my partyen,
Dies weent mijn hert, het kermt, het claecht:
Liefde door zijn brand heeft my doen vryen
Een schoone en suyverlijcke maecht:
Maer de Doodt seer wreet en onvertsaecht,
Heeft haer ghehaelt t’mijnder onvromen:
Liefde heeft my mijn verstandt ontjaecht:
En de Doodt heeft my mijn Lief ghenomen.
H.L. Spiegel (1549-1612)
vryen = liefhebben
onvromen = onheil
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter