Duif en valk
Als ik, van adel wordend, mijn donjon,
mijn vlag, mijn ring, kortom mijn staat van leven
en mijn geslacht een wapen had te geven,
ik koos een duif, een valk, een carillon,
en dit zo beeldend door elkaar geweven,
dat geen de zin ervan ontglippen kon,
dat elk, hoe blind van blik dan ook of stom,
het wezen zou herkennen van mijn leven.
Men zou begrijpen, dat het klokkespel
niets anders dan een zingend hart kan wezen,
waarin een duif, de valse valken vrezend,
zich schuilend voor die vogels veilig stelt,
maar die steeds weer, als hij zich goed en wel
genesteld heeft, verwoed wordt opgedreven.
Max Dendermonde (1919-2004)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter