• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

‘Plasse(n) doen’ in het Nederlands en Fries

2 januari 2021 door Henk Wolf Reageer

Door Henk Wolf

  • Daan moet nodig plassen.
  • Daan moet nodig plasse.

In het moderne Nederlands maakt het niets uit welke van de bovenstaande zinnen je gebruikt. De infinitief (de onbepaalde wijs, het ‘hele werkwoord’) kan eindigen op een -n of op een uh-achtig klankje, dat we meestal als -e schrijven.

Tuurlijk, er zijn allerlei regionale en persoonlijke voorkeuren voor de ene of de andere vorm, en soms heeft de klank die meteen achter de infinitief komt, enige invloed op de keuze voor een van beide vormen, maar de taalgemeenschap als geheel gebruikt beide vormen vrolijk door elkaar.

Twee infinitieven

Dat is niet altijd zo geweest. En er zijn nog steeds streektalen waarin de infinitief op -e en de infinitief op -n net zomin onderling uitwisselbaar zijn als bijvoorbeeld de infinitief en het voltooid deelwoord, of de vormen van de tegenwoordige en de verleden tijd.

Er zijn in Zeeland en het Noord-Hollandse West-Friesland dialecten waarin het onderscheid nog wordt gemaakt, maar het best is het beschreven voor het Fries. Geen moedertaalspreker van het Fries zal van de volgende twee zinnen de eerste gebruiken:

  • Daan moat nedich pisjen. [uitgesloten]
  • Daan moat nedich pisje. [gewoon]

Het systeem is in grammatica’s en leerboeken goed geschreven. Meestal wordt dat gedaan door de contexten aan te geven waarin de n-infinitief wordt gebruikt. De resterende contexten vragen dan om de e-infinitief. Leerboeken noemen als contexten voor een n-infinitief doorgaans: indien gebruikt als zelfstandig naamwoord (‘it pisjen’), na te (‘Daan stiet te pisjen’) en in combinatie met een van de werkwoorden voor ‘gaan/blijven/komen/hebben/zien/horen/voelen/bemerken’ (‘Ik hear Daan pisjen’).

Keuze van de infinitief bij het hulpwerkwoord ‘doen’

Er zijn nog wat contexten die in de beschrijvingen vaak worden vergeten, zoals de combinatie met fine ‘vinden’ (zie hier) en de combinatie met dwaan (‘doen’).

Dat dat laatste niet wordt genoemd, is gezien de zeldzaamheid van die constructie geen wonder. Het is alleen gebruikelijk in de constructie tinken dwaan oan ‘doen denken aan’. Het werkwoord dwaan ‘doen’ is daar een zogenaamd ‘hulpwerkwoord van de veroorzakende vorm’ (causatief).

In het Fries dat in het Duitse Saterland wordt gesproken, werkt het bijna net zo als hierboven voor het Nederlandse Fries beschreven staat. Een opvallend verschil is er echter bij ‘doen’. Anders dan het Nederlandse Fries, maakt het Saterfries zeer ruim gebruik van ‘ondersteuning met doen‘. Dat is een constructie waarbij het hoofdwerkwoord als infinitief wordt gebruikt en het hulpwerkwoord doen zonder enige bijdrage aan de betekenis aan de zin wordt toegevoegd. We kennen die constructie allemaal van moderne Engelse vraagzinnen:

  • Loves he her? [uitgesloten]
  • Does he love her? [gewoon]

In het Nederlandse taalgebied is onder meer Noord-Brabant bekend om het gebruik van het ondersteunende hulpwerkwoord doen, maar ook daarbuiten wordt het geregeld gevonden. Een Nederlands voorbeeld:

  • Ik doe wel even de kopjes afwassen. [in veel regio’s gewoon]

Woordvolgorde als bepalende factor

Sprekers van het Saterfries moeten bij het ondersteunende doen kiezen welke vorm van de infinitief ze gebruiken: die op -n of die op -e. En het gekke is dat de zinsvolgorde daarbij bepalend is. Staat doen voor het hoofdwerkwoord, dan krijgt dat de -e-vorm. Staat het erachter, dan krijgt het de -n-vorm:

  • Hie det deer altied pisje. [gewoon]
  • Hie det deer altied pisjen. [uitgesloten]
  • (Iek toanke det) hie deer altied pisje det. [uitgesloten]
  • (Iek toanke det) hie deer altied pisjen det. [gewoon]

En dat is gek. Heel veel grammaticale modellen gaan er namelijk van uit dat hulpwerkwoorden aan ons zinsbouwmechanisme vertellen welke vorm het hoofdwerkwoord moet krijgen (iets versimpeld gezegd).

Overigens zijn er wel meer gevallen waarin de woordvolgorde de werkwoordvorm bepaalt. In het Standaardnederlands geldt dat voor de persoonsvorm van de tweede persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd:

  • Je loopt dan rechtdoor. [gewoon]
  • Je loop dan rechtdoor. [uitgesloten]
  • Dan loopt je rechtdoor. [uitgesloten]
  • Dan loop je rechtdoor. [gewoon]

Hoewel in dat geval de volgorde bepalend is voor het uiterlijk van het werkwoord, is zowel loopt als loop hier nog een persoonsvorm. Dat je een hele andere vormcategorie krijgt, is zeldzamer. Toevallig heb ik er in de vorige eeuw in het zogenaamde Interferentiefries voorbeelden van gevonden. Dat is een sterk door het Nederlands beïnvloede variant van het Fries, sinds ongeveer de jaren tachtig in gebruik, met een eigen systematiek. Het taalgevoel van de door mij bevraagde sprekers daarvan liet door de woordvolgorde uitmaken of je in voltooidetijdsconstructies een voltooid deelwoord (zoals heard ‘gehoord’) of een e-infinitief (zoals hearre ‘horen’) krijgt:

  • Ik ha har sjongen heard. [gewoon voor alle Nederlandse Friestaligen]
  • Ik ha har sjongen hearre. [uitgesloten]
  • Ik ha har hearre sjongen. [ook gewoon voor sprekers Interferentiefries]
  • Ik ha har heard sjongen. [uitgesloten]

Andere werkwoordsvorm of alleen ander uiterlijk?

Nou is de vraag of de Saterfriezen werkelijk een categoriaal andere werkwoordvorm kiezen. Er is nog minimaal één andere mogelijkheid en dat is dat we bij doen-ondersteuning in het Saterfries altijd een n-infinitief krijgen, maar dat het eind-n’etje soms geschrapt wordt, zodat er een vorm overblijft die uiterlijk identiek is aan de e-infinitief. In het Interferentiefries heb ik daar ook voorbeelden van gevonden. Op het moment weet ik geen manieren om dat voor de genoemde constructies te testen, maar ideeën zijn welkom.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Fries, morfologie, syntaxis, werkwoorden

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d