• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Bestaan er nevengeschikte betrekkelijke bijzinnen?

14 mei 2021 door Henk Wolf 3 Reacties

Bij het lezen van negentiende-eeuwse literatuur valt me voortdurend van alles op. Zo kwam ik laatst in de Rimen en teltsjes van de gebroeders Halbertsma de volgende zin tegen:

  • It wie oars sa’n moai faam en dêr ek in goed hert yn siet, mar luftich en wif fan aard, ien dy gau swinke koe.
    (het was overigens zo’n mooie meid en waar ook een goed hart in zat, maar oppervlakkig en wispelturig van aard, iemand die gauw omslaan kon)

Wat mij meteen opviel, is dat de betrekkelijke bijzin ‘dêr ek in goed hert yn siet’ werd voorafgegaan door het nevenschikkende voegwoord en. Dat is gek.

Het kon een typfout zijn, dus ik heb de oorspronkelijke negentiende-eeuwse versie er even bij gepakt. Daar stond – in de toenmalige spelling – precies dezelfde zin.

Toen ben ik verder gaan zoeken en ik vond zonder al te veel moeite nog meer van dit soort constructies:

  • ‘Er preke in dominy mei in fyn ferstân, en dy ’t hert op it rjochte steed siet (ook in de Rimen en teltsjes)
    (er preekte een dominee met een goed verstand, en die het hart op de juiste plaats zat)
  • De Fader fen it gasthûs wier in goeden simpelen stêdman, en dy (krekt oars as wize ljue) alles leaude hwet him nuver talike. (ook in de Rimen en teltsjes)
    (de vader van het gasthuis was een goede simpele stadsman, en die (net anders dan wijze mensen) alles geloofde wat him vreemd voorkwam)
  • Wichtich foar ús binne de tinzen fan de skriuwer op it stuit dat wy nou biskriuwe en dy’t fansels de konsepsje fan de roman oanbilangen. (in Bisten en Boargers van Jo Smit uit 1959)
    (belangrijk voor ons zijn de gedachten van de schrijver op het moment dat we nu beschrijven en die natuurlijk de conceptie van de roman betreffen)
  • Hy seach har foarmen yn ‘e trui, hast as de slachtersfrou út it doarp en dêr’t de jonges Fenne Sûch tsjin seine (in het verhaal ‘It stille forlet’ van Tsjits Peanstra uit 1955)
    (hij zag haar vormen in de trui, bijna als de slagersvrouw uit het dorp en waar de jongens Fenne Zeug tegen zeiden)

Op zich is het geven van extra informatie over een zelfstandig naamwoord in een nevengeschikte zin in het Fries helemaal niet ongewoon, maar dat is dan altijd een hoofdzin. Zo zijn voor mij heel normaal:

  • It wie oars sa’n moai faam en der siet ek in goed hert yn.
    (het was overigens zo’n mooie meid en er zat een goed hart in)
  • Der preke in dominy mei in fyn ferstân en dy siet it hert op it rjochte steed.
    (er preekte een dominee met een goed verstand en die zat het hart op de juiste plaats)
  • De fader fan it gasthûs wie in goeie, simpele stedsman en hy leaude alles wat him nuver talike.
    (de vader van het gasthuis was een goede, simpele stadsman en hij geloofde alles wat hem vreemd voorkwam)
  • Wichtich foar ús binne de tinzen fan de skriuwer en dy geane fansels de konsepsje fan de roman oan.
    (belangrijk voor ons zijn de gedachten van de schrijver en die gaan natuurlijk de conceptie van de roman aan)
  • … hast as de slachtersfrou en dêr seinen de jonges Fenne Sûch tsjin.
    (bijna als de slagersvrouw en daar zeiden de jongens Fenne Zeug tegen)

Als de voorkomens van en in de aangetroffen zinnen geen verschrijvingen zijn, dan is natuurlijk de vraag hoe de zinnen in elkaar zitten. Op Facebook suggereerde iemand die alleen de eerste zin had gezien, dat die een samentrekking kon zijn van (in vertaling): ‘Het was overigens zo’n mooie meid en (het was er een) waar een goed hart in zat’. Dat zou kunnen, maar bij de zin over de slagersvrouw is zo’n analyse niet goed mogelijk. Daar kun je volgens mij niet anders dan aannemen dat de betrekkelijke bijzin ‘dêr’t … seine’ neven de zelfstandignaamwoordgroep ‘de slachtersfrou (uit het dorp)’ is geschikt – of: dat er geen sprake is van nevenschikking, maar van een ander woordje en dan het bekende nevenschikkende voegwoord. Een onderschikkend voegwoord is het hoogstwaarschijnlijk niet: die komen in het Fries in betrekkelijke bijzinnen na het voornaamwoord, meestal in de vorm van het clitische woordje ’t – dat in elk van deze zinnen zonder problemen invoegbaar is. Bijvoorbeeld:

  • It wie oars sa’n moai faam, dêr’t ek in goed hert yn siet.
    (het was overigens zo’n mooie meid, waar+VOEGWOORD ook een goed hart in zat)

In de grammatica’s van het Fries kon ik geen informatie over de opvallende constructie vinden. Een korte en oppervlakkige zoektocht in naslagwerken voor het Nederlands leverde ook niets op, net zomin als een korte rondvraag op de sociale media. Ik ben nu natuurlijk benieuwd of ik toevallig op een paar verschrijvingen of individuele eigenaardigheden ben gestoten, of dat er werkelijk door en voorafgegane bijzinnen met een betrekkelijke functie bestaan. Is er ook iemand die weleens een beschrijving van deze constructie is tegengekomen, in het Fries, Nederlands of een andere taal? En zijn er nog mensen die zulke zinnen zelf gebruiken?

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Fries, syntaxis, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Anneke Neijt zegt

    15 mei 2021 om 08:45

    De voorbeelden klinken goed, ook de vertalingen. Misschien zijn het nevenschikkingen van uitingen. Je kunt zeggen: “Lente en de zomer komt er aan” of “jij en eieren bakken” of “we lopen hard en langs de waterkant”. Nevenschikkingen van ongelijksoortige constructies binnen een zin (= een constituent met zinsopbouw) doen we waarschijnlijk niet.

    Beantwoorden
  2. Willem Visser zegt

    15 mei 2021 om 15:12

    Ik herinner me, dat dit type zin in het Nederlands door Jack Hoeksema in een lezing (op een tabu-dag, denk ik) werd genoemd, en dat een aanwezige (Mark de Vries?) toen het idee opperde, dat de betrekkelijke bijzin als antecedent het niet zichtbare pronomen ‘een(tje)’ heeft. Ook voor mij klinken deze zinnen goed.

    Beantwoorden
  3. Peter-Arno Coppen zegt

    15 mei 2021 om 18:19

    Ik weet niet of je er iets aan hebt en of het hetzelfde is, maar ik kan me een artikel herinneren van Jan Wouter Zwart (meen ik) in Tabu, over zinnen van het type ‘Ik ken een man en die woont in een hutje op de hei’.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Willem VisserReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d