Er is de laatste tijd het een en ander te doen rondom pief-paf-poef. Eind maart meldde Ewoud Sanders in NRC dat hij een zeer oude vindplaats had gevonden voor de uitdrukking: een boekje uit 1721 waarin een ‘vechtnar’ de uitdrukking tot twee keer bezigt, terwijl hij een oud vrouwtje molesteert. Afgelopen vrijdag maakten Roeland Cortois en Miet Ooms ons op Neerlandistiek opmerkzaam op het feit dat in Vlaanderen overwegend de volgorde pief-poef-paf wordt gebruikt. (Die vorm komt sporadisch ook in Nederland voor en ik heb in mijn jeugd het door Cortois en Ooms opgevoerde ‘Vlaamse’ rijmpje ook gebruikt: Alle indianen / schieten met bananen / pief-poef-paf / jij bent af’.)
Maar daarmee hebben we pief-paf-poef nog niet afdoende behandeld. Geen van beide meldt dat de uitdrukking ook in het Engels en het Frans voorkomt, voor zover ik kan zien steeds in wat we nu maar even de Nederlandse volgorde noemen: piff paff poof in het Engels en pif paf pouf in het Frans. In het Frans vind ik incidenteel ook pif pouf paf, maar toch veel minder vaak. Ook lijkt pif paf pouf de oudere vorm, die bijvoorbeeld gebezigd wordt in het bovenstaande lied uit 1921. In het Engels kan ik de ‘Vlaamse’ vorm helemaal niet vinden.
Dit artikel weet de Engelse uitdrukking te traceren tot 1868 en de Franse tot 1867 – in een opéra bouffe van Offenbach zong toen iemand ‘Et pif, paf, pouf, tara pa poum! Je suis moi, le Général Boum’. Dat is allemaal ruim na het Nederlandse citaat van Sanders, maar de auteur van het artikel weet te melden (zonder duidelijke bronvermelding) dat de uitdrukking oorspronkelijk Jiddisch is. In het Jiddisch Nederlands Woordenboek vind ik overigens alleen pief-paf-poj, maar dat ligt het dichtst bij de Nederlandse vorm. De samensteller van het woordenboek, Justus van de Kamp, zegt me dat hij het onwaarschijnlijk vindt dat de term in die taal is ontstaan en denkt dat die hem eerder heeft uit het Pools of… het Frans. Dat raadsel is dus (ook) nog niet opgelost.
De Vlaamse vorm is dus de afwijkende, en dat is eigenlijk eigenaardig. De volgorde ie-aa-oe volgt wat taalkundigen noemen het apofonische pad: de ie maak je voorin de mond, de aa in het midden, en de oe achterin. Er zijn heel veel kinderrijmpjes van over de hele wereld die deze beweging maken. Je vindt het in het Nederlands ook in bijvoorbeeld bim-bam-bom, hi-ha-hondelul (de o ligt dit bij de oe), of Ti-ta-tovenaar en knibbel-knabbel-knuistje (idem voor de oo en de ui). En in allerlei groepjes van twee in plaats van drie vind je ook dezelfde volgorde (tiktak, zigzag, mikmak, rimram, liflaf, wipwap).
Het ontstaan van de volgorde pief-poef-paf, die afwijkt van wat we in andere talen vinden én dat fijne apofonische pad niet volgt, is dus een raadsel.
Manfred zegt
Niet alleen de plaats in de mond waar de klanken worden gevormd geeft een patroon, ook de melodie is er een.
Pief paf poef gaat van hoog naar laag terwijl pief poef paf eerst een enorme duik naar beneden maakt om vervolgens weer te stijgen.
Marc van Oostendorp zegt
Hier begrijp ik niets van. Pief, poef of paf hebben toch geen eigen, vaste toonhoogte?
Knut zegt
Geen vaste toonhoogte, maar qua klank wel natuurlijke niveauverschillen:
pief
paf
poef
pief
paf
poef
Knut zegt
Ik bedoelde:
…pief
………paf
…………..poef
vs.
…pief
……………..paf
………poef
Knut zegt
Vanuit Duits gesproken: ‘piff, peff’ bij Fischart (16e eeuw)
piff (peff)
http://www.woerterbuchnetz.de/DWB?lemid=P04797
puff
http://www.woerterbuchnetz.de/DWB?lemid=P08257
paff
http://www.woerterbuchnetz.de/DWB?lemid=P00159 (hier o.a. ‘piff paff puff’, ‘pif, paf, puf’ en variaties – achtergrond ‘puf’, ‘pof’ enz. o.a.:
http://www.woerterbuchnetz.de/DWB?lemid=P08257
http://www.woerterbuchnetz.de/DWB?lemid=B12739)
Misschien staat puf/puff/pof enz. meestal aan het einde omdat u/o qua klank ‘meer indruk’ dan het a maakt?
Ik weet niet of het boek “Towards a Typology of Poetic Forms: From Language to Metrics and Beyond” al werd genoemd. Erin staat een interessant stuk: “Pif paf poof – Ablaut reduplication in children’s counting-out rhymes” van Andy Arleo… (ik heb het niet gelezen)
Patrick De Block zegt
In de ‘Vlaamse’ versie van mijn kinderen is het laatste zinnetje: je broek zakt af.
Jacques Van Keymeulen zegt
Ik gebruikte pief-poef-paf (ik ben een Vlaming) in mijn lessen om de studenten de drie uithoeken van de klinkerdriehoek te wijzen. Ze mochten ook hiep-hiep hoera onthouden (komt hiep-hiep haroe ergens voor?).
Marc van Oostendorp zegt
Hiep-hiep-hoera is een intrigerend potentieel tegenvoorbeeld, maar het is natuurlijk zeer waarschijnlijk dat dit een extensie is van enkelvoudig hoera. Om de klinkers daarin om te draaien voert misschien een beetje ver om te komen tot een mooi apofonisch pad.