Onbegrip begrepen 40 taalfilosofische gesprekken over communicatie (deel 12)
– Nu wordt het toch tijd voor voorbeelden van alledaagse miscommunicatie. Anders blijft ons gespreksonderwerp te vaag. Heb je wat verzameld?
– Zeker! Wat denk je van dit gespreksfragment, waarin twee personen foto’s aan het sorteren zijn:
A Is dit een foto van Jan?
B Hè, ik dacht dat hij er heel anders uitzag.
A Nee, ik bedoel, heeft hij deze misschien gemaakt? Is dit een foto van Jan?
B Dat kan toch niet, hij was er niet eens bij toen.
A Nou, hij komt toch uit het kistje van Jan. Dus is het wel een foto van Jan.
– Mooi voorbeeld. Maar dit heb je verzonnen. En bovendien, er is uiteindelijk toch geen onbegrip.
– Oké, dit voorbeeld is inderdaad te mooi om echt te zijn. Maar van heeft toch wel verwarrend veel betekenissen.
– Nou ja, verwarrend. Het is maar hoe je het bekijkt. In de situatie wordt toch duidelijk wat er bedoeld wordt. Een voorvoegsel als ver- heeft volgens de Dikke Van Dale wel zestien betekenissen, waarvan ik er hier even vier noem. Dat voorvoegsel betekent dat er iets fout gaat (zich verspreken), maar het is ook een versterking (vereren) en het betekent ook ‘met een laagje bedekken’ (verzilveren), of ‘omzetten in’ (weer: verzilveren). Al die betekenissen leiden zelden tot misverstanden.
– Maar het zou toch wel handig zijn als de taal voor al die verschillende betekenissen een apart woord heeft?
– Handig? Dan zouden we heel wat meer woorden moeten leren gebruiken. Nee, eigenlijk is het heel economisch: een taal heeft zoveel woorden als er nodig zijn om iets duidelijk te maken in een bepaalde situatie.
– Dus ik moet altijd kijken naar het taalgebruik in een situatie?
– Ja, want uit alle mogelijke betekenissen wordt dan heel vaak vanzelf wel duidelijk wat er bedoeld wordt. Neem een woord als recordregen. Als je dit woord tijdens de Olympische Spelen hoort, dan denk je niet aan een weerbericht. Betekenisgeving vindt altijd plaats in een situatie. Denk aan voor de armen op een collectebus onder de Venus van Milo in het Louvre. Denk aan Beau was die nacht bevallen. Drie betekenissen, ook die met een baby.
– Oké. Maar ik heb ook een voorbeeld met een duidelijke situatie, en toen was er wel onbegrip. Een moeder speelt met haar kind:
A Ooh, de toren is omgevallen!
B Peuter kijkt sip, en kruipt weg
A Ach nee, samen doen, dat blok kan hier weer op.
B Peuter huilt en roept boos ‘Nee!’
A Zal ik je dan naar bedje brengen?
B Peuter huilt nog harder
– Mooi voorbeeld! Maar ook wel lastig, want er gebeurt hier veel buiten de taal om wat we niet kunnen achterhalen. Kennelijk denkt de moeder dat het kind moe is. Maar de reactie van de peuter kun je ook anders verklaren. Misschien wordt de uiting van de moeder, die bedoeld is als troost of aansporing, wel opgevat als verwijt.
– Hoe kom je daar nou bij?
– Nou, misschien zat er iets in de intonatie van die eerste uiting van de moeder. Maar dat kunnen we niet achterhalen.
– Ik hoor jou nu iets zeggen over een bedoeling die niet overkomt en dat je ook moet letten op intonatie. Ik zal het proberen. Maar ik heb nog een voorbeeld waarin de situatie duidelijk is. En dat weet ik zeker, want ik was er zelf bij betrokken. Ik ben B in dit stukje conversatie.
A Goh, Ingrid heeft het toch wel moeilijk gehad. Zullen we met haar gaan shoppen. Dan kan ze wat troostkleren kopen.
B Ja, die heeft het zwaar gehad. Gelukkig. Ze kan veel aan.
A Ja, ze is gelukkig heel sterk.
– Wat is hier de miscommunicatie?
– Nou, ik bedoelde te zeggen dat veel kleren haar passen. Maar persoon A dacht dat ik bedoelde dat Ingrid veel tegenslagen kan verdragen.
– Dus, jij vindt dat A alleen maar iets had kunnen zeggen als: ‘Ja, veel kleren staan haar goed.’
– Inderdaad, want dat bedoelde ik.
– Maar je moet natuurlijk niet alléén letten op wat jij bedoelt. Kijk eens naar de betekenis van Ze kan veel aan. Dit is net zoiets als de voorbeelden eerder, zoals recordregen.
– Maar je zei zelf dat de situatie dan vaak duidelijkheid geeft.
– Ja, en nu komen we op iets! Als de situatie meer betekenissen kan oproepen, zoals in dit voorbeeld over troostshoppen en iemand die het moeilijk heeft, dan is het goed voorstelbaar dat gesprekspartners in dezelfde situatie tot een andere interpretatie komen.
– Is dat dan de oorzaak van miscommunicatie?
– Ja, meestal wel. Meestal reageren we vanuit onze manier van kijken, en dan kan het gebeuren dat we eenzelfde uiting anders interpreteren dan was bedoeld. En daarvoor moet je dan kijken naar de betekenis. Misschien kun je hiervan voorbeelden vinden?
– Ik ga weer op zoek.
Deze serie verschijnt op maandag, donderdag en zaterdag in de zomermaanden. Commentaar is uiteraard bijzonder welkom. Reacties worden verwerkt in een mogelijk vervolg op deze serie
Laat een reactie achter