• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

w + e = o

30 juni 2021 door Marc van Oostendorp 11 Reacties

Meisje met parel (Johannes Vermeer) – detail.

Waarom zeggen we niet kwemen, vroeg Yoïn van Spijk zich gisteren af in een interessant blog, hier op Neerlandistiek. Naast het rijtje nemen – nam – genomen zou immers het rijtje kwemen – kwam – gekomen beter passen?

Oorspronkelijk was het werkwoord in de tegenwoordige tijd inderdaad kwem, zegt Van Spijk. Door een ‘sporadische klankverandering’ zou die we geworden zijn tot o. Omdat dit ‘sporadische’ hem niet lekker zit, zoekt hij vervolgens naar een andere, wat ingewikkelder verklaring. Een argument daarbij is dat ook andere dochters van de Germaanse oertaal, zoals het Nedersaksisch, het IJslands en het Zweeds, de verandering zouden hebben doorgemaakt. “Het zou immers”, schrijft Van Spijk, “wel heel toevallig zijn als een sporadische verandering als die van [we] in [o] onafhankelijk in zó veel dochtertalen zou hebben plaatsgevonden.”

Nu weet ik niet precies wat Van Spijk verstaat onder ‘sporadische verandering’. Althans, ik neem aan dat hij bedoelt: de verandering komt niet veel voor, maar ik weet niet hoe hij dat geteld heeft. Wat ik wel weet: het samenvallen van w en e valt op zich vrij gemakkelijk te begrijpen, en het is dus niet gek als we die in verschillende talen tegenkomen.

Dat komt doordat de w vrij dicht in de buurt zit van de o. Je maakt ze beide met een ronding van de lippen – althans als die w de klank is zoals je die in het Surinaams of het Belgisch Nederlands maakt. Als je probeert zo’n w lang aan te houden, krijg je van zelf een oe-achtige klinker. Nu maak je die oe met je tong vrij hoog in de mond, en een e wat meer in het midden van de mond. Een o heeft dus de lipstand van de w en de tongstand van de e, het is een compromis tussen de twee, een resultaat van het samenklappen van die klinken (taalmopperaars hebben in die tijd misschien schande gesproken van de slordige uitspraak van de jeugd).

Maar waarom is het dan niet naast kwem – kwam niet ook gekwomen? Daarvoor liggen de w en de oo te dicht naast elkaar, zeker als die w dan ook nog na een andere medeklinker moet worden uitgesproken. In het moderne Nederlands hebben we nog steeds geen woorden die beginnen met kwoo of twoo: wel woord en wonen maar geen kwoord of twonen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: fonologie, taalverandering

Lees Interacties

Reacties

  1. Henk Wolf zegt

    30 juni 2021 om 07:30

    In vormen van ’twaalf’ zie je deze wisseling ook. Al in het Oudfries komen vormen met -we- (twelve, twelf) voor naast vormen met -o- (tolve, tolf), vermoedelijk al met een geografische verdeling die we nu nog zien: ten westen van de Lauwers o-vormen (tolve, tolf, tolef), ten oosten we-vormen (twelich, tweelven). Het WNT noemt vergelijkbare variatie (twelif, tolif) ook al voor het Oudnederfrankisch.

    Beantwoorden
    • Olivier van Renswoude zegt

      30 juni 2021 om 10:02

      Het Oudfries is betrekkelijk laat overgeleverd (met eigenaardigheden) en ik kan die Oudnederlandse vorm met to- niet terugvinden in het WNT. In de vroegste tijden van naburige dochtertalen zien we Oudhoogduits zwelif (doch queman, koman), Oudsaksisch twelif, twiluf, twulif (doch kuman) en Oudengels twelf (doch cuman).

      Beantwoorden
      • Henk Wolf zegt

        30 juni 2021 om 16:27

        De vorm staat bij het lemma Twaalf I in het WNT, helemaal vooraan, in het rijtje met historische vormvarianten.

        Beantwoorden
        • Olivier van Renswoude zegt

          30 juni 2021 om 16:59

          Ach ja, mijn dwaling: ik zat in het ONW te kijken. Daar is evenwel geen melding van tolif o.i.d., noch in het MNW of het EWN, dus ik vraag me af hoe het WNT bij die vorm komt.

          Beantwoorden
  2. Manfred zegt

    30 juni 2021 om 08:06

    “In het moderne Nederlands hebben we nog steeds geen woorden die beginnen met kwoo of twoo: wel woord en wonen maar geen kwoord of twonen.”

    Quote, voor de goede verstaander: kwoot.

    QED

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      30 juni 2021 om 08:15

      Ja, dat was onvolledig, er is een reeks leenwoorden met kwo- (ook bijvoorbeeld quorum).

      Beantwoorden
  3. Olivier van Renswoude zegt

    30 juni 2021 om 09:45

    De ontwikkeling van /we/ tot /o/ (of eigenlijk tot /u/, getuigen de oude vormen) ligt niet voor de hand want is uitgebleven in vergelijkbare woorden in het Nederlands en de andere Germaanse talen:

    *dwelaną (os. fardwelan, onl. dwelan ‘dwalen’)
    *dwergaz (nnl. dwerg)
    *hwelfaną (nnl. welven)
    *hwerbaną (nnl. werven)
    *kwelaną (nnl. kwelen ‘lijden’)
    *kweraną (ohd. queren ‘zuchten’)
    *kwernuz (on. kvern, nnl. kweern ‘handmolen’)
    *kweþaną (os. quethan, ohd. quedan ‘spreken’)
    *swefnaz (oe. swefn, os. sweƀan ‘slaap’)
    *swelaną (oe. swelan, nnl. zwelen ‘smeulen’)
    *swellaną (nnl. zwellen)
    *sweltaną (nnl. zwelten ‘sterven’)
    *sweraną (nnl. zweren ‘etteren’)
    *swerkaną (os. swerkan, mnl. swerken ‘donker worden’)
    *þweraną (oe. þweran, ohd. dweran ‘wervelen’)
    *þwerhaz (os. thwerh, ohd. dwerah ‘dwars’)

    Om ruimte te besparen heb ik hier niet alle dochtervormen gegeven, maar het is na te gaan dat /we/ daarin behouden blijft en anders in sommige gevallen is veranderd in een /ʏ/ o.i.d. (doch niet een /o/), zoals bij *swestar (nnl. zuster).

    Zo bestendig is de klankreeks /we/ geweest dat ze zelfs kon dienen als voorbeeld voor vervoegingsvormen waar de /w/ anders zou verdwijnen, zoals *swullanaz (nnl. gezwollen).

    Hieruit blijkt dat de vroeg en wijd voorkomende vorm *kumaną naast *kwemaną een andere verklaring vergt. Wellicht dat de /m/ in dit geval een rol speelde, maar zonder vergelijkingsstof is dat niet te staven. Ondertussen weten we dat het Germaans een aantal nultrapsvormen voor de tegenwoordige tijd heeft geërfd van het Indo-Europees, zoals dhr. Van Spijk zegt.

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      30 juni 2021 om 12:59

      Dat is een interessant lijstje, maar ik vind daarin eigenlijk alleen de kw-gevallen van belang. Alveolairen hebben vaak aantoonbaar een andere positie in de lettergreep, en bij hw- is de h dus weggevallen. Dan valt op dat kwelen en kweren allebei termen zijn die een geluid uitdrukken; ik weet niet of je kunt zeggen dat ze klanknabootsend zijn, maar hier lijkt me iets aan de hand. Dus blijft alleen ‘kweren’ over, en dat is in zijn eentje niet echt een bewijs dat er met het veel frequentere kwemen niet iets gebeurd kan zijn.

      Beantwoorden
      • Olivier van Renswoude zegt

        30 juni 2021 om 16:48

        Onder die strenge voorwaarden vallen *kweraną en *kwernuz ook af (alsmede *kwerkō ‘keel’, *kwerruz ‘rustig’, *kwerþrą ‘aas’ en *kwerþrą ‘stuk, lap’), want bij mijn weten werd de /r/ in de onderhavige tijd overwegend alveolair uitgesproken. Doch [θ] en [ð] vallen daar niet onder, dus dan houden we *kweþaną ‘spreken’ (oe. cweþan, os. quethan, ofri. quetha, ohd. kwedan, on. kveða). In het Middelhoogduits vinden we behalve queden ook quoden en koden, maar dat is dus veel later en in zeer beperkt bereik.

        Het wegvallen van /h/ voor /w/ (aan het begin van woorden) gebeurde in de meeste dochtertalen lang na het voorkomen van de *kum-vormen. Dan kunnen we onder de voorwaarden nog een vergelijking maken met *hwehlą ‘wiel’ en diens nevenvorm *hweglą. Bij de voortzettingen daarvan is evenwel geen ontwikkeling naar *ho- waar te nemen.

        Ik vraag me af hoe sterk de reden is om alle vormen met alveolair(en) uit te sluiten van vergelijking, maar hoe dan ook zou een vroege, wijdverbreide ontwikkeling van /we/ naar /u/ (en dan /o/) in het beste geval zeldzaam zijn en m.i. onwaarschijnlijk.

        Beantwoorden
        • Marc van Oostendorp zegt

          30 juni 2021 om 18:01

          Ik geef toe dat mijn verhaal nu erg ingewikkeld wordt. De vraag is of dat ingewikkelder is dan het alternatief.

          Beantwoorden
  4. Freek Van de Velde zegt

    1 juli 2021 om 14:08

    Historische noot: de reden waarom er geen w staat in het participium is dat daar een nultrap gebruikt wordt, waardoor de w gevocaliseerd is tot ‘u’ (korte oe-klank), later tot o. De w en de u waren allofonen.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Olivier van RenswoudeReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d