Het is me gelukt! Ik heb de cursus Zweeds van Duolingo voltooid. Om mijn ‘streak’ veilig te stellen – een uitstekende manier om taallezers te motiveren – besteedde ik elke dag een paar minuten aan het vervolledigen van gatenzinnen, het zoeken van bij elkaar horende woorden en het vertalen van Zweedse zinnen naar het Engels en vice versa. Mijn woordenschat en grammaticale kennis van het Zweeds is inmiddels zo goed dat ik het eerste seizoen van de Netflix-serie Bron ‘The Bridge’ met Zweedse ondertitels in de originele versie kon volgen. Het Zweeds van het personage Saga Norén kon ik begrijpen, maar het Deens van haar tegenspeler Martin Rohde was letterlijk een brug te ver.
In de Duolingo-cursus Zweeds kwamen ook uitspraakoefeningen voor. Je krijgt dan een Zweedse zin te horen, die je vervolgens na moet spreken (Speak this sentence). Het programma beoordeelt dan of je pogingen om Zweeds te praten voldoende gelijkenis vertoont met het originele voorbeeld. Als de imitatiepoging niet door de beugel kan, bestaat de feedback uit Hmm… that doesn’t sound right. Give it another try. Een mislukte tweede poging? That still doesn’t sound right. Give it one more try. Is het dan nog steeds niet gelukt dan laat Duolingo je gelukkig met rust (Let’s move on from this one for now). Een verstandige keuze, want het is zeer frustrerend als een oefening steeds opnieuw fout gerekend wordt terwijl je denkt dat je het wel goed nazegt.
Lastige uitspraak
Het lastige van deze uitspraakoefeningen is dat sommige klanken in het Nederlands niet voorkomen. Je moet dan goed luisteren en veel oefenen om je die eigen te maken. Een ander probleem is dat de spelling van het Zweeds je als Nederlandssprekende op het verkeerde been kan zetten. Een voorbeeld. Het land dat wij als Zweden kennen, noemen de Zweden zelf Sverige. Het woord verschilt maar één medeklinker van het Nederlandse smerige maar de uitspraak van beide woorden verschilt hemelsbreed. Luister maar naar enkele Zweden die Sverige uitspreken. Wat dan vooral opvalt, is dat de g voor een e als een j klinkt. Ook de k voor een e, i, y, ä, ö strooit Nederlandssprekenden zand in de ogen: die klinkt namelijk als tsj. De legendarische Zweedse voetballer Kindvall, die in 1970 voor Feyenoord het winnende doelpunt maakte in de Europacup 1-finale tegen Celtic, werd door zijn landgenoten en door Herman Kuiphof (‘Tsjuiphof’) daarom aangeduid als /tsjiendval/.
Oe en u
Het kost ons tegenwoordig geen enkele moeite meer om via radio, televisie en internet te luisteren naar uitspraakvoorbeelden uit de doeltaal. Onze voorouders van enkele eeuwen geleden hadden deze mogelijkheid nog niet. Privéonderwijs van een moedertaalspreker was de beste leerschool, maar lang niet iedereen had die mogelijkheid. Zij waren aangewezen op taalboeken, zoals grammatica’s en uitspraakgidsen. Het is natuurlijk verre van ideaal om de uitspraak van een taal te leren uit een boek. Maar met zorgvuldig gekozen voorbeelden kon dit probleem ondervangen worden. Daarbij was het belangrijk om te refereren aan woorden die wel bekend geacht worden bij de leerders. Kijk maar wat Willem Séwel over de oe schreef in de tweede druk van zijn Nederduytsche Spraakkonst (1712; 11708):
En in de Twe-spraack vande Nederduitsche letterkunst (1614; 11584) lezen we hoe we de letter u moeten uitspreken:
Dagenta
Deze twee voorbeelden zijn beide afkomstig uit taalkundige geschriften die opgenomen zijn in DAGENTA, de Database Geschiedenis Nederlandse Taalkunde. Deze website – die nog in ontwikkeling is – heeft als doel om historische werken over de Nederlandse taal te ontsluiten. Het bevat op dit moment ruim 400 titels uit de periode 1485-1978. Daaronder bevinden zich grammatica’s, spellingboekjes, geslachtlijsten en verhandelingen over allerhande taalkundige zaken.
DAGENTA is een database voor iedereen die zich met de geschiedenis van de taalwetenschap bezighoudt. Toch zou het jammer zijn als alleen onderzoekers deze verzameling gebruiken. Ook leerlingen uit het voortgezet/secundair onderwijs met een interesse voor taal kunnen hier hun hart ophalen. Het bevat prachtig materiaal voor een taalkundig (profiel)werkstuk. Je zou bijvoorbeeld voor een bepaalde periode op zoek kunnen gaan naar aanwijzingen om een bepaalde letter uit te spreken (zie de bovengenoemde voorbeelden uit de Nederduytsche Spraakkonst en de Twe-spraak). Die zijn in oude grammatica’s vaak te vinden in het eerste onderdeel over de orthographia of spelling. Daarna kun je jezelf de vraag stellen of de aanwijzingen voor de uitspraak van bepaalde letters nog altijd geldig zijn. Ook is het interessant om te onderzoeken wat de doeltreffendste manier is om iemand met uitsluitend geschreven tekst een letter te leren uitspreken. Welke aanwijzingen geef je iemand over de stand van de tong, de positie van de lippen en de mate waarin je mond geopend is? Probeer maar eens helder onder woorden te brengen hoe je de letter l (van leeuw) moet vormen? Geen gemakkelijke opgave. Het maakt je duidelijk hoe iets zo vanzelfsprekends eigenlijk razend ingewikkeld is. Die verwondering over taal was míjn belangrijkste drijfveer om Nederlands te gaan studeren. Als we aan leerlingen kunnen laten zien hoe fascinerend taal in het algemeen en onze taal in het bijzonder is, zal de studie Nederlands bloeien als nooit tevoren. #WijZijnNeerlandici
Laat een reactie achter