Tien jaar is een lange tijd – wat kan er in die tijd niet allemaal gebeuren!. Tien jaar geleden schreef ik op deze site mijn eerste dagelijkse stukje, over het Engels. Als je toen had gezegd dat er in 2021 in Nederland eigenlijk alleen nog maar Engels zou worden gesproken, en dat mensen je verwilderd hadden aangekeken als je in de supermarkt om ‘een halfje brood’ zou vragen, hadden allerlei mensen je zo geloofd.
En als iemand had gezegd dat dit wel wat overdreven was, had je die persoon kunnen wegzetten als weer zo’n taalkundige die alles altijd maar wegrelativeerde.
Mijn stukje ging over de Vlaamse europarlementariër Guy Verhofstadt, die er een act van maakte dat hij in het parlement Nederlands sprak. Wat alleen maar bevestigde dat het Engels de standaard was. Het enige dat sindsdien veranderd is? Ik schreef toen over een puur hypothetische situatie:
Spreken we soms Engels omdat dit de taal is van het Verenigd Koninkrijk? Dat is formeel gezien helemaal niet het geval: zelfs als Cameron zou besluiten om de Europese instituties helemaal te verlaten, zou het Engels een officiële taal blijven.
Ver weg
Zelfs iets ondenkbaars als Brexit is in die tien jaar gebeurd, en zelfs al bijna vergeten. Maar is het Engels, als we reëel zijn, nu echt zoveel prominenter in het dagelijks leven? Moeten we ons inmiddels nu ineens veel meer zorgen maken? De taal wordt meer gebruikt in het hoger onderwijs, maar dat is geloof ik de grootste stap; waarbij uit bijvoorbeeld het onderzoek Staat van het Nederlands blijkt dat in de praktijk dat Engels zelfs daar buiten de collegezalen niet per se de zaak heeft overgenomen.
Wel zijn er nog steeds evenveel alarmisten als tien jaar geleden. Wel zetten die nog steeds de taalkundige die relativeert weg als een cultuurbarbaar. Maar verder?
Dus ik zou nu zeggen wat ik tien jaar geleden ook al zei: het valt allemaal best mee. Er is in de afgelopen jaren af en toe paniek gezaaid, maar de dag dat wij allemaal Engels spreken lijkt me nu nog ongeveer even ver weg als toen.
Snel, sneller
Dat stukje van tien jaar geleden was de eerste in een reeks bijna dagelijkse stukjes waarin ik heb geprobeerd de kroniek van het Nederlands te schrijven – ik heb er sindsdien hier ongeveer 3400 geplaatst, want ik nam af en toe ook een snipperdag. Over een onderwerp heb ik al die tijd nooit lang hoeven nadenken; het is een intrigerend fenomeen dat er nooit gebrek blijkt te zijn aan zogenaamde ontwikkelingen om over te schrijven, je krijgt het idee dat er de hele tijd van alles verandert,. Natuurlijk had niemand 10 jaar geleden begrepen wat corona was, maar een hypothetische tijdreiziger uit die tijd zou Neerlandistiek geloof ik vrij moeiteloos begrijpen.
Het Engels heeft het in de Lage Landen nog lang niet overgenomen, het Nederlands is slechts een klein beetje veranderd, maar ook ons taal- of literatuurwetenschappelijk inzicht in een en ander is nu niet zo verpletterend veranderd dat de inhoud van de huidige jaargang Neerlandistiek (de 29e, als we de periode Neder-L meerekenen) allemaal onbegrijpelijk zou zijn voor de tijdreiziger. Zoals er omgekeerd weinig artikelen zijn die ik 10 jaar geleden besprak die nu eigenlijk niet meer zouden kunnen verschijnen.
De taal verandert, maar de wereld verandert veel sneller.
erik+harteveld zegt
Keep up the good work, Marc!
Jan Uyttendaele zegt
‘Er is in de afgelopen jaren af en toe paniek gezaaid, maar de dag dat wij allemaal Engels spreken lijkt me nu nog ongeveer even ver weg als toen.’ Helemaal mee eens. Toch zou ik graag willen zien dat wetenschappelijke publicaties over Nederlandse taalkunde in de eerste plaats in het Nederlands worden geschreven met een Engelse samenvatting en niet omgekeerd (written in English with a Dutch summary).