• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Vaat of afwas?

28 december 2021 door Miet Ooms 4 Reacties

Zeg je afwas of vaat? En als het antwoord allebei is: wat is dan het verschil?

Wat vooraf ging

In oktober 2021 ontketende Jan Renkema onbedoeld een discussietje toen hij in zijn Verwarwoordenboek het paar ‘afwas-vaat’ behandelde. Volgens Renkema is er een klein betekenisverschil, maar het is moeilijk om precies te zeggen wat. Hij besluit dat het op dit moment synoniemen zijn, maar vermoedt dat vaat het uiteindelijk zal halen van afwas. Als argument haalde hij de vaatwasser-afwasautomaat bij, waarbij vaatwasser het gewone woord is.

 Marc van Oostendorp had daar zo zijn twijfels bij en zette daarom een poll op Twitter. 1250 stemmen later viel het verdict: bijna iedereen zegt afwas. Hoezo, op zijn retour? Een tweede poll  over de machine (380 deelnemers) leverde een heel lichte voorkeur voor vaatwasser op, maar veel scheelde het niet met afwasmachine. Nog interessanter waren de reacties op de eerste poll, waarin sommige mensen aangaven waar voor hen het verschil zit. Eén uitleg kreeg veel bijval: de afwas doe je met de hand, de vaat met het apparaat.

Toevallig (?) ging de wekelijkse column van Ludo Permentier ook over dit onderwerp. Hij had het over de vaatafwasmachine, een woord waar hij online op gestoten was tijdens zijn zoektocht naar info over problematische vaat. Of afwas. Ook hij mijmerde over de verschillende benamingen voor het apparaat en welk het het uiteindelijk zou halen.

Op dat moment kon ik geen echte bijdrage leveren aan de discussie. ‘Afwas’ heb ik nooit opgevraagd (moet ik misschien wel eens doen), maar ‘de afwas doen’ en ‘vaatwasser’ wel. Eind oktober had de vragenlijst met de ‘vaatwasser’ nog niet genoeg antwoorden opgeleverd om een mooie kaart te maken en een betrouwbaar overzicht te geven. Intussen is dat probleem van de baan en pak ik meteen ook ‘de afwas doen’  aan. En om het compleet te maken, doe ik er het verwante woord ‘vaatdoek/schotelvod’ bij. Klaar? Daar gaan we.

De afwas/vaat doen

Wat doe je nu: de afwas of de vaat? Volgens Van Oostendorp is het de afwas als je het met de hand doet en gaat de vaat in de machine. Maar dat blijkt maar deels uit de antwoorden die mijn informanten gaven. Het meest voorkomende antwoord op de vraag ‘Hoe heet: na de maaltijd de vuile borden en het vuile bestek wassen?’ is overduidelijk afwassen, gevolgd door de afwas doen en, op ruime afstand, de vaat doen.

Er is geen sprake van regionale variatie tussen afwassen, de afwas doen en de vaat doen. Dat is wel het geval voor opwassen en omwassen in Noord-Brabant, de schotels doen/wassen in West-Vlaanderen en spoelen in Nederlands-Limburg. Het grote verschil voor de hoofdrolspelers zit het hem dus in het register en/of betekenisnuances.

Uit de opmerkingen van enkele invullers leid ik af dat het vooral gaat over een verschil in register: de afwas doen is informeel, de vaat doen is formeel-schrijftalig. Toch zeggen vier mensen ook expliciet dat de afwas doen met de hand is. Die associatie zit er ook hier in.

De machine

Hoe noemen we het ding dat die vervelende klus van ons overneemt? Hier bestaan in Nederland en Vlaanderen drie woorden voor, maar de voorkeur is net een beetje anders: in Nederland vaatwasser (433 keer), afwasmachine (341 keer) en vaatwasmachine (150 keer); in België afwasmachine (137 keer), vaatwasser (80 keer) en vaatwasmachine (53 keer). Dezelfde namen dus, maar in de voorkeur zit een geografisch verschil. En er is nog een vierde, typisch Belgisch-Nederlands woord: vaatwas (21 keer).

Veel informanten gaven ook meer dan één benaming op. Uit de opmerkingen komt naar boven dat afwasmachine spreektaliger en ‘gewoner’ is, zeker in Vlaanderen. Vaatwasmachine is volgens de informanten de meest formele, schrijftalige variant en vaatwasser meest gewone woord in Nederland. Het is ook in het algemeen een ‘winkelwoord’: bij de verkoper vind je het onder die naam (behalve dan de vaatafwasmachine die Ludo Permentier op het internet vond, maar geen mens in mijn databank ook echt zegt).

Vaatdoek

De ‘doek waarmee men het aanrecht en het fornuis (eventueel de borden en het bestek) met behulp van water en een zeepsopje schoonveegt’ levert wel veel benamingen én een duidelijke geografische variatie op. Voor we ons over buigen over al die benamingen één vaststelling: samenstellingen met ‘afwas’ zijn heel zeldzaam. Drie afwasdoeken (Nederland) en twee afwasvodden (België), dat is alles. Nu is het natuurlijk zo dat sommige mensen hun aanrecht en vaat/afwas niet met dezelfde doek schoonmaken. Toch verklaart dat niet alles, want samenstellingen met vaat– zijn wel heel gangbaar. In Nederland toch.

De kaart is duidelijk: vaatdoek heerst in Nederland, schoteldoek (neutraal) en schotelvod (informeel, dialect) doen hetzelfde in Vlaanderen. In het oosten van Noord-Brabant en het noorden van Nederlands-Limburg vinden we de niet-Vlaamse schotel-samenstelling schotelslet, in het zuiden van Nederlands-Limburg schotelsplag. In Fryslân gebruiken ze een woord dat heel duidelijk maakt dat dit doekje niet dient voor de afwas/vaat: aanrechtdoekje.

Ondanks het ontbreken van afwas is er wel een link met de activiteit waar je de doek voor nodig hebt: de schotels in het West-Vlaamse schotels doen/wassen. En daar ligt dan weer een link met de specifieke betekenis van vaat die afwas  niet heeft: kort voor vaatwerk: het grotere keukengerei, alles behalve bestek en borden. Onder meer de schotels dus. Alleen: het verschil in verspreiding tussen schotels doen en de schotelvod/schoteldoek is wel opvallend groot. De vraag is dan: hoe komt dat? Wat wordt er precies bedoeld met schotels? Hoe verhouden vaat, afwas en schotels zich tegenover elkaar?

En dus

Vaat, afwas, schotels. Ze zitten in onze keukenschoonmaakwoordenschat en spelen daar elk hun eigen rol. Welk woord waar en wanneer, die vragen zijn niet zo eenvoudig te beantwoorden. Niet alleen de precieze betekenis speelt hier mee, maar ook het register waartoe het woord behoort. Een voorbeeld: vaatwasser is het gewone woord in Nederland, maar eerder formeel in Vlaanderen. Wat betekent dat voor de status van het woord vaat? En wat betekent het voor schotels dat de uitdrukking de schotels doen/wassen een lokale West-Vlaamse uitdrukking is? De afwas is dan misschien wel gedaan of zit op zijn minst al in de vaatwasser, maar het uitzoekwerk is nog lang niet achter de rug.

Lees meer taalverhalen op de website van Miet Ooms

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: taalvariatie

Lees Interacties

Reacties

  1. Antoon Berentsen zegt

    29 december 2021 om 09:28

    En hoe zit het nu met het verschil (in gebruik) tussen ‘poll’ en ‘enquete’?

    Beantwoorden
  2. Irina zegt

    29 december 2021 om 14:57

    Het ding dat in de keuken staat en dat zorgt dat de borden en kopjes schoon worden is de afwasmachine, maar als we een nieuwe nodig hebben zoeken we op ‘vaatwasser’. Zoiets als fiets en rijwiel?

    Beantwoorden
  3. Arno. zegt

    29 december 2021 om 22:44

    Dit dan: in mijn opvoeding heeft een vaatdoek nooit gediend om vaat/vaatwerk/afwas mee schoon te maken, maar alleen om het vaatwerk erop te laten uitdruipen nadat het uit het sop is gekomen. Toen ik dit bedacht realiseerde ik me dat ik geen verschil ken tussen ‘de vaat doen’ en ‘de afwas doen’ of tussen ‘de vaat staat er nog’ en ‘de afwas staat er nog’ (en de twee ook door elkaar gebruik); maar die vaatdoek is er alleen maar om ‘de VAAT te laten uitdruipen’. Niet om ‘de AFWAS te laten uitdruipen’. Blijkbaar vervalt het woord ‘afwas’ als het vaatwerk (plus bestek, pannen en alles) al is afgewassen, is het alleen geldig als het nog in het sop moet.
    Die vaatdoek had toch nog een tweede functie in het ouderlijk huis en dientengevolge ook bij mij ten huize: het aanrecht ermee afdoen. Het woord ‘aanrechtdoek(je)’ komt me dan ook logisch voor, en ik heb het ook wel horen gebruiken. Maar niet thuis, en ik zal het zelf ook niet doen. Het zit in mijn passieve woordenschat, niet in de actieve.

    Beantwoorden
  4. Luc zegt

    30 augustus 2022 om 22:06

    Ik lees net het verzameld proza van C. Crone, verhalen uit de eerste helft van de vorige eeuw. Hij schrijft een paar keer “vaten wassen” (bv. ‘onder het vaten wassen hoorde ze, hoe hij zijn pijp leegklopte op de kolenkit’). Dat had ik nog niet eerder gehoord.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Vertalen

Geloof my vry, wat andren snoeven;
Die d’ echten smaak en geur wil proeven,
Drink’ uit de oorspronkelijke flesch!

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

JUNI ’57

Met niets meer bij me dan het te vlug geleefde,
nog in de flarden van haar vertrek gekleed,
loop ik het land op om naar de lucht te kijken
en hoe mijn liefde allengs in niets meer leek
op die voor haar.

Het is een juninacht – de kortste nacht
bijna. Ik voel met mijn hoofd het hooi van de opper
waartegen ik zit. Ik zie een blijvende
zonsondergang boven een vuurtorenlicht
en weinig sterren.

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

21 juni 2025

➔ Lees meer
26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

18 juni 2025

➔ Lees meer
Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

17 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1991 Cornelis Stutterheim
➔ Neerlandicikalender

Media

De structuur van wetenschappelijke artikelen

De structuur van wetenschappelijke artikelen

21 juni 2025 Door Marc van Oostendorp 1 Reactie

➔ Lees meer
Het culturele landschap van Frits van Oostrom

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

19 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De internationale positie van het Engels

De internationale positie van het Engels

14 juni 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d