Slecht Nederlands in de Tweede Kamer (i)
Jan Peters is Kamerlid voor de KVP geweest (dus een van de voorlopers van het CDA) in de periode van 1946-1962. Parlement.com bevat van hem in alle kortheid deze informatieve inlichtingen: “Schoolhoofd uit Midden-Limburg, die in de Tweede Kamer woordvoerder van de KVP voor onderwijs en omroepzaken was. Moedig verzetstrijder, na de bevrijding onderscheiden met de Militaire Willemsorde vanwege zijn optreden als commandant van de OD-groep in Roosteren. Hielp tijdens de bezetting geallieerde gevangenen en piloten ontsnappen en ontsnapte ternauwernood aan het vuurpeleton. Hoofdredacteur van De Nieuwe Limburger, bestuurslid van de KRO en contactpersoon van die omroep met de KVP. Verongelukte bij een auto-ongeluk. Bescheiden, artistiek-begaafd en beminnelijk Kamerlid.”
Zó schreef de Nieuwe Eindhovense Krant van 26.01.1962 (gevonden via Delpher.nl) over Peters’ overlijden:
Op één moment – volgens de Handelingen op 10 januari 1961 bij de behandeling van een deel van de OKW-begroting – demonstreert Peters een aantal van de gegevens van parlement.com als hij het volgende zegt: “Als gevangene ben ik in de oorlog eens in bijzonder pijnlijke en moeilijke omstandigheden geweest. Toen ik midden in de nacht vrijgelaten werd, kreeg ik mijn hebben en houden terug, behalve mijn vulpen. Die was weg. De commandant, die slecht Nederlands sprak, hoor ik nog zeggen: „Dat voelpén wordt kezocht”. Maar ik heb haar nooit teruggekregen. Nu is Minister Toxopeus in alle opzichten het tegendeel van die commandant.”
Jo Cals, Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gooit er snedig een compliment tussendoor in de richting van zijn collega van Binnenlandse Zaken die al een poosje op zoek was naar de oplossing voor een technisch pensioenprobleem rond oudere kleuterleidsters. Cals over Toxopeus: “Hij spreekt voortreffelijk Nederlands.”
Peters reageert in de richting van zijn Limburgse partijgenoot: “Natuurlijk. En toch moet het mij van het hart, Mijnheer de Voorzitter, dat ik ook zijn mededeling, dat gezocht wordt, met een korrel zout neem.”
Dat moet een komisch moment geweest zijn voorzien van een paar zachte g’s. Subtiele humor in de Tweede Kamer, het bestaat.
Peters bedoelt hier letterlijk wat hij zegt, de kampcommandant in de Tweede Wereldoorlog sprak slecht Nederlands – is het een wonder voor een buitenlander?
Niet zelden legt een Kamerlid de vinger bij dezelfde wond, dat slechte Nederlands, maar dan niet van buitenlanders. Chel Mertens (D66) merkt in 1977 bij een Commissievergadering op dat een bepaalde brief uit Europa abominabel is vertaald. “Ik zal even een pijnlijk voorbeeldje voorlezen en de bewindslieden moeten dan maar zeggen wat ik daaruit moet lezen: ‘De gedeeltelijke zelffinanciering van de bevordering van de verspreiding waarbij elk cultureel beroep rechtstreeks belang heeft (cultureel fonds). Vooruit tot op zekere hoogte een aanvulling op de te geringe overheidssubsidies die uiteraard moeten worden gehandhaafd en waar mogelijk zelfs moeten worden verhoogd – en zij zorgt voor een grotere onafhankelijkheid van de cultuur.’”
Een aantal jaren later is het geregeld Bas van der Vlies (SGP) die zich kritisch uit over de kwaliteit van het Nederlands, zoals over het door hemzelf gebruikte woord afconcluderen in 1990. Eerder in dat jaar had Bert Middel (PvdA) het werkwoord doordelegeren veroordeeld, ook hij gebruikte het woord zelf.
Over slecht-Nederlands-met-een-knipoog gaat de volgende aflevering, maar nu we het over Bert Middel hebben even een persoonlijker tussennoot. Bert ken ik, hij komt uit de stad Groningen. Aan het begin van deze zomer werd hij 70 en hij is zojuist met pensioen gegaan na een lange, lange loopbaan. In interviews vertelde hij van promotieplannen. Zijn laatste betrekking was die van dijkgraaf. Het zal rond 1996 geweest zijn dat we samen live in een radioprogramma op zondagochtend door Middels geboortewijk liepen, vlakbij het toenmalige stadion van FC Groningen. Ik presenteerde dat programma (Station Noord geheten). Via een aantal live elementen maakte ik de luisteraar daarin duidelijk dat het inderdaad rechtstreeks uitgezonden werd. Zo vertelde ik iets over het actuele weer en las daarvoor de temperatuur af van het digitale horloge dat aan mijn jas hing via een touwtje. Toen een Noordelijke weerman me er een keer op wees dat ik altijd wat aan de hoge kant zat met mijn observaties, legde ik dat horloge voor het begin van de uitzending een poosje ter afkoeling op de grond.
We begonnen in aansluiting op het nieuws van 9 uur en we stonden bij de ingang van het Oosterparkstadion, wachtend op de bus van FC Groningen die niet veel later zou vertrekken voor de uitwedstrijd naar Utrecht (die met iets als 1-2 gewonnen werd die middag). Was de destijdse trainer Hans Westerhof streng? Vlak voor negenen kwam er nog een zwart personenautootje op hoge snelheid aangereden, ik herkende in de chauffeur een buitenspeler van de FC. Hij nam met smalle maar piepende bandjes de bocht wat ruim op een zodanige manier, dat hij precies over mijn horloge reed. Aan flarden.
De temperatuur kon ik simpel achterwege laten in de uitzending en niet noemen, maar een presentator die iets in zakjes in de muziek wil zeggen of goed wil uitkomen exact voordat de reclame begint, die heeft zonder zo’n secuur horloge een klein probleem, hoe attent de technicus hem uit de studio ook via de koptelefoon vertelt hoeveel seconden er nog zijn… Radio Noord heeft me in de week erop probleemloos een nieuw horloge vergoed omdat het een logisch bedrijfsongevalletje was. Als het een voelpén was geweest hadden ze dat vast niet gedaan.
Dit stuk verscheen eerder op het eigen weblog van Siemon Reker
Laat een reactie achter