De beste manier om iemand in de literaire canon te krijgen is waarschijnlijk niet door hem of haar in de canon te zetten: een lijst met namen te publiceren die je ‘de canon’ noemt en daar dan jouw held in te plaatsen. Er ontstaat dan wel enige tijd rumoer over jouw lijst – het maakt niet uit wie je op de lijst zet, rumoer ontstaat er toch – maar daarna is iedereen alles weer vergeten en is het wachten op een nieuwe lijst.
Nee, de beste manier om iemand te canoniseren is: aan zoveel mogelijk mensen duidelijk maken wat een belangrijke schrijver dit is, wat een goede boeken hij of zij geschreven heeft. Het allerbeste is om je daarbij te richten op jongeren. Zodat niemand die ooit nog een lijstje publiceert om jouw held heen kan.
Wat dat betreft is er de afgelopen jaren voor Anton de Kom voortreffelijk werk gedaan: zijn Wij slaven van Suriname is op verschillende manieren onder de aandacht gebracht, in ieder geval met een herdruk. Een voorlopige kroon op dat werk is nu het deeltje in de reeks Tekst in context dat Henna Goudzand Nahar en Michiel van Kempen maakten, waarin een aantal fragmenten uit Wij slaven van Suriname worden gepresenteerd en op allerlei manieren in context worden geplaatst – je krijgt achtergronden te lezen over Suriname en de geschiedenis van dat land, maar ook over het leven van De Kom en zijn schrijverschap.
Het is volkomen duidelijk dat De Kom een centrale plaats verdient in de Nederlandse letteren. Hij schreef non-fictie, want hij schreef de geschiedenis van zijn land, maar dat is natuurlijk geen bezwaar. En hij schreef zeldzaam krachtig proza, lyrisch in zijn natuurbeschrijvingen, en als hij overgaat tot het beschrijven van de misdaden van de slavenhouders krijgt zijn woede extra gewicht door zijn meesterschap over het proza:
Toen indertijd, tijdens de inval van Cassard, de weerloze blanke vrouwen in handen waren van zogenaamde onbeschaafde bosnegers, toen hadden zij niets van deze zwarten te duchten.
Maar nu vielen weerloze Surinaamse vrouwen in handen van zogenaamde beschaafde Hollanders die hen vermoordden.
Dappere Séry. Dappere Flora. Wij zullen uw namen steeds in eerbied gedenken.
Het is logisch dat mensen De Kom nu in de canon willen (hij is ook al opgenomen in de Canon van de Geschiedenis) vanwege hij het verhaal dat hij vertelt en dat zo overduidelijk een hoogstnoodzakelijke aanvulling is op andere verhalen over de Nederlandse geschiedenis. Volkomen terecht wijzen Goudzand Nahar en Van Kempen erop dat minstens even belangrijk is dat De Kom een heel sterke schrijver was, die met zijn boek de Surinamers wilde laten zien dat ze ook trots konden en moesten zijn op het eigen verleden. Juist het feit dat hij zo meesterlijk schrijft draagt bij aan het opwekken van die trots. Hier is iemand die zich kan meten met de beste van alle geschiedsschrijvers.
De Kom zegt het zelf in een terecht beroemd geworden citaat:
Geen beter middel om het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken, dan dit geschiedenisonderwijs waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd en geprezen. Het heeft lang geduurd voor ik mijzelf geheel van de obsessie bevrijd had, dat een neger altijd en onvoorwaardelijk de mindere zijn moest van iedere blanke.
Ik herinner mij, hoe het zusje van een mijner vrienden niet met haar eigen broertje wandelen wilde, omdat zijn huidskleur een schakering donkerder was dan de hare.
Ik herinner mij hoe trots wij als kleine jongens waren wanneer blanke schoolmakkers zich verwaardigden ons bij het knikkeren de stuiters af te winnen. Dezelfde Europese jongens die zich te verheven voelden om ons ooit in hun huis te ontvangen. En het scheen ons billijk toe! Zozeer had de geschiedenis der schoolboekjes ons het stempel der minderwaardigheid opgedrukt.
Geen volk kan tot vollen wasdom komen, dat erfelijk met een minderwaardigheidsgevoel belast blijft. Daarom wil dit boek trachten het zelfrespect der Surinamers op te wekken en voorts de onjuistheid aantonen van de vredesbedoelingen der Hollanders ten tijde der slavernij.
Dit is niet alleen een historisch document, niet alleen een document dat mensen van kleur ook nu nog kan inspireren (alsof dat allemaal niet genoeg is), het is ook grootse literatuur. We zijn als lezers van het Nederlands allemaal armer afgeweest in de vele decennia dat Wij slaven wel bestond, maar niet bekend of erkend was.
Zo iemand moet in de canon – voor ons allemaal.
maanantai zegt
Hoe noem je een politicus die voornamelijk bezig is met wat er vijftig jaar geleden beter had gemoeten? Die noem je een conservatief of een neoconservatief. Waarom die perverse focus op vroeger? Waarom horen we niets over wat er heden anders zou moeten?
Ik heb in precies dezelfde tijden geleefd als Dhr. van Oostendorp. Ik kan melden dat deze tijden twee enorme spraakmakende events gekend hebben: 911 en de coronatijd.
Over beide onderwerpen zag ik van Oostendorp nauwelijks schrijven. Geen analyses, behalve een beetje lauw het overheidsnarratief volgen. Doen alsof je tegen Rutte bent maar bij de eerste beste gelegenheid een experimenteel spuitje door Rutte in je arm laten zetten. En blijkt later overduidelijk dat dit catastrofale gevolgen had, ook daarover zwijgen als het graf.
Dan kun je het inderdaad hebben over wat er 50 jaar geleden beter zou hebben gemoeten, maar dat ziet er dan enkel verdacht uit. In mails naar mij laat je doorschemeren dat je mijn mening deelt dat de echte Nederlandse canon bijzonder klein is. En publique ga je echter doen alsof het inprenten van het juiste type gedrag bij jongeren ‘grote literatuur’ zou zijn. Die twee posities zijn niet met elkaar te rijmen. Een gedragssturend lijstje geeft blijk van een enorme minachting van literatuur en is tevens een hele pedante manier om ervoor te zorgen dat niemand nog trek in literatuur gaat hebben. Het ziet er een beetje uit als de witte kapsels in die nieuwe Game of Thrones spinoff: het is alsof iedereen witte haren dient hebben om de inclusiviteit voor het grote publiek een beetje draaglijk te maken.
Leraren die gedrag sturen met lijstjes orerende over wat er 50 jaar geleden beter had gemoeten – dat gaat allang en breed niet meer over literatuur. Wat wel over literatuur gaat: waarom 50.000 boeken over de tweede wereldoorlog en geen enkele over The War On Terror? En passant kun je nog even helder uitleggen aan de jeugd hoe drie stalen torens explosiestijl kunnen instorten van twee vliegtuigen. Zonder die uitleg denk ik niet dat je ooit de inspiratiebron gaat zijn die je zo naarstig wilt realiseren.