Giorgia Meloni, een politica die wel ‘postfascistisch’ genoemd wordt, is de nieuwe premier van Italië, en een van haar eerste daden was dat ze aankondigde niet als ‘la presidente’ te willen worden benoemd, met een vrouwelijk lidwoord la, maar als ‘il presidente’. Het Italiaans telt traditioneel slechts twee grammaticale geslachten, en daarbij geldt de mannelijke vorm als neutraal, ongeveer zoals bakker in het Nederlands traditioneel als mannelijk en neutraal geldt.
Het leverde Meloni kritische commentaren op, bijvoorbeeld op Twitter:
De beslissing valt natuurlijk ook niet anders te zien dan als onderdeel van de discussie over genderneutrale taal die in grote delen van de wereld woedt, en zeker ook in Italië. Het is een eigenaardig kenmerk van al die discussies dat men nauwelijks over de taalgrenzen heen kijkt. Naar de discussie in Amerika wordt nog wel verwezen, maar dat overal in Europa over dit onderwerp gesproken wordt, daarvan lijkt vrijwel niemand zich bewust. Terwijl het, zou je zeggen, zowel voor voor- als tegenstanders interessant kan zijn kennis te nemen van wat er elders te berde wordt gebracht. (Voor de Italianen is het bijvoorbeeld potentieel interessant dat de Académie française enkele jaren geleden besloot dat naar vrouwelijke ministers verwezen moet worden met le ministre omdat ‘functie voor persoon gaat’; maar dat zelfs de Franse regering zich daar niet aan houdt.)
Voor het Italiaans is de discussie, net als voor het Spaans, taalkundig deels een andere dan voor het Nederlands, omdat het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk veel en veel meer wordt uitgedrukt. Je kunt voornaamwoorden vaak vermijden, maar of je verwijst naar een man of een vrouw moet je vervolgens wel op heel veel lidwoorden, bijvoeglijk en zelfstandig naamwoorden uitdrukken. Er is bijvoorbeeld verschil tussen:
- è bello ‘hij is mooi’
- è bella ‘zij is mooi’
Hoe doe je dit nu als je verwijst naar genderneutrale personen? Of naar iemand van wie je de gender toevallig niet weet?
Een populair voorstel is om in dit soort gevallen een toonloze e te gebruiken, een sjwa (een taalkundige term die ineens bij heel politiek bewust Italië bekend is), genoteerd met het fonetische symbool ə:
- è bellə ‘hij/zij/hen is mooi’
In maart van dit jaar gebruikte de bekende journalist Roberto Saviano voor het eerst zo’n sjwa in de prestigieuze Corriere della sera, in een interview dat hij hield met de non-binaire Russisch-Amerikaanse journalistə Masha Gessen.
Over dit voorstel schreef de taalkundige Yasmina Pani een aardig boekje, dat vandaag verschijnt: Schwa: una soluzione senza problema. Scienza e bufale sul linguaggio inclusivo (‘Sjwa, een oplossing zonder probleem. Wetenschap en hoax over inclusief taalgebruik’). In dat boekje legt Pani vakkundig de taalkunde uit achter deze kwestie: het ontstaan van een verschil tussen mannelijk en vrouwelijk in Indo-Europese talen (en in het bijzonder de Romaanse talen), de manier waarop grammaticaal gender werkt in talen van de wereld. Ze vertelt ook dat een succesvolle invoering van de sjwa nogal ingrijpend zou zijn: het Italiaans heeft die klinker helemaal niet en je zou dus een nieuwe klank in moeten voeren. Bovendien is de bewuste introductie van een nieuw gender in een taal ook niet eerder gedocumenteerd (gendersystemen veranderen wel, maar dat lijkt ‘vanzelf’ te gebeuren).
Pani presenteert het alsof de invoering van zo’n sjwa hopeloos is. In een bepaald opzicht is dat juist: wat we tot nu toe weten over hoe taal werkt, maakt de invoering van een sjwa in het Italiaans een kleine kans. Maar ik denk dat er ook nog wel wat onbekenden zijn: wanneer er nu een breedgedragen beweging komt onder sprekers van het Italiaans om deze ontwikkeling te steunen, kan die dan niet iets tot stand krijgen wat nog nooit eerder is gebeurd?
Dit is een van de redenen waarom ik als taalkundige zo blij ben met al die ontwikkelingen rond genderneutrale taal: ze vormen een gigantisch experiment in de echte wereld waaraan we ons taalkundig inzicht kunnen toetsen.
Giorgia Meloni is, zonder dat ze dat wil, een van de honderden miljoenen proefpersonen. Als postfascist moet ze natuurlijk niets weten van alles wat woke is of zij als woke beschouwt. Maar nu is ze, als vrouw, terechtgekomen in een functie die haar eigen ideologie als mannelijk beschouwt. Hoe gaat dit opgelost worden? Wie zullen haar la presidente noemen, en wie volgen haar in haar wens tot il presidente?
Een artikel van de Utrechtse hoogleraar Roberta D’Alessandro over deze kwestie verscheen gisteren op de (Italiaanse) Huffington Post.
Jona Lendering zegt
Misschien een gekke vraag, maar waarom zijn er eigenlijk mannelijke, vrouwelijke en eventueel onzijdige zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden? Het bestaat in veel talen, maar ik zou willen weten waarom zoiets complex zich heeft ontwikkeld.
Een andere vraag: als er dan een twee- of driedeling moet bestaan, waarom is die dan geassocieerd geraakt met biologisch geslacht? Ik heb eens gelezen over een oude Anatolische taal die onderscheid maakt tussen bezielde en onbezielde voorwerpen. Waarom is zo’n alternatief overal overvleugeld door mannelijke en vrouwelijke vormen?
Marcel Plaatsman zegt
Binnen Europa is het ook wel wonderlijk dat talen als Baskisch, Fins en Hongaars, die toch veel van de omliggende talen overgenomen hebben, nooit dat “hij-zij”-onderscheid hebben geadopteerd. Voornaamwoorden lijken dus wel een vrij stabiel onderdeel van de taal. Aan de andere kant weten we door het Engels, dat “they” uit het Noordgermaans ontleende, dat voornaamwoorden prima geleend kunnen worden en het Nederlands leert ons zelfs dat we zo’n voornaamwoord uit de formele schrijftaal kunnen ontlenen, zo zijn we immers aan “u” gekomen. Die “u” is dan ook nog eens een vrij gemarkeerde klank, die verder vooral voor -r, -w, en in leenwoorden voorkomt. Maar een vreemde klank ontlenen is natuurlijk nog weer een stap verder.
Mijn zoontje van vijf noemt ondertussen nog steeds iedereen “hij” en zegt “die mens” in plaats van “die man” of “die vrouw”.
Robert Kruzdlo zegt
In het artikel van Roberta D’Alessandro is één ding duidelijk: Je moet volwassen hersenen pijnigen om taalveranderingen door te kunnen voeren. Er moeten hele volksstammen meedoen wil je nieuwe taalverwerving kunnen doorvoeren. Een brein-evolutie. Dit lukt natuurlijk alleen, zoals te lezen valt in het artikel, wanneer je dit als kind leert. Fonetisch. (Met nog jonge onvolgroeide hersenen.)
Mijn kleinzoon van 4 kan perfect het Spaans nadoen. Elk woord kan hij fonetisch correct horen en uitspreken. Biologisch is dit de taalbasis van alle talen. De rest is bedacht door hoge heren. Ook de discussies achteraf.
De werkelijke werkelijkheid is altijd net iets anders dan de werkelijkheid.