Sommige taalverandering is nog altijd lastig te betrappen. Met een dochter in huis die naar school gaat, hoor je natuurlijk af en toe dingen die je zelf nooit zou zeggen.
“Geen zorgen”, bijvoorbeeld.
Ik begrijp wat er bedoeld wordt, het is ook in mijn Nederlands volkomen welgevormd, het is me enige tijd niet eens opgevallen. Maar ik zou altijd zeggen: “Maak je geen zorgen!” of “Geen zorgen voor de dag van morgen!” – om de een of andere reden is “Geen zorgen!” voor mij te kaal.
Waarom Nene de kortere vorm gebruikt, daar heb ik ook een theorie over: het is nasynchronisatie-Nederlands. Als ze in een Amerikaanse film of serie de mond bewegen om “No Worries!” of “Don’t Worry!” te zeggen (ieder drie lettergrepen), dan moet er in het Nederlands iets klinken dat ongeveer op die beweging past. “Geen zorgen” dus. Die vorm blijkt bovendien ook goed bruikbaar als er geen Amerikaan is die met de lippen beweegt.
Maar snijdt het ook hout? Hoe kom ik er eigenlijk bij dat mensen vroeger geen, of minder ‘Geen zorgen’ zeiden? Ik heb daarvoor eigenlijk alleen mijn taalgevoel. Er is nog geen makkelijke manier om te zoeken in wat mensen vroeger normaliter zeiden, vooral als het dan gaat om constructies die afkortingen zijn van andere en dan ook volkomen normaal zijn. Althans, het valt natuurlijk wel uit te zoeken, maar het is een enorm werk. En dat is het nu ook weer niet waard. Ik heb immers al een fraaie theorie.
René Appel zegt
geen zorgen’ lijkt me vergelijkbaar met het veel gehoorde ‘geen probleem’ (na een ‘Dank je’ van de voorgaande spreker)
Frans de Graaf zegt
Het Frans speelt hier misschien ook een rol. Toen ik laatst hier, in Brussel, een meisje bedankte omdat ze haar zitplaats aan mij afstond, antwoordde ze met “Pas de soucis” in plaats van het gebruikelijke ‘De rien’ of ‘Je vous en prie’.
Marc van Oostendorp zegt
Wat interessant!
Marcel van Dijk zegt
In Nederland is er bij mijn weten vrijwel altijd sprake (geweest) van ondertiteling en dus geen nasynchronisatie. Dan kan deze theorie niet kloppen zou ik zeggen. Nasynchronisatie associeer ik vooral met Duitse films en series (Jawohl Sheriff … Hände hoch!)
Marc van Oostendorp zegt
Maar de uitzondering zijn kinderfilms en tv-series, ook dat is altijd zo geweest.