Omdat ik deze week de Canon van de Nederlandse poëzie van Paul Claes las, dacht ik aan het woord hagunnan. Op nummer 1 in die canon staat natuurlijk:
quid expectamus nunc
habent omnes volucres nidos inceptos nisi ego et tu
hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu
wat unbidan we nu
Het is een van de meest besproken gedichten uit het Nederlands, en over allerlei details is al gediscussieerd. Zoals over het woord hagunnan. Wat is, bijvoorbeeld, die ha aan het begin? Is dat geen verschrijving voor ba of zoiets? Het woord betekent immers beginnen.
In zijn Leerboek voor de historische grammatica – in 2020 verscheen op internet een zeer uitgebreide heruitgave van het deel over woordvorming – schrijft Cor van Bree:
Het oudnederlandse zinnetje (hebban olla…) bevat de vorm hagunnan, met hypercorrecte h-, en met a als aanduiding van een reductievocaal
In het in 2016 verschenen deel over klankleer legt Van Bree uit wat hij bedoelt: hij veronderstelt dat het tekstje in een vorm van Oud-West-Vlaams geschreven werd, waarin kennelijk toen al de h’s niet werden uitgesproken. In zo’n geval zetten sprekers soms een h waar die niet hoort: een moderne West-Vlaming kan spreken over een huur in plaats van een uur, omdat hij weet dat die h soms gezegd moet worden waar zij hem niet zegt, maar niet precies wanneer dat dan moet. Maar deze redenering impliceert dat die oude West-Vlamingen ook 1000 jaar geleden al de h weglieten én wisten dat dit ‘eigenlijk’ niet hoorde. Dat doet de vraag opkomen wat dan de norm was waar ze naar keken, van wie je die ‘h’ dan wel of niet zou moeten uitspreken. Er was nog geen standaardtaal, maar misschien was er wel een dialect waar de mensen naar opkeken?
Verschil
De analyse van Van Bree betekent bovendien dat de vorm ‘eigenlijk’ agunnan was, en dan zou je ook kunnen denken: misschien was die klinker aan het begin wel een vorm van het voltooid deelwoord, en hebben we hier dus te maken met het werkwoord ginnen, waarvan beginnen is afgeleid.
Maar dat was eigenlijk niet waar ik over nadacht. Dat was over de enigszins wonderlijke betekenis van beginnen / ginnen / haginnen in deze zin. In het moderne Nederlands is de gewoonste gebruiksvorm van dit werkwoord er één met een beknopte bijzin: ‘ik ben begonnen een nest te bouwen’. Voor zover ik kan zien geldt dat ook voor het incipio in de Latijnse vertaling van het zinnetje.
Je kunt beginnen ook gebruiken met een lijdend voorwerp, maar meestal duidt dat dan een activiteit aan: ‘ik begin een demonstratie’, ‘ik begin een groot werk’.. ‘Ik begin een roman’ betekent dat je die roman gaat schrijven, niet dat je hem tot je neemt. Ik voel ook een verschil tussen de twee volgende zinnen:
- Ik begin een winkel
- Ik begin een huis
De eerste zin is zonder context beter dan de tweede, vermoedelijk omdat het beginnen van een winkel vooral betekent dat je zaken voor de verkoop aan gaat bieden. Je kunt de winkel daarmee als een activiteit zien. Omdat een huis niet onmiddellijk een activiteit impliceert, is die zin lastiger. Je gaat meteen je voorstellen wat voor activiteit het dan zou zijn. ‘Ik begin een huis van bewaring’ of ‘ik begin een huis van plezier’ klinkt daarom al veel beter. Ook de voorbeelden van lijdend voorwerpen bij het Latijnse incipio lijken allemaal over activiteiten te gaan.
Opmerkelijk
Het Oudnederlands Woordenboek zegt dat biginnan behalve met een infinitief ook kon voorkomen met ‘de accusatief van de zaak’, maar geeft daarbij slechts één voorbeeld en dat heeft een nogal gecompliceerde constructie (de accusatief zie je alleen op het voornaamwoord iz, dat doorverwijst naar de zakken openmaken).
- Von then aldisten sie iz begunden unde thie sacche alle [untbunden].
Ze begonnen ermee bij de oudsten en maakten de zakken allemaal open.
In het Vroegmiddelnederlands Woordenboek worden voorbeelden gegeven als het beginnen van vasten en het beginnen van strijd. In die zin is het opmerkelijk dat de vogels in het Oudnederlandse gedicht nestas hagunnan. Het kan bijna niet anders dan dat dit nestas ook als een activiteit moet worden geïnterpreteerd: het verzorgen van het kroost in dat nest. Het kan bijna niet anders dan dat dit ook in de tijd dat het geschreven werd al een bijzondere constructie was, met een poëtisch effect.
Laat een reactie achter