Joop van der Horst, emeritus-professor, neerlandicus en historisch taalkundige, is een van die academici over wie je al gehoord had nog lang voor je een eerste teen in z’n aula zette. Een meer ervaren medestudent had je op de gang al gewaarschuwd voor de legendarische en mysterieuze zevende vraag op het examen, waar je zelf hypotheses moest gaan vormen over een door Joop opgemerkt taalfenomeen waar hij zelf zijn pijlen op had gericht. De status van -matig in woorden als handmatig of leerdoelmatig was het bij ons.
Of een tooghanger van het studentencafé had je al verteld over Joops liftprincipe, waarbij Joop veranderingen in de klinkerdriehoek toelichtte op grond van ons eigen menselijk gedrag in een lift. Komt er een nieuwe liftganger bij, herschikken de al aanwezige liftgebruikers zich om op een optimale afstand van elkaar te gaan staan. Zo gaat het ook met klanken in de akoestische ruimte die onze mond is. Van zodra je hem de parallel zelf met overtuiging hoorde verkondigen, stapte je nooit meer in een lift zonder de korte herschikkingsdans van je medeliftgangers op te merken.
Misschien nog het meest stond Joop bekend om zijn waarzeggerij. Vanuit zijn vogelperspectief als historisch taalkundige overschouwde hij eeuwen variatie en verandering in het Nederlands. Het inzicht van wat achter ons ligt, voedde zijn projecties voor de toekomst. Zijn voorspellingen waren soms groots, systeemgeoriënteerd, van toepassing op zo veel meer talen dan enkel het Nederlands, en op zo veel meer dan enkel taal. In het boek Het einde van de standaardtaal uit 2008 werkte Joop zich zo vanuit de overgang van het middeleeuwse denken naar de renaissancegeest richting het toen nog ontluikende Web 2.0, van de boekdrukkunst en standaardisering naar het einde van het geschreven woord zoals we het vandaag kennen. Op andere keren waren zijn voorspellingen kleiner, gericht op specifieke varianten of lopende taalverandering.
Het is zo’n microvoorspelling waar Melina De Dijn, medegermanist uit de Joop-generatie en taalkundig onderzoeker, op terugkwam tijdens een gastcollege over taal, identiteit en solliciteren dat ze voor mijn derdejaarsstudenten verzorgde. Melina haalde aan hoe fijn ze Joops voorspellingen vond, en nog meer hoe Joop zijn studenten aanmaande hem jaren later nog aan te spreken als ze hem ergens tegen het lijf liepen, om zijn voorspellingen te ontkrachten of te bevestigen. Die ene voorspelling die Melina altijd is bijgebleven was van lexicale aard. In 2004 gaf Joop aan Melina en haar jaargenoten te kennen dat volgens hem stiefmoeder en andere gelijkaardige verwantschapstermen die met stief- gevormd kunnen worden, bewust en top-down uit de woordenschat geweerd zouden worden binnen afzienbare tijd. De negatieve connotaties met de term, vooral vanuit de sprookjeshoek en vereeuwigd in uitdrukkingen als stiefmoederlijk behandelen, stonden haaks op de maatschappelijke realiteit van de eenentwintigste eeuw.
Op 29 juni 2008 was het dan zover. Het Nieuwsblad op Zondag kopt “Stiefouders worden plusmama en pluspapa”. Voor die tijd geen spoor van de termen in corpus Sonar (*) of in BelgaPress, het archief van 11 Vlaamse kranten en hun regionale edities vanaf ongeveer 1995, een hele reeks Nederlands- en Franstalige magazines van de Roularta Media Group, De Persgroep en Sanoma Media, en de persberichten van het agentschap Belga. De verandering kwam er zo topdown als Joop had verwacht, met een heuse wedstrijd van een toenmalige vzw. Die vzw droeg dan wel de naam “Stiefouder”, ze wilden zelf een leuker woord om de relaties binnen nieuw-samengestelde gezinnen te beschrijven. En zo kwam plus- uit de bus als alternatief voor stief-. Met succes. Intussen geeft Google ongeveer 30.000 hits voor plusouder en pluspapa en meer dan 40.000 voor plusmama.
Goed ingeschat van Joop, maar z’n hypothese over plusouders was eigenlijk niet meteen rechtstreeks relevant voor Melina’s toelichting over het sollicitatiegesprek. Dat onderstreept nog maar extra welke blijvende indruk hij bij z’n studenten naliet. Hij voedde niet enkel ons talig denken, maar evenzeer onze lespraktijk. Melina haalde Joops voorspelling aan om retorisch ruimte vrij te maken om zich zo zelf tijdens haar gastcollege aan een voorspelling te kunnen wagen: “binnen enkele jaren zien we het einde van het sollicitatiegesprek zoals we het vandaag kennen”. En mijn voorspelling is dat ik op die stelling dra terugkom in weer een nieuw stukje.
Meer weten?
- Joops Het einde van de standaardtaal blijft een aanrader. Het boek verscheen vijftien jaar geleden, maar blijft – mede dankzij de voorspellende kracht van Joops expositie, brandend actueel.
- Een basistoelichting over connotaties vind je in het Algemeen letterkundig lexicon, online te raadplegen via DBNL.
- Gebeten door het liftprincipe? Kijke ven naar https://www.dbnl.org/tekst/bree001hist01_01/bree001hist01_01_0011.php, sectie 6.6 “Tendensen in klankverandering” in Historische taalkunde van Cor van Bree.
(*) dank aan Stefano De Pascale voor de snelle zoektocht
Lid. zegt
Heerlijk stuk maar ik vroeg me meteen af of plusmama inmiddels niet ook / alweer bonusmoeder is geworden? Hartelijks Lid.