Voornamendrift 106
Top-20 van nieuwe vrouwennamen in Nederland, per decennium tot 2017 (met totaal aantal naamgevingen tot 2023 voor de topnaam). Kansrijk Nederlandse innovaties (in naam en spelling) zijn gemarkeerd.
Er zijn ouders die hun kind een bijzondere voornaam willen geven. Ze bedenken zelf een naam, introduceren een buitenlandse naam (of nemen die als migrant uit het land van herkomst mee), herintroduceren een oude voornaam of kiezen een bijzondere vorm of spelling van een bestaande naam. Daarbij moest voor 1970 de ambtenaar van de burgerlijke stand wel ruimdenkend zijn, want de naamwet stond tot dat jaar creativiteit zelden toe. Voor 1900 werden dan ook maar heel weinig nieuwe voornamen geregistreerd, maar daarna kwam er toch meer ruimte en kreeg tot 1960 jaarlijks 0,4% van de kinderen een niet eerder gegeven voornaam. Met de liberale naamwet van 1970 – en migratie – steeg dat percentage steeg tot 3,0% voor jongens en 3,7% voor meisjes tegenwoordig.
Hierboven staan per decennium de voor Nederland meest succesvolle innovatieve meisjesnamen, die – geteld tot 2023 – de meeste navolging hebben gekregen. Onderaan staan ze voor jongensnamen. Daarbij is in kleur weergegeven wanneer de naam kansrijk (maar niet met zekerheid) Nederlandse nieuwigheden waren. Ze zijn in ieder geval niet of pas later in een aantal andere landen/regio’s (Amerika, Frankrijk, Vlaanderen, Noorwegen, Engeland en Wales) gegeven.
De ‘nieuwe’ voornamen zijn in de vroege decennia ook wel Nederlandse roepnamen die dan voor het eerst bij de burgerlijke stand werden opgegeven, zoals Loes, Juul, Suus, Pien voor de meisjes, en Luuk, Guus, Niek, Joep, Raf, Sjors, Loek, Stef voor de jongens. Daarnaast zijn Veerle, Linde en Pepijn oude namen die in de twintigste eeuw weer nieuw leven werden ingeblazen. Echt nieuw geïntroduceerd (maar ook de naam van een kruid) is Marjolein door Herman Heijermans. Het gebruik van een trema in Franse namen (Mariëlle, Fabiënne) is in Nederland voor de uitspraak nodig en daarom kenmerkend, maar in Frankrijk niet. En de Frans aandoende namen Anouk, Milou en Manouk lijken in Nederland bedacht te zijn (en zijn ook later zelden in Frankrijk gekozen).
Inspiratie komt vaak van over de grens. Zo zien we tussen 1920 en 1929 het Engelse Joyce, Jessica, Lynn, Robin (direct al voor jongens en meisjes), Puck, Shirley, Debby, Tim, Lennart, Jerry, Boy, Berry, Ted, het Franse Fleur en Yvette, Duitse Marleen, Skandinavische Arne, Olav, Italiaanse Luciano, Slavische Mariska, Mischa, Arabische Ahmed. Het kunnen buitenlandse ouders zijn geweest die de namen introduceerden, maar de kinderen hadden wel de Nederlandse nationaliteit. Met migratie kwamen na 1970 veel Turkse, Arabische en (Afro-)Amerikaanse voornamen naar Nederland, maar verschillende ervan (zoals Mohammed) werden al veel eerder in Nederland geïntroduceerd en staan daarom niet in deze lijsten. De nodige buitenlandse namen sloegen uiteindelijk breed aan, al duurde dat vaak tientallen jaren. Ruwweg kan gezegd worden dat nieuwe voornamen pas na vijftig jaar na introductie bij velen bekend in de oren klinken.
Dat zal met de voornamen die tussen 1990 en 2017 in Nederland zijn geïntroduceerd vaak nog niet het geval zijn. De populariteit van Vajèn (met veel varianten), Jenthe (met varianten), Pip, Jaylinn, Inanya en Soof voor meisjes en Xavi, Keano, Noan, Riv en Nox voor jongens moet in de komende decennia vorm krijgen, of niet.
Naast nieuwe namen zijn er nog steeds veel voornamen die ook voor 1920 al werden gegeven. In de top-20 van 2022 vormen ze de helft: Julia, Emma, Sophie, Saar, Nora, Sara, Anna, Nina, Lotte, Eva voor de meisjes, Lucas, Mees, James, Sem, Levi, Daan, Noud, Adam, Sam, Bram, Benjamin voor de jongens. De andere helft deed pas na 1920 zijn intrede in Nederland: Mila, Olivia, Yara, Tess, Noor, Milou, Zoë, Evi, Liv, Luna voor de meisjes en Noah, Luca, Liam, Milan, Finn, Luuk, Zayn, Mason, Boaz voor de jongens.
Nieuwe namen van na 1920 vormen nu 20% van de voornamen van de hele bevolking en 48% van de namen van de kinderen die na 2000 zijn geboren. Ze zijn in opmars en zullen steeds vaker gehoord worden. Overal, want de geografische verspreiding over Nederland is homogeen. Maar het gaat rustig aan, samen met de levensverwachting gaat een gegeven naam zeker 80 jaar mee. Toch heeft mode geleidelijk al een heel ander en breder voornamenspectrum gecreëerd dan het traditionele palet van 80 jaar terug, toen een paar honderd namen voldoende waren om de meeste kinderen een naam te geven. En dat veranderingsproces gaat onverminderd door.
Top-20 van nieuwe mannennamen in Nederland, per decennium tot 2017 (met totaal aantal naamgevingen voor de topnaam). Kansrijk Nederlandse innovaties (in naam en spelling) zijn gemarkeerd.
- ‘Nieuw’ is een betrekkelijk begrip. Om dat vast te stellen zouden alle naamgevingen (ter wereld) bekend moeten zijn. Hier betekent ‘nieuw’ dat de voornaam in Nederland niet eerder in de digitale burgerlijke stand te vinden is (bij kinderen met de Nederlandse nationaliteit), en ook niet bij de namen van gehuwden in 19e-eeuwse huwelijksakten (en geboren in Nederland). Voor het buitenland is gebruik gemaakt van gegevensbestanden uit Amerika (USA) (vanaf 1880), Frankrijk (vanaf 1900), Vlaanderen (vanaf 1900), Noorwegen (vanaf 1880), Engeland en Wales (vanaf 1996). Voor veel landen zijn historische naamgegevens niet bekend, dus is Nederlandse innovatie hooguit indicatief.
Laat een reactie achter